Verblijfsvergunning veroordeelde Marokkaanse man mocht worden ingetrokken

Gepubliceerd op 1 juli 2020

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid mocht de verblijfsvergunning van een veelvuldig strafrechtelijk veroordeelde Marokkaanse man intrekken, ook al is de man al bijna vijftig jaar ‘rechtmatig’ in Nederland. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in een uitspraak van vandaag (1 juli 2020).

Intrekking vanwege openbare orde

Het gaat in deze zaak om een uit Marokko afkomstige man die voor verschillende vermogens-, drugs-, gewelds- en zedenmisdrijven is veroordeeld. Het gaat onder meer om twee verkrachtingen, een poging tot doodslag, diefstal met geweld en diefstallen met inbraak. Bij elkaar opgeteld gaat het dan om gevangenisstraffen van meer dan zeventien jaar. Met het oog op de openbare orde besloot de staatssecretaris om de verblijfsvergunning van de Marokkaanse man in te trekken. Daardoor moet de man Nederland en de Europese Unie verlaten zodra hij vrijkomt uit de gevangenis en mag hij tien jaar lang niet terugkomen.

Belangenafweging

De staatssecretaris heeft een individuele belangenafweging gemaakt die naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak in overeenstemming is met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. In haar afweging heeft de staatssecretaris alle relevante belangen betrokken, waaronder het feit dat de man al bijna 50 jaar in Nederland verblijft op basis van een geldige verblijfsvergunning. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatssecretaris daarbij ‘deugdelijk gemotiveerd’ dat die belangenafweging in het nadeel van de Marokkaanse man uitvalt.


Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201908940/1.