Wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met een tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19.


Volledige tekst

Bij Kabinetsmissive van 20 november 2020, no.2020002397, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, in overeenstemming met de Minister van Justitie en Veiligheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het ontwerpbesluit tot wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met een tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19, met nota van toelichting.

Het ontwerpbesluit voorziet in het tijdelijk verbieden van de verkoop, het bezit, het vervoer en het afsteken van consumentenvuurwerk voor de jaarwisseling 2020-2021 in verband met COVID-19. (zie noot 1)

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over een tegemoetkomingsregeling voor de vuurwerkbranche en over de gevolgen voor de opslag van het onverkochte vuurwerk. In verband daarmee is aanpassing van de toelichting wenselijk.

1. Inleiding

De tweede golf van het coronavirus zorgt ervoor dat zorgverleners in ziekenhuizen en huisartsenposten momenteel onder grote druk staan en zwaar overbelast zijn. Tijdens de jaarwisseling leidt het afsteken van vuurwerk ieder jaar tot letsel. Afgelopen jaar zijn op 31 december en 1 januari 385 mensen op de eerste hulp geweest en ongeveer 900 bij een huisartsenpost.

De uitbraak van het coronavirus en de daardoor ontstane druk op de zorg hebben al geleid tot het afschalen van reguliere zorg. Daarom is het nodig de zorg bij voorbaat te ontlasten. Met het in het ontwerpbesluit voorgestelde tijdelijk verbod op de verkoop, het bezit, het vervoer en het afsteken van consumentenvuurwerk voor de jaarwisseling 2020-2021, wordt beoogd een nog grotere druk op de zorg en onaanvaardbare gevolgen voor patiënten met corona, de reguliere zorg en vuurwerkslachtoffers, te voorkomen.

2. Tegemoetkomingsregeling

In de toelichting wordt opgemerkt dat het kabinet met een tegemoetkoming komt voor de kosten van de sector die voortkomen uit dit verbod, bijvoorbeeld extra kosten van opslag en transport. De verdere invulling van de regeling en de kostenvergoedingen worden nader uitgewerkt, waarbij ook rekening zal worden gehouden met het specifieke karakter van de sector, te weten dat de verkoop van vuurwerk slecht gedurende drie dagen per jaar mag plaatsvinden.

Gelet op het spoedeisende karakter van het op korte termijn tot stand gekomen ontwerpbesluit heeft de Afdeling er begrip voor dat de tegemoetkomingsregeling nog moet worden uitgewerkt. Het verbod op consumentenvuurwerk voor dit jaar leidt echter tot het wegvallen van de volledige jaaromzet aan consumentenvuurwerk voor zowel importeurs als winkeliers. Tegelijkertijd hebben importeurs en winkeliers al wel kosten gemaakt voor bijvoorbeeld het keuren van en onderhoud aan opslagbunkers en worden zij wellicht geconfronteerd met extra kosten vanwege de langdurige opslag van niet verkocht consumentenvuurwerk.

Daarom acht de Afdeling het noodzakelijk in de toelichting ten minste inzicht te bieden in de wijze waarop en de termijn waarbinnen de benodigde uitwerking van de tegemoetkomingsregeling tot stand zal komen.

De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

3. Gevolgen voor opslag

Gelet op de korte tijd die resteert tot de jaarwisseling 2020/2021 is een groot deel van het bestelde consumentenvuurwerk inmiddels bij de importeurs of verkopers geleverd, of gebeurt dit op korte termijn. Het afzeggen van bestelling zal veelal niet zonder meer mogelijk zijn. Aannemelijk is dat het vuurwerkverbod leidt tot een grote voorraad consumentenvuurwerk die dit jaar niet wordt verkocht. Voor zover dit vuurwerk niet alsnog verkocht kan worden buiten Nederland zal dit opgeslagen moeten worden tot het moment dat het alsnog kan worden verkocht. Die opslag moet voldoen aan de daarvoor gestelde regels van het Vuurwerkbesluit. (zie noot 2)

In de toelichting is vermeld dat de vuurwerksector gebruik maakt van zowel opslaglocaties in Nederland als in Duitsland en dat naar verwachting voldoende ruimte beschikbaar is voor opslag. Die verwachting wordt echter niet nader toegelicht. In het bijzonder biedt de toelichting geen inzicht in de verwachte totale hoeveelheid ongebruikt consumentenvuurwerk in relatie tot de totale opslagcapaciteit die beschikbaar is voor de opslag daarvan. Gelet op het belang van een veilige opslag van vuurwerk en teneinde ervan verzekerd te zijn dat geen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, moet dat inzicht wel worden geboden.

Daarnaast is het, gelet op de veiligheidsrisico’s die gepaard gaan met ondeugdelijke opslag van vuurwerk, van belang inzichtelijk te maken hoe zal worden omgegaan met vuurwerk dat niet volgens de daarvoor geldende regels kan worden opgeslagen. Aandacht zal moeten worden geschonken aan de vraag welke alternatieve opslagmogelijkheden er zijn en welke kosten dat meebrengt. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan opslag in staatseigendommen, zoals defensieterreinen. Ook dient aandacht te worden geschonken aan alternatieven voor opslag van overtollig vuurwerk, in het geval onvoldoende opslagcapaciteit beschikbaar blijkt te zijn.

De Afdeling adviseert de toelichting op dit punt aan te vullen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het ontwerpbesluit en adviseert daarmee rekening te houden voordat een besluit wordt genomen.


De vice-president van de Raad van State



Nader rapport (reactie op het advies) van 9 december 2020

2. Tegemoetkomingsregeling

Het wegvallen van de inkomsten uit de verkoop van consumentenvuurwerk aan het einde van het jaar heeft tot gevolg dat winkeliers en importeurs de daarvoor reeds gedurende dit jaar gemaakte kosten niet kunnen compenseren met de inkomsten van de eindejaarsverkoop. Winkeliers en importeurs kunnen in het vierde kwartaal van 2020 een beroep doen op de reeds bestaande TVL- en NOW-regelingen (het coronasteunpakket). Deze regelingen zijn generiek beschikbaar voor alle sectoren die geraakt worden door de maatregelen in het kader van het coronavirus en ademen mee met de mate waarin voor de onderneming sprake is van omzetderving. De regelingen voorzien in een tegemoetkoming van loonkosten (NOW) en vaste lasten (TVL). De mate waarin winkeliers en importeurs zijn getroffen door de coronamaatregelen werkt door in de mate waarin aanspraak kan worden gemaakt op onderdelen van het coronasteunpakket. Winkeliers en importeurs kunnen een beroep doen op het coronasteunpakket op basis van de totale bedrijfssituatie.

Het tijdelijk vuurwerkverbod heeft tot gevolg dat de niet verkochte voorraden consumentenvuurwerk een jaar lang moeten worden opgeslagen. Bovendien vindt er extra transport plaats om maximaal gebruik te kunnen maken van de vuurwerkopslag plaatsen (de ene importeur heeft meer ruimte dan de andere) en zal uitgeweken worden naar extra te huren opslagplaatsen, veelal in het buitenland. Voor de extra opslag- en transportkosten van consumentenvuurwerk in 2021 wordt voorzien in een tegemoetkomingsregeling voor (met name) importeurs en winkeliers. De contouren van de regeling zullen dit jaar gereed zijn. Deze regeling zal naar verwachting begin 2021 worden vastgesteld, waarna openstelling kort daarna plaatsvindt. Tevens wordt voorzien in een specifieke tegemoetkoming voor winkeliers voor specifieke kosten gemaakt voor vuurwerk gerelateerd aan de omzet van het bedrijf. Het gaat hierbij om gedurende het jaar gemaakte kosten die specifiek zijn toe te schrijven aan de verkoop van vuurwerk. De contouren van deze regeling zijn eveneens dit jaar gereed en zal eveneens naar verwachting begin 2021 worden vastgesteld. Daarnaast bekijkt de regering of er aanvullend nog iets geregeld moet worden voor de winkeliers. De regering stelt voor het totale pakket aan maatregelen voor de branche een bedrag van circa 40 miljoen euro ter beschikking (dit is inclusief de kosten voor de bestaande coronamaatregelen en uitvoeringskosten). De verdere invulling bovenop de bestaande coronaregelingen van de hiervoor genoemde regelingen worden in beginsel nader uitgewerkt via een specifieke regeling voor de branche. Tevens is het van belang dat de regeling past binnen het tijdelijke staatssteunkader van de Europese Commissie. De toelichting bij het Vuurwerkbesluit is hierop aangepast.

3. Gevolgen voor opslag

In 2019 is volgens gegevens van de Douane ongeveer 10 miljoen kg consumentenvuurwerk ingevoerd in Nederland. De importcijfers van 2020 laten een vergelijkbaar beeld zien als in 2019. De importeurs hebben aangegeven gezamenlijk te beschikken over een opslagcapaciteit van bijna 13 miljoen kg consumentenvuurwerk. De importeurs hebben aangegeven samen te werken om zo optimaal mogelijk de voorraad te verdelen over de huidige opslaglocaties in Nederland. Meerdere importeurs maken ook gebruik van opslagcapaciteit op diverse locaties in Duitsland en zijn bezig met de uitbreiding hiervan. Op basis van deze gegevens is de verwachting dat er voldoende opslagcapaciteit beschikbaar is om de voorraden consumentenvuurwerk voor de eindejaarsverkoop 2020 op te slaan. Eventuele restvoorraden kunnen door de rijksoverheid waar dat nodig blijkt als tijdelijke overbrugging worden opgeslagen op de opslaglocatie Ulicoten (zie noot 3) in de gemeente Baarle Nassau. De toelichting is op dit punt aangevuld.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een verbetering aan te brengen in artikel I, onderdeel A (wijziging artikel 1.2.4, vierde lid). In dit artikel werd in de uitzondering op het verbod voor het voorhanden hebben van vuurwerk voor het vervoer van consumentenvuurwerk een uitzondering gemaakt voor fop- en schertsvuurwerk. Echter, op grond van artikel 2.3.7 geldt artikel 1.2.4 reeds niet ten aanzien van fop- en schertsvuurwerk. Het is daarom niet nodig om dit uit te zonderen van de wijziging in artikel 1.2.4. De inhoud van de bepaling wijzigt met deze verbetering niet. Tevens is de formulering van de inwerkingtredingsbepaling aangepast (artikel II), ook dit betreft een wetstechnische verbetering.

Ik moge U hierbij, in overeenstemming met de Minister van Justitie en Veiligheid, het gewijzigde ontwerpbesluit en de gewijzigde nota van toelichting wederom doen toekomen en U verzoeken overeenkomstig dit ontwerp te besluiten.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT


Voetnoten

(1) In de nota van toelichting staat dat ook het bezit van consumentenvuurwerk tijdelijk wordt verboden, maar hierop bestaat één uitzondering. Ingevolge artikel 1.2.4, tweede lid, onder b, van het Vuurwerkbesluit is het verbod om vuurwerk voor handen te hebben niet van toepassing indien niet meer dan 25 kg consumentenvuurwerk voorhanden is op een plaats die niet voor het publiek toegankelijk is. Dat artikel wordt niet gewijzigd met het voorstel. Vuurwerk dat een particulier gedurende het jaar thuis opgeslagen heeft liggen wordt door het tijdelijk verbod dus niet geraakt. Dat vuurwerk mag die plaats echter niet verlaten. Het is immers ingevolge artikel 1.2.4, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit verboden om vuurwerk voorhanden te hebben. De daarop in andere jaren geldende uitzondering rondom de jaarwisseling (artikel 2.3.2, tweede lid, gelezen in samenhang met artikel 1.2.4, tweede lid, onder a) geldt dit jaar niet, nu artikel 2.3.2, tweede lid, van het Vuurwerkbesluit komt te vervallen. Daarmee is het dus niet toegestaan om vuurwerk op straat voorhanden te hebben. Daartegen kan dus handhavend worden opgetreden.
(2) Artikel 2.2.1 van het Vuurwerkbesluit
(3) De opslaglocatie Ulicoten is onderdeel van de Dienst Domeinen, waar twintig bunkers beschikbaar zijn voor de opslag van in beslag genomen vuurwerk tot deze wordt vernietigd.