Burgemeester Deventer moet vergunningaanvragen voor prostitutieramen in behandeling nemen

Gepubliceerd op 10 september 2014

De burgemeester heeft ten onrechte vier aanvragen buiten behandeling gelaten voor exploitatievergunningen voor 30 prostitutieramen in vier panden aan de Bokkingshang in Deventer. Dat blijkt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (10 september 2014). De burgemeester had in november 2013 geweigerd om de aanvragen in behandeling te nemen, omdat Azalea B.V. als beoogd exploitant en huurder van de panden geen informatie had overgelegd over de overdracht en financiering daarvan. Volgens de burgemeester is deze informatie noodzakelijk om op grond van de Wet Bibob een zorgvuldig besluit te kunnen nemen. Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.

Oordeel Raad van State

De Raad van State is van oordeel dat de burgemeester door de gegevens op te vragen vóór het in behandeling nemen van de aanvragen, in feite vooruit loopt op de inhoudelijke beoordeling daarvan. Daarbij had Azalea, als huurder van de panden, geen mogelijkheden om op grond van de huurovereenkomst de gevraagde informatie af te dwingen bij de verhuurder. Ook daarbuiten waren er "geen redelijke mogelijkheden" voor Azalea om aan deze informatie te komen. De Raad van State bevestigt hiermee een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De burgemeester moet nu alsnog inhoudelijk op de aanvragen beslissen.

Bokkingshang

Azalea B.V. wil in vier panden aan de Bokkingshang in Deventer raamprostitutie mogelijk maken. In het voorjaar van 2011 sloot de burgemeester de 30 ramen nog omdat de toenmalige exploitant geen deugdelijke financiële onderbouwing van zijn bedrijfsvoering kon overleggen.

Lees hier de volledige tekst van de uitspraak met zaaknummers 201405466/1 en 201405466/2.