Bekostiging nieuwe islamitisch-hindoeïstische school Den Haag terecht geweigerd

Gepubliceerd op 20 september 2017

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft terecht geweigerd om een nieuwe Haagse middelbare school van de stichting De Ozonlaag te bekostigen. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (20 september 2017). De stichting had om bekostiging gevraagd voor een nieuwe scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in Den Haag, op islamitische én hindoeïstische grondslag.

Optelsom

Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak kan bij een combinatie van verschillende levensbeschouwelijke of religieuze richtingen 'niet klakkeloos worden volstaan met een optelsom van het leerlingenpotentieel van elke afzonderlijke richting', zoals stichting De Ozonlaag heeft gedaan. Op die manier kon volgens de stichting wel aan de zogenoemde stichtingsnorm voor nieuwe scholen worden voldaan. Maar alleen belangstellingspercentages van richtingen die min of meer in elkaars verlengde liggen, mogen bij elkaar worden opgeteld, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak. De combinatie van islamitische en hindoeïstische richtingen is echter niet terug te vinden in het onderwijs en werkt evenmin op andere terreinen van het maatschappelijk leven door.
Bovendien blijkt er geen draagvlak voor de nieuwe school te zijn binnen zowel de islamitische als de hindoeïstische gemeenschap. De Hindoeraad Nederland en de Vereniging Islamitische Schoolbesturen Organisatie hebben zich kritisch uitgelaten over de nieuwe scholengemeenschap. Zij wezen op de fundamentele verschillen tussen de islamitische en hindoeïstische richting.
De Afdeling bestuursrechtspraak concludeert dan ook dat de richtingen niet bij elkaar opgeteld mochten worden, zodat de stichting niet heeft aangetoond voldoende leerlingen voor de nieuwe school te zullen krijgen.

Achtergrond

In de Wet op het Voortgezet Onderwijs is bepaald wanneer een scholengemeenschap voor bekostiging in aanmerking komt. De school moet uitgaan van een levensbeschouwelijke of een geloofsrichting en aannemelijk maken dat zij zal worden bezocht door voldoende leerlingen.

Lees hier de uitspraak met zaaknummer 201609765/1.