Geen verblijfsvergunning als je inburgeringsexamen niet haalt, tenzij dat onevenredig is

Gepubliceerd op 26 april 2019

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid mag een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf weigeren, als de vreemdeling het inburgeringsexamen niet heeft gehaald. Maar hij mag de vergunning niet weigeren als dat in het concrete geval onevenredig is.

Geen verblijfsvergunning als je inburgeringsexamen niet haalt, tenzij dat onevenredig is

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid mag een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf weigeren, als de vreemdeling het inburgeringsexamen niet heeft gehaald. Maar hij mag de vergunning niet weigeren als dat in het concrete geval onevenredig is. Dat blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (26 april 2019).

Achtergrond

Het gaat in de twee zaken om twee vreemdelingen die een tijdelijke verblijfsvergunning hadden voor verblijf bij een familie- of gezinslid. Toen zij na ruim vijf jaar een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf aanvroegen, wees de staatssecretaris die af, omdat de vreemdelingen het inburgeringsexamen niet hadden gehaald.

Weigeren mag, tenzij dat onevenredig is

De staatssecretaris mag een verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf weigeren als de vreemdeling het inburgeringsexamen niet heeft gehaald. Maar de verplichting om zo'n inburgeringsexamen te halen mag niet verder gaan dan nodig is om het doel ervan te bereiken, namelijk om de integratie van vreemdelingen makkelijker te maken. Als een vreemdeling bijvoorbeeld bewijst dat hij er alles aan gedaan heeft om het examen te halen, maar dat het desondanks niet gelukt is, mag de staatssecretaris de vergunning niet meer weigeren.

Prejudiciële vragen

De Afdeling bestuursrechtspraak stelde het Hof van Justitie in Luxemburg in mei en augustus 2017 zogenoemde prejudiciële vragen over deze zaken. Ze wilde van het Hof van Justitie onder meer weten of de regeling in het Nederlandse Vreemdelingenbesluit 2000, waarbij de aanvraag moet worden afgewezen als het inburgeringsexamen niet is gehaald, in overeenstemming is met de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn. Het Hof van Justitie beantwoordde die vragen in november 2018 in beginsel bevestigend.


Lees de volledige tekst van de uitspraken met zaaknummers 201600860/2 en  201703695/3.