Geen automatisch schorsende werking in asielzaken

Gepubliceerd op 20 februari 2019

Het Nederlandse systeem in asielzaken, waarbij een hoger beroep in een asielzaak niet automatisch 'schorsende werking' heeft, is in overeenstemming met het Europees recht.

Dat betekent dat vreemdelingen niet automatisch de mogelijkheid hoeft te worden gegeven om hun hoger beroep in Nederland af te wachten. In de tussentijd hebben zij ook geen verblijfsrecht op basis waarvan zij aanspraak kunnen maken op voortzetting van eerder toegekende huur- en zorgtoeslag. Dat volgt uit uitspraken van de (voorzieningenrechter van de) Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (20 februari 2019).

Achtergrond

De Afdeling bestuursrechtspraak geeft dat oordeel in twee verschillende zaken. De eerste zaak gaat over een weigering van een asielvergunning, de tweede over een besluit om van een Irakese vreemdeling huur- en zorgtoeslag terug te vorderen. De Nederlandse wet regelt niet dat het instellen van hoger beroep in asielzaken bij de Afdeling bestuursrechtspraak automatisch betekent dat het onderliggende besluit daarmee is geschorst. Schorsende werking is er alleen voor de procedure bij de rechtbank. Dat betekent dat een vreemdeling de behandeling van zijn beroep bij de rechtbank wel in Nederland mag afwachten, maar zijn hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak niet.

Prejudiciële vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak vroeg het Hof van Justitie in Luxemburg in maart 2017 of deze gang van zaken in overeenstemming is met het Europees recht. Het Hof beantwoordde die vragen in september 2018 en oordeelde daarbij dat de Europese Procedure- en Terugkeerrichtlijn zich niet verzetten tegen de Nederlandse regeling. Dat betekent dat uit die richtlijnen niet volgt dat hoger beroep 'van rechtswege' schorsende werking moet hebben. De Afdeling bestuursrechtspraak past dat antwoord in haar uitspraken van vandaag toe.

Uitzonderingen

Overigens staat dit er niet aan in de weg dat de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak vreemdelingen in bepaalde gevallen toch de mogelijkheid geeft hun hoger beroep in Nederland af te wachten. Denk daarbij aan zaken waarin een zogenoemde 'arguable claim' over artikel 3 van het EVRM aan de orde is. In zulke gevallen bepaalt de voorzieningenrechter al sinds december 2016 'in beginsel' dat vreemdelingen niet worden uitgezet zolang de procedure in hoger beroep nog loopt.


Volledige tekst uitspraken

Lees de uitspraak over de asielvergunningen (zaaknummers 201609659/1 en 201609659/4) en de uitspraak over de huur- en zorgtoeslag (zaaknummer 201508668/2).