Samenvatting van het advies over de Rijkswet inperking gevolgen Brexit

Gepubliceerd op 9 april 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamerleden Sjoerdsma, Asscher, Van Raan, Van Rooijen en Azarkan over de Rijkswet inperking gevolgen Brexit. Het advies is op 8 april 2019 openbaar gemaakt.

Achtergrond en inhoud initiatiefwetsvoorstel

Het initiatiefwetsvoorstel creëert een uitzondering op enkele bepalingen uit de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). De RWN kent als hoofdregel dat wanneer iemand er vrijwillig voor kiest een vreemde nationaliteit te verwerven, dit tot gevolg heeft dat hij de Nederlandse nationaliteit verliest. Omgekeerd vereist de RWN dat een vreemdeling die de Nederlandse nationaliteit verwerft, afstand doet van zijn vreemde nationaliteit.

Het wetsvoorstel maakt mogelijk dat Nederlanders die in het Verenigd Koninkrijk (VK) wonen, bij het verkrijgen van de Britse nationaliteit de Nederlandse nationaliteit kunnen houden. Omgekeerd worden Britten die in Nederland wonen niet verplicht afstand te doen van de Britse nationaliteit, als zij de Nederlandse nationaliteit verkrijgen. Met het wetsvoorstel willen initiatiefnemers de negatieve gevolgen van de Brexit voor deze twee groepen beperken.

Advies

De Afdeling advisering waardeert de handreiking van de initiatiefnemers om de negatieve gevolgen van de Brexit voor Britten in Nederland en Nederlanders in het VK te beperken. Verkrijging en verlies van de nationaliteit zijn voor burgers en voor een land belangrijke zaken. Het gaat erom wie een land als zijn burger beschouwt. De voorgestelde nieuwe uitzonderingen op verkrijging en verlies van de Nederlandse nationaliteit zijn ingrijpend. Zij leiden ertoe dat een specifieke groep burgers definitief een dubbele nationaliteit kan hebben, waar dat nu niet geval is. Daarom is het belangrijk te bekijken of de met het wetsvoorstel beoogde doelen op een andere, minder ver strekkende manier kunnen worden bereikt. Ook moet het wetsvoorstel noodzakelijk, passend en evenredig zijn.

Voor Britten die in Nederland wonen, worden door zowel de regering als door de Europese Commissie regelingen getroffen die de negatieve gevolgen van de Brexit voor een belangrijk deel ondervangen. Deze regelingen sluiten aan bij bestaande wettelijke mogelijkheden en gaan daarmee minder ver. Er is daarom onvoldoende reden om voor Britten die in Nederland wonen nieuwe uitzonderingen op het bestaande nationaliteitsrecht te creëren.

Voor Nederlanders die in het VK wonen, geldt dat zij na de Brexit in een nadeliger positie verkeren dan daarvoor. De problemen voor deze groep zijn in de kern van verblijfsrechtelijke aard. Primair is het VK aan zet om voor de Nederlanders in het VK in een fatsoenlijke oplossing te voorzien. De onomkeerbare oplossing van het wetsvoorstel biedt deze Nederlanders meer dan nodig is en staat niet in verhouding tot het probleem dat daarmee opgelost zou moeten worden.

De Afdeling advisering adviseert daarom om van het wetsvoorstel af te zien.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en de reactie van de initiatiefnemers.