Samenvatting advies over wijziging van de Wet BIG voor regieverpleegkundigen

Gepubliceerd op 17 januari 2020

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met onder meer het regelen van de regieverpleegkundige als basisberoep. De minister voor Medische Zorg heeft bekendgemaakt dat hij het wetsvoorstel niet indient bij de Tweede Kamer. Die mededeling is in een zogenoemd nader rapport op 17 januari 2020 gepubliceerd. Daarmee is ook het advies van de Afdeling advisering openbaar geworden.

Inhoud voorstel

De minister voor Medische Zorg stelde voor om een nieuwe beschermde beroepstitel op te nemen in de Wet BIG, namelijk die van de 'regieverpleegkundige'. Daarmee wilde de minister een onderscheid maken tussen mbo- en hbo-geschoolde verpleegkundigen. Mbo-verpleegkundigen zouden de titel verpleegkundige behouden en konden zich onder bepaalde voorwaarden inschrijven in het register voor regieverpleegkundigen. Om dat mogelijk te maken was in het wetsvoorstel een overgangsregeling opgenomen. De hbo-verpleegkundigen konden zich dan later regieverpleegkundigen noemen.

Redenen voor het voorstel

Met de invoering van het beroep regieverpleegkundige in de Wet BIG wilde de minister tegemoet komen aan de langjarige wens van de zorgsector om een onderscheid te maken tussen mbo- en hbo-opgeleide verpleegkundigen. Op deze manier zouden de hbo- en de mbo-opgeleide verpleegkundigen effectiever kunnen worden ingezet voor de taken waarvoor ze zijn opgeleid en waarin ze deskundig zijn en krijgen de mbo-verpleegkundigen doorgroeimogelijkheden, vond de minister. Ook wilde de minister verwachte tekorten op de arbeidsmarkt tegengaan en de veranderende zorgvraag en de technologische ontwikkelingen het hoofd bieden.

Noodzaak wetswijziging

De Afdeling advisering kan zich de wens om een onderscheid te maken tussen mbo- en hbo- opgeleide verpleegkundigen op zichzelf voorstellen. De ervaringen van ziekenhuizen die met functiedifferentiatie hebben geoefend zijn positief. Maar de vraag is of dat ertoe moet leiden dat de functie van de regieverpleegkundige als beschermd beroep wordt opgenomen in de Wet BIG. De Afdeling advisering meent op basis van de door de minister gegeven motivering van niet.

De Afdeling advisering wijst in het advies op de tweeledige doelstelling van de Wet BIG: het bewaken en het bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening en het beschermen van de patiënt tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren. Bepalend of een beroep wordt opgenomen in de Wet BIG is de vraag of een wettelijke regulering nodig is om patiënten goed te beschermen tegen onzorgvuldig handelen. Hoewel de wettelijke regeling van een beroep door beroepsorganisaties soms ervaren wordt als statusverhogend en als erkenning van de betekenis van een beroepsgroep, zijn status, erkenning en financieel-economische motieven geen reden voor opname in de Wet BIG. Hieruit volgt dat de Wet BIG niet bedoeld is voor functiedifferentiatie en dus geen passend middel is om onderscheid te maken tussen hbo-geschoolde en mbo-geschoolde verpleegkundigen.

Overgangsregeling

De vraag op welke manier wordt beslist welke zittende mbo-verpleegkundigen wel en welke niet in het register voor regieverpleegkundige ingeschreven kunnen worden, is voor alle zittende mbo-verpleegkundigen heel relevant. Om deze keuze te maken moet de wet duidelijke criteria bevatten. In de wet zouden deze criteria alsook een hardheidsclausule voor de uitzonderlijke gevallen opgenomen moeten worden.

Conclusie in het advies

De Afdeling advisering heeft een aantal bezwaren bij het voorstel en adviseert het voorstel niet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen, tenzij het is aangepast. De minister voor Medische Zorg heeft echter besloten het wetsvoorstel niet meer naar de Tweede Kamer te zenden.


Lees hier het volledige advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister.