Samenvatting voorlichting over interbestuurlijke verhoudingen

Gepubliceerd op 24 maart 2021

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op verzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voorlichting gegeven over een aantal vragen die gaan over de interbestuurlijke verhoudingen, met het oog op de komende kabinetsformatie. De minister deed haar verzoek namens het kabinet en in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). De regering heeft de voorlichting openbaar gemaakt.

Knelpunten

De Afdeling advisering constateert dat een wezenlijke wijziging van de bestuurlijke inrichting de komende jaren niet hoog op de (politieke) agenda staat. Daarvoor verschillen de politieke en bestuurlijke praktijk te zeer van mening over de opportuniteit van zo’n herinrichting. Bovendien heeft de coronacrisis veel van het openbaar bestuur gevraagd, bovenop een al overvol takenpakket. Dat neemt niet weg dat er verschillende hardnekkige knelpunten in het openbaar bestuur zijn. Met deze voorlichting wil de Afdeling advisering eraan bijdragen dat in de komende kabinetsperiode een aantal concrete en realistische stappen gezet kunnen worden.

Decentralisaties

Volgens de Afdeling advisering zouden gemeenten de komende kabinetsperiode in elk geval niet belast moeten worden met aanvullende decentralisaties of nieuwe spelregels voor de taken die al gedecentraliseerd zijn of nog worden. Voor de toekomst is het van belang om wetgeving en interbestuurlijke afspraken ten aanzien van decentralisaties beter voor te bereiden. Dat kan door preciezer vast te leggen welke resultaten moeten worden bereikt. In het verlengde daarvan moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over wat nodig is om die resultaten te bereiken in termen van bestuurskracht, uitvoeringskracht en financiële middelen.

Positie minister van BZK

Verder moet de institutionele positie van de minister van BZK worden versterkt. De portefeuille van de minister moet zijn gericht op (de inrichting en het functioneren van) het binnenlands bestuur. Daarnaast zou de minister wetten die de decentrale overheden rechtstreeks raken, mede moeten ondertekenen. Er zou ook een overzicht van rijksuitgaven aan decentrale overheden aan de begroting van het ministerie van BZK moeten worden toegevoegd. Op die manier kan de minister tot een meer integrale afweging en coördinatie komen.

Rol van de regio

De Afdeling advisering beveelt ook aan om de gemeentelijke schaalgrootte en bestuurs- en uitvoeringskracht integraal te benaderen. Schaalvergroting door gemeentelijke herindeling en het congruent maken van regio’s moeten hand in hand gaan. Er moet meer structurele duidelijkheid komen over de positie van de regio en de democratische legitimatie daarvan. Waar wordt gekozen voor vergroting van de uitvoeringskracht door binnen de regio samen te werken is belangrijk dat regio’s zoveel mogelijk overeenstemmen en dat er niet per onderwerp gekozen wordt voor een andere regionale indeling. Als sluitstuk kunnen bestaande mogelijkheden van taakdifferentiatie worden benut.

Geschilbeslechting

De minister vraagt of een permanente voorziening om financiële geschillen tussen overheden te beslechten kan bijdragen aan betere onderlinge financiële verhoudingen. Volgens de Afdeling advisering is het echter vooral belangrijk om vooraf zorg te dragen voor een gedegen, onafhankelijke raming van benodigde budgettaire middelen. Daarbij moet ook worden gezorgd voor een meerjarige vast budgettair kader waarmee de decentrale overheden financiële zekerheid wordt geboden voor een langere termijn. Voortdurende bijstelling van die financiering en de zogenoemde trap op, trap af-systematiek acht de Afdeling advisering onwenselijk. Op die manier kunnen geschillen zoveel mogelijk worden voorkomen.

Kabinetsformatie

Aan de hand van een gezamenlijk voorbereide agenda kunnen de decentrale overheden bij de voorbereiding van de kabinetsformatie worden betrokken. Afspraken in het coalitieakkoord richten zich zo veel mogelijk op de vraag wat moet worden geregeld. De vraag hóe dat moet gebeuren, kan daarna nader interbestuurlijk worden uitgewerkt onder leiding van de minister van BZK.


Statenzaal Utrecht

Lees hier de volledige tekst van de voorlichting van de Afdeling advisering.