Afdeling bestuursrechtspraak vraagt conclusie aan staatsraad advocaat-generaal over schaarse vergunningen

Gepubliceerd op 1 februari 2016

De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een conclusie gevraagd aan staatsraad advocaat-generaal mr. Widdershoven in een zaak over een exploitatievergunning en een zogenoemde aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal in Vlaardingen.

Achtergrond

De vergunningen zijn verleend aan Hommerson Casino. De aanvraag van een ander speelautomatenbedrijf is door het gemeentebestuur afgewezen. Tegen zowel de vergunningen van Hommerson als tegen de afwijzing van zijn eigen aanvraag is het speelautomatenbedrijf in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Volgens hem is de procedure rond de vergunningverlening niet transparant verlopen en stond bij voorbaat vast dat Hommerson de benodigde vergunningen zou krijgen.

Verzoek aan staatsraad advocaat-generaal

De voorzitter heeft mr. Widdershoven gevraagd te onderzoeken of er een (nationale) rechtsnorm is op grond waarvan het bestuur bij het verdelen van schaarse vergunning(en) gegadigden gelegenheid moet bieden om mee te dingen naar de beschikbare vergunning(en). Als hij die vraag bevestigend beantwoordt, wil de voorzitter weten hoe het bestuur gegadigden daarvan op de hoogte moet stellen en welke procedure het moet volgen. Ook vraagt de voorzitter hoe het bestuur rekening moet houden met de verschillende aanvragen en wanneer en hoe het bestuur informatie daarover moet verstrekken. 
 
De voorzitter vraagt mr. Widdershoven in zijn conclusie rekening te houden met een aantal juridische en ruimtelijke omstandigheden, waardoor de kans dat alle gegadigden op gelijkwaardige wijze kunnen meedingen naar de schaarse vergunning kan worden bemoeilijkt.

Ten slotte vraagt de voorzitter de staatsraad advocaat-generaal of de eis van transparantie bij de verdeling van schaarse vergunningen deel uitmaakt van de al erkende algemene beginselen van behoorlijk bestuur of dat deze eis als een nieuw zelfstandig rechtsbeginsel moet worden beschouwd.

Verdere verloop van de procedure

De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak ook verwezen naar een zogenoemde grote kamer die zal bestaan uit vijf staatsraden, van wie één waarnemend president is van het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De grote kamer zal de zaak met zaaknummer 201406676/1 op 7 maart 2016 opnieuw op zitting behandelen. Als de conclusie gereed is, zal die worden gepubliceerd en aan partijen worden toegezonden met de mogelijkheid om hierop te reageren. Na het verstrijken van die reactietermijn zal de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doen in deze zaak.

Nemen van een conclusie

Met het nemen van een conclusie door de staatsraad advocaat-generaal wordt meer dan met de rechterlijke uitspraak zelf gelegenheid geboden om een rechtsvraag te plaatsen in een breder verband. De conclusie kan een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de inzichtelijkheid van de rechtsontwikkeling door de rechter. Deze mogelijkheid wordt de hoogste bestuursrechters sinds 1 januari 2013 geboden.