Voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van artikel 45 van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels ten aanzien van de vermogenspositie van de regio’s.


Volledige tekst

Voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van artikel 45 van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels ten aanzien van de vermogenspositie van de regio’s.

Bij Kabinetsmissive van 18 november 1999, no.99.005401, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting tot wijziging van artikel 45 van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels ten aanzien van de vermogenspositie van de regio’s.

1. Het wetsvoorstel strekt tot het scheppen van een basis in de Politiewet 1993 om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te stellen ten aanzien van de vermogenspositie van de politieregio’s. Daarnaast wordt voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de bevoegdheid geïntroduceerd om een regio te korten op toekomstige rijksbijdragen indien deze regio zich niet aan de gestelde regels houdt.
Het wetsvoorstel moet blijkens de toelichting gezien worden tegen de achtergrond van de financiële scheefgroei tussen de regio’s en dient ter ondersteuning van het streven om te komen tot een meer gelijkwaardige financiële positie.

Met het wetsvoorstel wordt onder meer beoogd te komen tot een meer gelijkwaardige financiële positie van de regio’s, zoals afgesproken in het Convenant politie 1999 (Stcrt.226, van 26 november 1999) tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen. Het is de Raad van State opgevallen dat met de voorgestelde regeling wel een vermindering van de bijdrage aan de rijkere regio’s mogelijk is, maar de Raad ziet niet in hoe deze vermindering ten goede zou kunnen komen aan de armere regio’s. De Raad adviseert daarin alsnog te voorzien dan wel in de toelichting op dit punt in te gaan.

2. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State



Bijlage bij het advies van de Raad van State van 14 januari 2000, no.W03.99.0575/I, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft.

- In het wetsvoorstel en de toelichting «de vermogenspositie» telkens vervangen door: het vermogen.



Nader rapport (reactie op het advies) van 28 februari 2000


1. Overeenkomstig het advies van de Raad is de memorie van toelichting aangevuld met een passage over het vraagstuk van de verevening van vermogens. Op dit ogenblik is het, en dit is ook in de memorie van toelichting vermeld, nog niet mogelijk een nader inhoudelijk standpunt ter zake van de systematiek in te nemen. Eerst zal de stuurgroep Implementatie modernisering politiezorg zijn advies hierover moeten uitbrengen. Dit advies wordt dit voorjaar verwacht.

2. De redactionele kanttekening van de Raad is verwerkt. In het wetsvoorstel en de memorie van toelichting is de term «vermogenspositie» vervangen door «vermogen».

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de slotpassage de stand van zaken met betrekking tot het voorstel van Wet financiering decentrale overheden te actualiseren en een enkele redactionele verbetering aan te brengen.

Wij mogen U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Justitie,

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties