Aanbevelingen om het wetgevingsproces en de wetgevingskwaliteit te bevorderen

Gepubliceerd op 22 april 2021

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 19 april 2021 een brief gestuurd naar de demissionair minister-president met aanbevelingen ter bevordering van het wetgevingsproces en de wetgevingskwaliteit. Dit naar aanleiding van recente rapporten van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties die aantonen dat het ontbreekt aan een integrale benadering van beleid, wetgeving en uitvoering. In de brief doet de Afdeling advisering de volgende aanbevelingen.

  • Maak de departementaal belegde verantwoordelijkheid voor het wetgevingsproces waar

Voor een integrale benadering van beleid, wetgeving en uitvoering is op elk departement een effectieve invulling van de centraal belegde verantwoordelijkheid voor het wetgevingsproces van belang. De secretarissen-generaal zouden de ‘tegendruk’ voor een evenwichtig wetgevingsproces binnen hun eigen departement moeten bewerkstelligen in directe verbinding met de directeuren wetgeving en juridische zaken, als chief legal officers.

  • Maak nieuw wetgevingsbeleid

Het ministerie van Justitie en Veiligheid is verantwoordelijk voor het opstellen en bewaken van het wetgevingsbeleid en voor de centrale wetgevingstoets op rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit. Voor de centrale wetgevingstoets zijn heldere uitgangspunten nodig. Daarbij gaat het er vooral om dat de noodzaak van nieuwe wetten overtuigend kan worden aangetoond. Ook moeten nieuwe wetten worden getoetst op uitvoerbaarheid en ‘doenbaarheid’ voor burgers en uitvoeringsorganisaties.

  • Geef uitvoeringsorganisaties een eigen rol en plaats in het wetgevingsproces

Uitvoeringsorganisaties moeten een eigen volwaardige rol krijgen én nemen bij het maken van een realistische inschatting van de effectiviteit en uitvoerbaarheid van wetgeving. Verder is het noodzakelijk dat uitvoeringsorganisaties, beleidsmakers en wetgevingsjuristen op de departementen samenwerken in multidisciplinaire teams. Ook ná invoering van nieuwe wetgeving is permanente monitoring noodzakelijk van de (onvoorziene of ongewenste) effecten.

  • Beschrijf in het regeerakkoord de ‘wat’-vraag en niet de ‘hoe’-vraag

De Afdeling advisering raadt aan om in het regeerakkoord alléén te omschrijven welke problemen moeten worden aangepakt en welke doelen moeten worden bereikt, en ook de (politieke) randvoorwaarden die daarbij in acht moeten worden genomen (de ‘wat’-vraag). Dat geeft ruimte om aan het begin van het proces te onderzoeken of daarvoor regelgeving nodig is of dat een andere aanpak meer in de rede ligt (de ‘hoe’-vraag).

  • Behandeling van wetgeving in Tweede en Eerste Kamer

De Afdeling advisering vraagt ook aandacht voor de positie van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Het is dringend gewenst dat zij als medewetgever meer tijd en aandacht besteden aan het behandelen van wetsvoorstellen en de gevolgen daarvan voor de uitvoering. Ook verdient het aanbeveling na te denken over instrumenten voor de bewaking van de kwaliteit van de wetgeving. Daarnaast kan overleg in een vroeg stadium met de regering over de hoofdlijnen van beleid en wetgeving bijdragen aan het politieke besluitvormingsproces.


Lees hier de volledige tekst van de brief van de Afdeling advisering van de Raad van State van 19 april 2021 aan de minister-president.