Samenvatting advies initiatiefwetsvoorstel toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek

Gepubliceerd op 20 mei 2022

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 9 december 2020 advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van voormalig Tweede Kamerlid Dijkstra dat een Wet toetsing levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek introduceert. De Afdeling advisering heeft het advies op 20 mei 2022 openbaar gemaakt en gepubliceerd naar aanleiding van een concreet verzoek op grond van de Wet open overheid.

Hulp bij zelfdoding

Het wetsvoorstel regelt dat ouderen die niet ernstig ziek zijn, hulp bij zelfdoding kunnen krijgen van een levenseindebegeleider. Daarvoor creëert het wetsvoorstel een nieuwe strafuitsluitingsgrond. Hulp bij zelfdoding blijft daarmee in principe strafbaar, tenzij voldaan wordt aan de in het wetsvoorstel opgesomde zorgvuldigheidseisen. Ook moet de oudere die het verzoek doet ten minste 75 jaar oud zijn. Belangrijk uitgangspunt van het wetsvoorstel is de vrijheid van eenieder om zijn of haar leven naar eigen inzicht in te richten. Dat omvat volgens de toelichting ook het recht om beslissingen te kunnen nemen over de laatste levensfase en daarmee over het eigen levenseinde.

Complexe problematiek

Uit onderzoek blijkt dat de problematiek die speelt bij ouderen die een actieve doodswens hebben zonder dat zij ernstig ziek zijn, complex is. Belangrijke factoren die de doodswens versterken zijn piekeren, financiële zorgen, ziekten, eenzaamheid, afhankelijkheid van anderen en het gevoel hebben anderen tot last te zijn. De doodswens bij deze groep is bovendien veranderlijk en sterk situatie- en contextgebonden. De wens speelt niet continu en weegt niet altijd even zwaar. Ook blijkt uit onderzoek dat de doodswens in sommige gevallen op termijn vermindert of verdwijnt.

Waarborgen

Op grond van internationale verdragen heeft de overheid de verplichting om burgers te beschermen tegen onvrijwillige, overhaaste of onvoldoende geïnformeerde beslissingen over het levenseinde en tegen misbruik van een regeling zoals hier wordt voorgesteld. Daarom moeten voor levensbeëindiging op verzoek zodanige waarborgen in het leven worden geroepen dat voorkomen wordt dat mensen hun leven beëindigen, maar:

- niet zeker is of zij dat werkelijk willen,

- niet zeker is of hun doodswens stabiel en coherent is, en

- niet vaststaat of die wens is ingegeven of verband houdt met medische problemen of problemen die mogelijk op te lossen zijn, zoals financiële problemen.

Ontoereikende zorgvuldigheidseisen

De in het wetsvoorstel opgenomen zorgvuldigheidseisen zijn onvoldoende om aan de door de Afdeling advisering geformuleerde waarborgen te voldoen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.