Samenvatting advies wijziging van de Algemene wet bestuursrecht

Gepubliceerd op 15 juli 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over een wetsvoorstel dat de Algemene wet bestuursrecht en enkele andere wetten wijzigt in verband met het nieuwe omgevingsrecht en nadeelcompensatierecht. In januari 2012 heeft de Afdeling advisering al een zogenoemde voorlichting uitgebracht over de herziening van het omgevingsrecht. Dit wetsvoorstel ligt in lijn met die voorlichting. Het advies over dit wetsvoorstel is op 15 juli 2019 openbaar gemaakt.

Beroep in één instantie

Om de rechtsbescherming te stroomlijnen, regelt het wetsvoorstel onder meer dat alleen beroep en daarna hoger beroep mogelijk is tegen een 'coördinatiebesluit' als voor alle besluiten die gecoördineerd worden, beroep en hoger beroep mogelijk is. Van de hoofdregel – beroep en hoger beroep – kan alleen worden afgeweken als de versnelling van procedures geen afbreuk doet aan de belangen die met een onafhankelijke beoordeling door twee rechters worden gediend. Hoewel dat zich in het omgevingsrecht bewezen heeft, staat in de toelichting niet hoe dit ook buiten het omgevingsrecht opweegt tegen de belangen van rechtsbescherming door twee rechters (in beroep en hoger beroep). De toelichting geeft bovendien geen inzicht in de besluiten in andere rechtsgebieden waarbij voor één van de gecoördineerde besluiten slechts beroep in één instantie openstaat. Bij die besluiten zouden de veranderde regels een beperking van de rechtsbescherming betekenen.

Bestuursdwang bij medewerkingsplicht aan toezichthouders

Verder regelt het wetsvoorstel dat bestuursorganen een last onder bestuursdwang kunnen opleggen als geen medewerking wordt verleend aan een toezichthouder. Op grond van de Awb is iedereen verplicht om alle medewerking te verlenen aan een toezichthouder (medewerkingsplicht). Maar de medewerkingsplicht in de Awb kan onder omstandigheden leiden tot een inbreuk op het verbod op strafrechtelijke zelfbeschuldiging en de mogelijkheid van bestuursdwang vergroot dat spanningsveld. Uit jurisprudentie volgt dat zogenoemd 'wilsafhankelijk materiaal' dat verkregen is op grond van de medewerkingsplicht, niet mag worden gebruikt voor bestraffing of beboeting. Hoewel de toelichting ingaat op het verschil tussen wilsonafhankelijk en -afhankelijk materiaal, besteedt het geen aandacht aan het feit dat die grens niet altijd eenduidig te trekken is. Dat is wel nodig, ook omdat er jurisprudentie van de Hoge Raad is die inhoudt dat wetgeving op dit punt in Nederland ontbreekt.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister voor Rechtsbescherming.