Samenvatting advies over kiescollege Eerste Kamer voor buitenlandse kiezers

Gepubliceerd op 23 maart 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel dat de Grondwet wijzigt in verband met een kiescollege voor kiezers buiten Nederland. Het wetsvoorstel is op 23 maart 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud wetsvoorstel

Het wetsvoorstel heeft als doel om het kiesrecht voor de Eerste Kamer ook toe te kennen aan niet-ingezetenen (Nederlanders in het buitenland). Daarvoor wordt een speciaal kiescollege ingesteld. Nederlanders in het buitenland mogen stemmen voor de leden van dit kiescollege. Het kiescollege stemt vervolgens, net als de leden van de Provinciale Staten, mee voor de verkiezing van de Eerste Kamer. Voor de inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bestaat al een dergelijk kiescollege.

Uitbreiding van het kiesrecht

Sinds 1983 regelt de Grondwet dat bij wet aan de Nederlanders in het buitenland kiesrecht voor de Tweede Kamer kan worden gegeven. Bij die herziening van de Grondwet is er niet voor gekozen dit ook voor de verkiezing van de Eerste Kamer mogelijk te maken. De toelichting spreekt van een ‘onevenwichtigheid’ omdat Nederlanders in het buitenland wel invloed hebben op de samenstelling van de Tweede Kamer, maar niet op die van de Eerste Kamer. Maar deze bestaat dus al sinds 1983. Het valt op dat de toelichting niet ingaat op de vraag waarom hierover in de afgelopen 37 jaar nauwelijks is gediscussieerd, maar er nu wel de noodzaak wordt gevoeld om deze weg te nemen.

Het enkele feit dat hierover in het regeerakkoord een afspraak is opgenomen, is onvoldoende motivering voor het wijzigen van de Grondwet. Ook de parallel met het kiescollege voor de inwoners van de drie Caribische openbare lichamen gaat niet één-op-één op. In dat geval is immers sprake van ingezetenen die meestemmen voor de samenstelling van de Eerste Kamer. Het voorliggend wetsvoorstel ziet juist op niet-ingezetenen. Zoals ook uit de toelichting blijkt, zijn er ook geen internationale juridische verplichtingen die dwingen tot de voorgestelde uitbreiding van het kiesrecht. Aanpassing van de Grondwet op dit punt zou pas aan de orde moeten zijn als hierover tussen regering en parlement voldoende is gediscussieerd.

Berekening stemwaarde kiescollege

Bij de verkiezing van de Eerste Kamer wordt gewerkt met stemwaardes. Deze zijn gebaseerd op het aantal inwoners per provincie of openbaar lichaam en bepalen hoeveel keer de stem van ieder lid van Provinciale Staten meetelt voor de Eerste Kamerverkiezing.

Het wetsvoorstel zelf regelt niet hoe de stemwaarde zal worden bepaald voor het kiescollege voor de niet-ingezetenen. Dit moet worden geregeld in de Kieswet. In de toelichting staat dat zal worden gekozen voor het berekenen van de stemwaarde op grond van het aantal daadwerkelijk uitgebrachte stemmen door de Nederlanders in het buitenland voor de verkiezing van het kiescollege. De toelichting bespreekt twee andere opties die van de hand worden gewezen. Maar in de toelichting wordt niet ingegaan op de mogelijkheid om via het register niet-ingezetenen (RNI) de stemwaarde te berekenen. Het advies is om die optie te onderzoeken bij de verdere uitwerking van het wetsvoorstel.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.