Gemeente Utrecht deed onvoldoende onderzoek naar effecten chihuahua’s in woning

Gepubliceerd op 12 februari 2020

De gemeente Utrecht mocht geen dwangsom opleggen aan een vrouw uit die stad om haar te dwingen het aantal honden in haar huis terug te brengen tot tien. Het gemeentebestuur heeft namelijk helemaal niet onderzocht wat de gevolgen daarvan voor de omgeving zijn en heeft dus ook niet onderbouwd dat het opleggen van een dwangsom nodig is. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (12 februari 2020). De Afdeling bestuursrechtspraak komt daarmee tot een ander oordeel dan de rechtbank Midden-Nederland.

Ruimtelijke uitstraling

Om een dwangsom op te kunnen leggen, moet vaststaan dat de eigenaar van de chihuahua’s een regel overtreedt. Volgens het gemeentebestuur is het houden van 24 chihuahua’s in een woonhuis in strijd met de woonbestemming die de woning in het bestemmingsplan heeft. Om te beoordelen of dat het geval is, moet de gemeente nagaan wat voor ruimtelijke uitstraling het houden van zoveel dieren heeft. Zijn de effecten van het houden van zoveel chihuahua’s voor de omgeving zodanig dat het niet meer past binnen de woonfunctie?

Geen objectieve gegevens

De Afdeling bestuursrechtspraak komt tot de conclusie dat de gemeente Utrecht de effecten voor de omgeving niet heeft onderzocht. Er is in 2017 weliswaar een inspecteur op bezoek geweest, maar die heeft alleen verslag uitgebracht over de situatie in huis – niet over de situatie in de omgeving. Er zijn dus geen objectieve gegevens over de ruimtelijke uitstraling van het houden van de chihuahua’s voorhanden. Daardoor heeft het gemeentebestuur het opleggen van deze dwangsom niet voldoende onderbouwd. Als het gemeentebestuur een nieuwe dwangsom zou willen opleggen, dan moet het daarover – na onderzoek – een nieuw besluit nemen.

Lees hier de volledige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 201905500/1.