Provincie Zuid-Holland moet opnieuw beslissen over sportwinkels buiten centrum Schiedam en Den Haag

Gepubliceerd op 27 maart 2019

Het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland moet opnieuw beslissen of het een uitzondering maakt voor twee nieuwe grootschalige sportwinkels buiten de stadscentra van Schiedam en Den Haag. Het gaat om twee vestigingen van Decathlon.

De provincie greep in bij bestemmingsplannen van beide gemeenten die nieuwe grootschalige sportdetailhandel buiten stadscentra toestaan, omdat dat niet past in provinciale regels. De nieuwste versie van deze regels van de provincie is in orde. Maar de provincie moet als ze wil ingrijpen wel een afweging maken van alle belangen, en daarbij de ontheffingsmogelijkheid op de regels ruimer opvatten. Zo’n afweging heeft de provincie nu niet gemaakt. Dat staat in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (27 maart 2019).

Regels voor winkels buiten stadscentra in principe in orde…

De provincie Zuid-Holland hanteert de regel dat de meeste nieuwe winkels alleen binnen stadscentra of in bestaande winkelcentra mogen komen. Daarbuiten mag alleen grootschalige detailhandel komen die niet in een centrum past, zoals winkels die auto’s, boten en bouwmaterialen verkopen. De provincie wilde Schiedam en Den Haag geen ontheffingen van de bestaande regels verlenen voor de grootschalige sportwinkels en greep in op de bestemmingsplannen van Schiedam en Den Haag met zogenoemde reactieve aanwijzingen. Hiermee 'blokkeert' de provincie de bestemmingsplannen. Reden voor Den Haag, Schiedam en Decathlon om in beroep te komen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. Volgens hen handelde de provincie met haar besluiten in strijd met de Europese Dienstenrichtlijn.

In de uitspraken van vandaag oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak dat de regeling die nieuwe detailhandel buiten stads- en bestaande winkelcentra verbiedt, in principe door de beugel kan. De provincie mag ook optreden om gemeenten aan die regeling te houden. De Afdeling bestuursrechtspraak leidt dit af uit de antwoorden van het Hof van Justitie in Luxemburg op een aantal vragen over de Dienstenrichtlijn in een juridische procedure die eerder bij haar speelde over een kwestie in de gemeente Appingedam.

…maar de provincie moet de ontheffingsmogelijkheid op de regels ruimer opvatten

Toch moet de provincie nieuwe besluiten nemen over de sportwinkels in Den Haag en Schiedam. Als de provincie besluit in te grijpen in bestemmingsplannen van gemeenten, moet ze alle belangen die in een concreet geval een rol spelen zorgvuldig afwegen. Daarbij moet zij meenemen dat de ontheffingsmogelijkheid op de regels vanwege de Europese Dienstenrichtlijn ruimer moet worden opgevat. In deze gevallen heeft de provincie zo’n afweging niet gemaakt. Ze moet nu met zo’n afweging beoordelen of ze ontheffingen van de provinciale regels kan verlenen voor de nieuwe winkels. Tot die tijd mogen de gemeenten Schiedam en Den Haag geen gebruik maken van de bestemmingsplannen voor de nieuwe winkels, aldus de Afdeling bestuursrechtspraak.

Bestemmingsplan voor winkels bij stadion Den Haag

De Afdeling bestuursrechtspraak doet vandaag ook uitspraak in zaaknummer 201404344/1, over de reactieve aanwijzing die de provincie gaf voor het bestemmingsplan 'Forepark-A4-A12' van de gemeente Den Haag. Dat bestemmingsplan ziet op het bedrijventerrein Forepark en de omgeving rond het voetbalstadion. De Afdeling bestuursrechtspraak laat in die zaak de betrokken provinciale regels over beperkingen aan perifere detailhandel buiten toepassing, wegens strijd met de Dienstenrichtlijn omdat die regels niet coherent waren. De Afdeling bestuursrechtspraak vernietigt daarom de reactieve aanwijzing voor dat bestemmingsplan. Dit betekent dat er nu van de mogelijkheden van het bestemmingsplan voor detailhandel gebruik kan worden gemaakt.


Volledige tekst van de uitspraken

Lees hier de volledige uitspraak met zaaknummers 201500432/1, 201500589/1, 201602379/1 en 201604429/1 en de volledige uitspraak met zaaknummer 201404344/1.