Uitzetten van vreemdelingen naar Marokko weer mogelijk

Gepubliceerd op 8 juli 2015

Er is weer zicht op uitzetting van vreemdelingen binnen een redelijke termijn naar Marokko. Daarom mocht de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie een Marokkaanse man in zogenoemde vreemdelingenbewaring stellen. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (8 juli 2015) op het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. Zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn is een voorwaarde voor de staatssecretaris om een vreemdeling die geen verblijfsrecht heeft in Nederland in bewaring te mogen stellen. Tegen de uitspraak is geen hoger beroep mogelijk.

Toezegging Marokkaanse autoriteiten

Uit een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 mei 2015 aan de Tweede Kamer blijkt dat de Marokkaanse autoriteiten hebben toegezegd per direct te zullen meewerken aan de gedwongen terugkeer van Marokkaanse vreemdelingen. Vervolgens zijn enkele vreemdelingen gepresenteerd bij de Marokkaanse autoriteiten, die hebben laten weten hun aanvragen voor een laissez passer in onderzoek te nemen. Zo'n laissez passer is bij een vreemdeling zonder paspoort nodig om hem te kunnen uitzetten. Naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak verlenen de Marokkaanse autoriteiten hiermee weer medewerking aan het verkrijgen van de documenten die voor uitzetting nodig zijn.

Gewijzigde omstandigheden

Onder deze omstandigheden is er weer zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn naar Marokko. Begin april lag de situatie nog anders. Toen oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak nog dat geen vreemdelingen konden worden uitgezet.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummer 201504814/1/V3.