Samenvatting advies handelsovereenkomst CETA

Gepubliceerd op 6 maart 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel over de goedkeuring van de tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds, en Canada anderzijds gesloten Brede Economische Handelsovereenkomst (Comprehensive and Economic Trade Agreement; CETA). Het wetsvoorstel is op 6 maart 2019 bij de Tweede Kamer ingediend. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Veelomvattend handelsakkoord

CETA is het meest veelomvattende en ambitieuze handelsakkoord uit de geschiedenis van de Europese Unie. Het verdrag bevat niet alleen bepalingen over handel en directe investeringen, maar ook regels over indirecte investeringen en geschillenbeslechting tussen de investeerder en verdragspartijen. Als zodanig is CETA een zogenaamd gemengd verdrag, dat door zowel de EU als haar individuele lidstaten moet worden goedgekeurd. Met het nu voorliggende wetsvoorstel is de Nederlandse procedure voor goedkeuring begonnen. De Afdeling advisering heeft opmerkingen over de betekenis van het Gezamenlijk uitleggingsinstrument bij CETA en de werkingssfeer van het verdrag binnen het Koninkrijk.

Gemeenschappelijk uitleggingsinstrument

Gelijktijdig met het ondertekenen van CETA hebben de verdragspartijen een Gezamenlijk uitleggingsinstrument vastgesteld om de inhoud van het verdrag te verhelderen en twijfels over bepaalde regels weg te nemen. Het advies is in de toelichting nadere aandacht te besteden aan de juridische status van het uitleggingsinstrument en de rol die het kan of zelfs moet spelen wanneer er een probleem ontstaat bij de uitleg en uitvoering van CETA.

Werkingssfeer van het verdrag

Het wetsvoorstel keurt CETA alleen goed voor het Europese deel van het Koninkrijk. De Afdeling advisering merkt op dat het verdrag over zaken gaat die ook de Caribische delen van het Koninkrijk raken. Zo hebben die delen nauwe banden met Canada. Daarnaast bepaalt CETA bijvoorbeeld dat een investeerder wordt gedefinieerd als een natuurlijke persoon die de nationaliteit van één van de lidstaten van de Europese Unie bezit. Omdat het Nederlanderschap binnen het Koninkrijk ongedeeld is, omvat dit ook de inwoners van de Caribische landen. Daarmee raakt CETA Aruba, Curaçao en Sint Maarten en hun inwoners. Omdat de werkingssfeer van CETA de werkingssfeer van de verdragen van de Europese Unie volgt, staat het verdrag in beginsel ook open voor toetreding door de Caribische delen van het Koninkrijk. Het advies is om hier in de toelichting aandacht aan te besteden, en daarbij aan te geven hoe de overige landen bij de voorbereiding van CETA zijn betrokken.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.