Samenvatting advies over wetsvoorstel voor nieuwe franchiseregels

Gepubliceerd op 11 februari 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 12 december 2019 advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de invoering van regels over de franchiseovereenkomst. Het wetsvoorstel is op 11 februari 2020 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud van het voorstel

Het doel van het wetsvoorstel is om de relatie tussen de franchisegever en de franchisenemer evenwichtiger te maken. Van nature bestaat er een zeker overwicht bij de franchisegever ten opzichte van de franchisenemer. In de praktijk blijkt dat de manier waarop de franchisegever dit overwicht inzet, tot onredelijke en onwenselijke situaties kan leiden voor de franchisenemer. Het wetsvoorstel, dat aanzienlijk verschilt van het voorontwerp, beoogt vooral de informatiepositie van de franchisenemer te versterken.

Onderzoeksplicht franchisenemer

Tegenover de informatieplicht van de franchisegever staat een onderzoeksplicht van de franchisenemer. Volgens het voorstel moet de franchisenemer de nodige maatregelen treffen om te voorkomen dat hij onder invloed van onjuiste veronderstellingen overgaat tot het sluiten van de franchiseovereenkomst. De franchisenemer heeft echter al op grond van het algemene verbintenissenrecht een onderzoeksplicht. De Afdeling adviseert nader te motiveren wat de meerwaarde van deze bepaling is. Als deze motivering niet kan worden gegeven, adviseert de Afdeling deze bepaling uit het wetsvoorstel te schrappen.

Delegatie

In het voorstel is een delegatiebepaling opgenomen, zodat nadere regels kunnen worden gesteld over de informatieverstrekking tussen de franchisegever en franchisenemer. De Afdeling advisering wijst erop dat van de bevoegdheid tot het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen van algemeen verbindende voorschriften terughoudend gebruik moet worden gemaakt. Mede gelet op het feit dat ook de regering zelf van oordeel is dat het wetsvoorstel in de huidige vorm adequaat is, adviseert de Afdeling de delegatiebepaling te laten vervallen.

Dienstenrichtlijn

Franchising is een economische activiteit die als ‘dienst’ onder de reikwijdte van de Europese Dienstenrichtlijn valt. Het wetsvoorstel moet daarom voldoen aan deze richtlijn. In de toelichting wordt de rechtvaardiging voor de regeling gezocht in redenen van openbare orde. Het wordt echter niet duidelijk in hoeverre de onevenwichtige relatie tussen de franchisegever en franchisenemer een openbare orde-belang, als bedoeld in de Dienstenrichtlijn, oplevert. De Afdeling adviseert om de toelichting op dit punt aan te vullen.


Lees hier de volledige tekst van het advies en het nader rapport (de reactie) van de minister van Economische Zaken en Klimaat.