Samenvatting advies over invoering opt-in-systeem voor ongevraagde telemarketing
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 12 februari 2020 advies uitgebracht over een wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de invoering van een opt-in-systeem voor ongevraagde telemarketing. Het wetsvoorstel is op 26 maart 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.
Inhoud wetsvoorstel
Zelfregulering van de bewaartermijn van klantgegevens
Op grond van de huidige Telecommunicatiewet en de e-Privacyrichtlijn, mag een verkoper de contactgegevens van klanten gebruiken om eigen gelijksoortige producten of diensten aan zijn klant aan te bieden. Wanneer iemand bijvoorbeeld een weekend-abonnement voor een krant heeft, mag hij gebeld worden of hij de krant ook doordeweeks wil ontvangen.
Het wetsvoorstel bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur een maximumtermijn kan worden gesteld voor het bewaren van deze gegevens. Maar volgens de toelichting zal van deze bevoegdheid vooralsnog geen gebruik worden gemaakt, omdat de sector heeft aangegeven dit met zelfregulering te willen regelen in de Reclamecode.
Deze keuze voor zelfregulering ligt vanuit het oogpunt van de bescherming van de consument niet voor de hand. De Autoriteit Consument & Markt ontvangt veel klachten over ongewenste telemarketing en heeft geen mogelijkheden om handhavend op te treden tegen overtreding van de regels die de sector zelf in de Reclamecode zal opnemen. Verder is het van belang dat de ePrivacyrichtlijn en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) grenzen stellen aan het gebruik van de contactgegevens. Zodra een klantrelatie is beëindigd, is de vraag hoe lang de contactgegevens door de verkoper nog mogen worden bewaard. Het wetsvoorstel zou hier meer aandacht aan moeten besteden.
Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering.