Nu geen zicht op uitzetting naar Algerije binnen redelijke termijn

Gepubliceerd op 17 september 2021

Er is op dit moment geen zicht op uitzetting van vreemdelingen binnen een redelijke termijn naar Algerije. Daarmee wordt niet voldaan aan de voorwaarden om Algerijnse vreemdelingen in bewaring te stellen die geen recht op verblijf hebben in Nederland. Dit staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (17 september 2021).

Achtergrond

Een Algerijnse vreemdeling is in hoger beroep gekomen tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om hem in bewaring te stellen. De staatssecretaris deed dat om zeker te stellen dat hij naar Algerije kan worden uitgezet. Om de vreemdeling daadwerkelijk uit te zetten, moet hij een zogenoemd laissez-passer krijgen van de Algerijnse autoriteiten. Een laissez-passer is een tijdelijk reisdocument dat door een land wordt verstrekt om dat land in te kunnen reizen.

Waarom ontbreekt zicht op uitzetting?

Sinds de Algerijnse vreemdeling in bewaring is gesteld, zijn er al een jaar geen vreemdelingen naar Algerije uitgezet. Algerije heeft ook al een jaar geen laissez‑passers meer verstrekt. Bovendien is er nu geen Algerijnse consul in Nederland die verantwoordelijk is voor afgifte van laissez‑passers en is het luchtruim boven Algerije grotendeels gesloten. De staatssecretaris heeft onvoldoende duidelijkheid gegeven of en wanneer de situatie zal verbeteren. Daarom oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat er geen zicht op uitzetting naar Algerije is binnen een redelijke termijn.

Gevolgen van de uitspraak

Zonder zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn wordt niet voldaan aan de voorwaarden om een vreemdeling in bewaring te stellen of de bewaring langer te laten voortduren. Dat betekent voor de Algerijnse vreemdeling dat hij van 12 maart 2021 tot en met 19 augustus 2021 ten onrechte in bewaring heeft gezeten. Daarom kent de Afdeling bestuursrechtspraak hem een schadevergoeding toe. Deze uitspraak is ook van belang voor andere Algerijnse vreemdelingen die in bewaring zitten en waarbij de staatssecretaris voor hun uitzetting afhankelijk is van de afgifte van een laissez‑passer door Algerije.


Lees hier de volledige tekst van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak met zaaknummer 202102278/1.