Samenvatting advies over wetsvoorstel Wet verbod pelsdierhouderij

Gepubliceerd op 16 november 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat de Wet verbod pelsdierhouderij wijzigt in verband met een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij. Het wetsvoorstel is op 16 november 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud wetsvoorstel

Op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij is het houden of doden van pelsdieren verboden. Pelsdierhouders die op de dag van inwerkingtreding van die wet pelsdieren hielden, mogen hun activiteiten tot 1 januari 2024 onder voorwaarden voorzetten. Het wetsvoorstel maakt een vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij mogelijk vanwege de bevattelijkheid van nertsen voor het coronavirus en de daarmee gepaard gaande risico’s voor de volksgezondheid. De einddatum van de overgangsregeling wordt gewijzigd van 1 januari 2024 naar ‘de dertiende dag na inwerkingtreding van de voorgestelde wetswijziging’. Ook bevat het wetsvoorstel een zogenoemde salderingsregeling voor stikstofruimte van pelsdierhouderijen.

Nadeelcompensatie

Volgens het wetsvoorstel kan de minister aan pelsdierhouders op aanvraag een vergoeding toekennen voor schade vanwege de vervroegde beëindiging van de pelsdierhouderij in Nederland. Het gaat dan om schade die uitgaat boven het normale maatschappelijk risico en die de pelsdierhouder in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. Het advies is om in de regeling te bepalen dat, als aan die voorwaarden wordt voldaan, de minister verplicht is om die schade te vergoeden.

Salderingsregeling stikstof

Het wetsvoorstel bevat een bijzondere salderingsregeling voor stikstof. Salderen van stikstofruimte kan worden toegepast bij vergunningverlening op grond van de Wet natuurbescherming. Het houdt in dat bij de beoordeling of zo’n vergunning kan worden verleend, rekening wordt gehouden met de vermindering van stikstofdepositie door beëindiging van andere activiteiten die stikstof veroorzaken.

De provincies hebben samen met het Rijk beleidsregels opgesteld voor saldering van stikstofruimte. Die regels kunnen ook worden toegepast bij de beëindiging van pelsdierhouderijen. Het is daarom niet duidelijk waarom de voorgestelde regeling nodig is. Die leidt bovendien tot versnippering van de regelgeving op dit punt. Als het stellen van bijzondere salderingsregels nodig zou zijn, zou het voor de hand liggen om de bestaande beleidsregels aan te vullen. Bovendien zijn de voorgestelde salderingsregels, anders dan de bestaande beleidsregels, niet gericht op vermindering van de stikstofbelasting maar juist op instandhouding daarvan. De regels doorkruisen daarmee de door het kabinet voorgestane structurele aanpak stikstof die is gericht op een forse stikstofreductie. Daarnaast leidt de voorgestelde salderingsregeling tot ongelijke behandeling van stoppende pelsdierhouders ten opzichte van andere veehouders, waarvoor geen rechtvaardiging bestaat.

De Afdeling adviseert daarom de voorgestelde salderingsregeling te schrappen.


Afbeelding van pelsdier

Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.