Samenvatting advies initiatiefwetsvoorstel over ‘exit-heffing’ dividendbelasting en nota van wijziging

Gepubliceerd op 9 oktober 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefvoorstel van Tweede Kamerlid Snels (GroenLinks) over de conditionele eindafrekening in de dividendbelasting. Het advies is op 9 oktober 2020 openbaar gemaakt. Vervolgens heeft de Afdeling advisering ook geadviseerd over de nota van wijziging van Snels bij dit initiatiefwetsvoorstel. Ook dat advies is op 9 oktober 2020 openbaar gemaakt.

Advies over initiatiefwetsvoorstel

Inhoud van het wetsvoorstel
Met het voorstel wil de initiatiefnemer een zogenoemde conditionele eindafrekening (exit-heffing) in de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965) invoeren. Op dit moment is er geen eindafrekening in de dividendbelasting bij een grensoverschrijdende reorganisatie, bijvoorbeeld bij de verplaatsing van de zetel van de vennootschap. Als de grensoverschrijdende reorganisatie plaatsvindt naar een land dat bijvoorbeeld geen dividendbelasting kent (aangeduid als de ‘kwalificerende staten’), voorziet het voorstel in een eindafrekening bij de vennootschap over de winstreserves. De initiatiefnemer wil met dit voorstel de in Nederland en door dochterondernemingen elders opgebouwde dividendbelastingclaims behouden en het ontgaan van dividendbelasting tegengaan.

Ingrijpende stelselwijziging
Het voorstel betekent een ingrijpende stelselwijziging van de Wet DB 1965. Bij de dividendbelasting worden namelijk winstuitkeringen op het moment van uitkering bij de aandeelhouders belast. In het voorstel wordt echter - niet-uitgekeerde - winst bij de vennootschap belast.

Invoering exit-heffing niet verantwoord
De Afdeling advisering is zich bewust van het maatschappelijke en politieke debat over de belastingheffing van multinationals. Het staat de wetgever natuurlijk vrij de wetgeving hierover te wijzigen, maar ook dan moet wetgeving voldoen aan beginselen als zorgvuldigheid en rechtszekerheid. Deze mag ook dan niet in strijd zijn met hogere regels zoals internationale verdragen of het Unierecht. De Afdeling advisering komt tot de conclusie dat de ingrijpende stelselwijziging van de dividendbelasting zoals de initiatiefnemer voorstelt, hieraan niet voldoet. De kans dat het voorstel juridisch niet houdbaar zal blijken te zijn, is naar het oordeel de Afdeling advisering zo groot dat zij invoering van deze exit-heffing niet verantwoord acht. Zo ziet de Afdeling advisering onvoldoende argumenten dat sprake is van een terechte belastingclaim op de niet-uitgekeerde winsten in het licht van de belastingverdragen. Ook twijfelt de Afdeling advisering of de exit-heffing in overeenstemming is met het Unierecht.

Terugwerkende kracht
Daarnaast is in het voorstel bepaald dat de exit-heffing met terugwerkende kracht vanaf 10 juli 2020 van toepassing is. Dit betekent dat grensoverschrijdende reorganisaties die op dat moment al in beweging waren gezet, ook door het voorstel worden geraakt. Ook als die grensoverschrijdende reorganisatie niet is ingegeven door de wens om belasting te ontgaan, maar uit zakelijke overwegingen plaatsvindt. De Afdeling advisering acht het niet gerechtvaardigd dat zulke reorganisaties met een zakelijk karakter, waarbij dus geen sprake is van het ontgaan van dividendbelasting, ook door de terugwerkende kracht van deze regeling worden getroffen.

De Afdeling advisering kan in verband hiermee niet positief over het initiatiefvoorstel adviseren.

Advies over nota van wijziging

Inhoud nota van wijziging en begeleidende brief
De nota van wijziging breidt de voorgestelde conditionele eindafrekening in de dividendbelasting uit tot aandeelhouders in alle (top)vennootschappen die ‘vertrekken naar een kwalificerende staat’, ongeacht de omvang van het concern waartoe die (top)vennootschap behoort. Daarnaast beperkt de nota van wijziging de terugwerkende kracht van het initiatiefwetsvoorstel tot vrijdag 18 september 2020, 12.00 uur, in plaats van 10 juli 2020.

In zijn begeleidende brief van 18 september 2020 bij de nota van wijziging kondigt Tweede Kamerlid Snels nog enkele andere wijzigingen aan in zijn voorstel. Hij wil daarmee onduidelijkheden wegnemen. Hij geeft in zijn brief aan dat hij die wijzigingen binnenkort zal indienen, samen met eventuele wijzigingen die hij naar aanleiding van het advies van de Afdeling advisering van 2 september 2020 over het initiatiefwetsvoorstel zal doorvoeren.

Advies Afdeling advisering
De essentiële kenmerken van de nota van wijziging zijn niet bekend. Daardoor kan niet worden beoordeeld wat de betekenis is van de nu voorgestelde wijzigingen in het geheel van het (uiteindelijke) voorstel. Overigens is wél duidelijk dat de nu voorgestelde wijziging niet afdoet aan het advies van de Afdeling advisering van 2 september 2020 over het initiatiefwetsvoorstel. Daarnaast is de voorgestelde terugwerkende kracht onverantwoord, nu voor betrokkenen niet voldoende duidelijk is voor wie welke verplichtingen gelden vanaf 18 september 2020.

De Afdeling advisering is van oordeel dat over de nota van wijziging niet positief kan worden geadviseerd.


Lees de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering over het initiatiefwetsvoorstel over ‘exit-heffing’ dividendbelasting en de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering over de nota van wijziging bij dit initiatiefwetsvoorstel.