Samenvatting advies over het differentiëren van de WW-premie naar het type contract

Gepubliceerd op 28 juni 2019

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft advies uitgebracht over het ontwerpbesluit dat het Besluit Wet financiering sociale verzekeringen (het Besluit Wfsv) wijzigt in verband met de premiedifferentiatie voor de WW.

Het advies is op 28 juni 2019 openbaar gemaakt.

Inhoud van het besluit

Iedere werkgever betaalt voor zijn werknemers een premie voor de Werkloosheidswet. Op dit moment is de hoogte van die WW-premie tijdens het eerste half jaar van werkloosheid afhankelijk van de sector waarin de werkgever is ingedeeld. Na dat half jaar geldt een algemeen vastgesteld premiepercentage.
Met de Wet arbeidsmarkt in balans wordt dit gewijzigd. De hoogte van de premie wordt vastgesteld al naar gelang het type contract waarop een werknemer aan het werk is. Het ontwerpbesluit regelt dat het verschil tussen het lage en hoge premiepercentage 5 procentpunten bedraagt. Dat betekent dat werkgevers voor vaste contracten het lage premiepercentage moeten betalen en voor flexibele contracten het hoge premiepercentage. Ook regelt het ontwerpbesluit wanneer het lage premiepercentage met terugwerkende kracht moet worden herzien naar het hoge premiepercentage.

Passende maatregel …

De Afdeling advisering is het met de regering eens dat het differentiëren van de premie naar het type contract een passende maatregel kan zijn om het aanbieden van een vast contract aantrekkelijker te maken. Bovendien zijn werknemers met een flexibel contract vaker werkloos. In de voorgestelde hogere premie die de werkgevers voor werknemers met flexibele contracten moeten betalen, komt dat verhoogde risico op werkloosheid tot uitdrukking.

... maar uitvoering is ingewikkeld

De organisaties die de voorgestelde maatregel moeten uitvoeren (de Belastingdienst en het UWV) hebben echter aangegeven dat de uitvoering problematisch zal zijn, en fraudegevoelig. De voorgestelde maatregel is in de praktijk ingewikkeld. Het UWV heeft aangegeven dat fouten op voorhand niet te voorkomen zijn. Daar zullen werkgevers mee worden geconfronteerd. Het burgerperspectief raakt hiermee op een tweede spoor.
De kans bestaat ook dat werkgevers het hoge premiepercentage en dus de hogere kosten zullen omzeilen door zzp-ers in dienst te nemen. Daardoor is niet duidelijk of het doel van de regeling wordt bereikt.

Monitoring

Bovendien is onduidelijk op welke manier de effecten van de regeling  kunnen worden gemonitord en geëvalueerd. Daardoor is het ook niet helder of het doel van de maatregel in de toekomst wél zal worden behaald.

Conclusie

De Afdeling advisering adviseert dan ook om de invoering van de premiedifferentiatie te heroverwegen.


Lees hier de volledige tekst van het advies van de Afdeling advisering en het nader rapport (de reactie) van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.