Samenvatting advies initiatiefwetsvoorstel gelijke beloning van vrouwen en mannen

Gepubliceerd op 5 oktober 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Ploumen, Özütok, Jasper van Dijk en Van Brenk dat de Wet gelijke behandeling mannen en vrouwen wijzigt. Het initiatiefvoorstel voert onder meer een certificaat in als bewijs dat vrouwen en mannen gelijk loon ontvangen voor werk van gelijke waarde. Het advies is op 5 oktober 2020 openbaar gemaakt.

Inhoud initiatiefvoorstel

Uit onderzoeken blijkt dat mannen en vrouwen nog steeds verschillend worden beloond voor hetzelfde werk. Als er geen goede verklaring is voor dit beloningsverschil, dan kan sprake zijn van beloningsongelijkheid oftewel beloningsdiscriminatie. Beloningsdiscriminatie is wettelijk verboden, maar het verschil in beloning neemt onvoldoende af. Het initiatiefvoorstel introduceert daarom een aantal nieuwe voorschriften en instrumenten om beloningsongelijkheid tussen mannen en vrouwen tegen te gaan. Het gaat om:

  • Een certificeringsverplichting: ondernemers met meer dan 50 werknemers moeten over een certificaat beschikken waaruit blijkt dat zij vrouwen en mannen voor gelijke arbeid gelijk belonen.
  • Omkering van de bewijslast: het is de werkgever die moet aantonen dat sprake is van gelijke beloning.
  • Recht op inzage in loongegevens: de werknemer mag het salaris inzien van collega’s die binnen de onderneming nagenoeg dezelfde functie hebben.
  • Informatieverplichting voor ondernemers: ondernemers zijn verplicht informatie te geven in het bestuursverslag over gelijke beloning en bijbehorend beleid.

Proportionaliteit van de verschillende instrumenten uit het initiatiefvoorstel

De Afdeling advisering onderkent het belang van het aanpakken van beloningsongelijkheid. Zij is het met de initiatiefnemers eens dat het ongewenst is dat vrouwen in vergelijking met mannen voor hetzelfde werk minder worden betaald.

Het initiatiefvoorstel introduceert zowel lichte als zeer ingrijpende maatregelen. Het meest ingrijpend is de maatregel van certificering. Deze maatregel is naar het oordeel van de Afdeling advisering niet haalbaar, zoals hieronder uiteen zal worden gezet. Het advies is daarom om een keuze te maken voor een beperkt aantal instrumenten, te beginnen bij de minst ingrijpende.

Certificeringsstelsel

Het voorgestelde certificeringsstelsel is volgens de Afdeling advisering niet haalbaar. Dat heeft te maken met de betekenis die aan het certificaat wordt toegekend: het certificaat vestigt een bewijsvermoeden dat binnen een onderneming geen beloningsongelijkheid (op individueel niveau) plaatsvindt. Maar om met zekerheid te kunnen vaststellen of sprake is van beloningsongelijkheid (beloningsdiscriminatie) zijn zeer arbeidsintensieve onderzoeken nodig. Alle gehanteerde maatstaven die zijn toegepast bij de beloning van vrouwelijke en mannelijke werknemers moeten namelijk in kaart worden gebracht. Onderzocht moet worden of deze maatstaven in het concrete geval – in vergelijking met een andere werknemer, of werknemers – op niet discriminerende wijze zijn toegepast. Het is ondoenlijk om dergelijke zeer arbeidsintensieve onderzoeken door ondernemingen of door de certificerende instelling (het gaat om 16.800 ondernemingen) verplicht te laten verrichten.

Inzage in loongegevens van andere werknemers

Daarnaast voorziet het initiatiefvoorstel in het recht op inzage in loongegevens. Bij die maatregel moet meer aandacht worden besteed aan het recht op bescherming van persoonsgegevens. Het initiatiefvoorstel maakt niet duidelijk welke loongegevens op verzoek van de werknemer precies kunnen worden ingezien. Om het recht op bescherming van persoonsgegevens te verzekeren, moet aan de eisen van de Algemene verordening gegevensbescherming worden getoetst. Bovendien moet de Autoriteit Persoonsgegevens worden geraadpleegd.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en de reactie van de indieners.