Samenvatting advies aanpassing vergunningstelsel voor het winnen van aardwarmte

Gepubliceerd op 16 juli 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat de Mijnbouwwet wijzigt, waarmee het vergunningstelsel voor de opsporing en winning van aardwarmte wordt aangepast. Het wetsvoorstel is op 16 juli 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Achtergronden: vergunningverlening bij winning aardwarmte

Aardwarmte (ook geothermie genoemd) is warmte die wordt gewonnen uit water in de diepe ondergrond (meer dan 500 meter diepte) en kan worden toegepast in de glastuinbouw en de bebouwde omgeving. Anders dan bij fossiele delfstoffen, zoals olie en gas, is het warme water niet geconcentreerd op één locatie, maar bevindt het zich in brede lagen van de ondergrond.

Voor het winnen van aardwarmte is een vergunning nodig. De huidige vergunningensystematiek sluit onvoldoende aan bij de praktijk, omdat na de proefboringen eerst een vergunning moet worden aangevraagd voordat kan worden overgegaan tot de winning van de aardwarmte. Maar bij aardwarmte is het voordelig om zo snel mogelijk met de winning te beginnen, omdat niet-gebruikte productie- en injectieputten verstopt kunnen raken. Bovendien kan dan ook direct worden begonnen met terugverdienen van de investeringen. Het voorstel voorziet daarom in een nieuw stelsel van vergunningverlening voor het opsporen en winnen van aardwarmte.

Centrale rol EBN

Omdat met de winning van aardwarmte nog weinig ervaring is opgedaan, zal Energiebeheer Nederland (EBN) risicodragend participeren in alle aardwarmteprojecten (met een belang van tussen 20-40%). EBN is een publieke partij, die op dit terrein de nodige kennis en ervaring heeft.

De Afdeling advisering ziet de toegevoegde waarde van betrokkenheid van EBN vanwege haar kennis en expertise. Maar een aanzienlijk belang van EBN in aardwarmteprojecten kan een belemmering zijn voor de betrokken marktpartijen om in te stappen. Voor de inbreng van haar kennis en expertise lijkt niet noodzakelijk dat EBN een groot financieel belang neemt. Het advies is daarom de noodzaak daarvan nader te onderbouwen, dan wel het voorstel op dit punt aan te passen.

Overleg tussen marktpartijen

Het is de bedoeling om samenwerking tussen marktpartijen te stimuleren, niet alleen via de verplichte betrokkenheid van EBN, maar ook doordat aanvragers van een vergunning worden verplicht met elkaar in overleg te gaan over de mogelijkheden tot samenwerking. Maar deze vormen van samenwerking mogen niet leiden tot een beperking van de concurrentie, bijvoorbeeld doordat partijen heimelijk hun marktstrategieën afstemmen of (onbedoeld) concurrentiegevoelige informatie uitwisselen.

Hoewel marktpartijen zelf verantwoordelijk zijn de mededingingsregels in acht te nemen, is het advies duidelijkheid te geven over de grenzen die marktpartijen bij hun samenwerking in acht moeten nemen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.