Samenvatting advies voorstel wettelijke grondslag verwerking persoonsgegevens NCTV

Gepubliceerd op 9 november 2021

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 2 september 2021 advies uitgebracht over het wetsvoorstel verwerking persoonsgegevens coördinatie en analyse terrorismebestrijding en nationale veiligheid. Het wetsvoorstel is op 9 november 2021 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud van het wetsvoorstel

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) coördineert het beleid en de maatregelen op het terrein van terrorismebestrijding en nationale veiligheid. Daarnaast maakt de NCTV analyses van trends en fenomenen op dit gebied, zoals het zogenoemde Dreigingsbeleid Terrorisme Nederland. Voor deze taken kan het nodig zijn om (bijzondere) persoonsgegevens te verwerken, zoals naam en woonplaats, maar ook bijvoorbeeld levensbeschouwelijke overtuigingen. De verwerking van persoonsgegevens voor dit doel is op dit moment niet vastgelegd in de wet. Met dit wetsvoorstel wil de minister van Justitie en Veiligheid dit nu wel een wettelijke basis geven.

Belang van het wetsvoorstel

De Afdeling advisering van de Raad van State schetst in haar advies de ontwikkeling van de NCTV, de verschillende werkzaamheden, de bestaande regelingen en de recente discussie hierover. Zij onderschrijft het belang van de taken van de NCTV en ook van een wettelijke basis hiervoor.

Reikwijdte van de taken van de NCTV

De verwerking van persoonsgegevens door de NCTV moet worden begrensd. Deze verwerking kan immers een beperking van de privacy opleveren, zeker bij bijzondere of strafrechtelijke gegevens. In de toelichting bij het wetsvoorstel wordt de betekenis onderbelicht van het recht op de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, zoals dat is vastgelegd in artikel 10 van de Grondwet. De taken van de NCTV hebben een duidelijke afbakening nodig, in het bijzonder in verhouding tot de taken van de AIVD. Het wetsvoorstel en de toelichting zijn op dit punt niet duidelijk genoeg.

Onderzoek naar publiek toegankelijke bronnen

Het wetsvoorstel biedt een grondslag voor het verwerken van persoonsgegevens uit openbaar toegankelijke bronnen. Deze verwerking mag volgens de tekst van het voorstel niet gericht zijn op het verkrijgen van een “min of meer volledig beeld” van “bepaalde aspecten van het persoonlijk leven”. De analysetaak van de NCTV richt zich immers op fenomenen en niet op personen. Als dit onbedoeld toch gebeurt, moet de NCTV dit melden aan de Autoriteit Persoonsgegevens. De Afdeling advisering onderschrijft in haar advies de bedoeling van de regeling, maar vraagt zich af of deze adequaat is. De gehanteerde begrippen roepen vragen op. Ook biedt het wetsvoorstel onvoldoende inzicht in de methodiek en omvang van de gegevensverwerking door de NCTV bij zijn analysetaak.

Conclusie

De Afdeling advisering maakt ook nog opmerkingen over andere onderdelen van het wetsvoorstel, zoals de bewaartermijn en het toezicht. Zij adviseert de minister het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij het op de genoemde onderdelen is aangepast.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.