Uitspraak 201609903/1/A2


Volledige tekst

201609903/1/A2.
Datum uitspraak: 13 januari 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de vereniging LPF Leeuwarden, gevestigd te Leeuwarden,
appellante,

en

de Kiesraad, handelend als centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (hierna: het centraal stembureau),
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 21 december 2016 heeft het centraal stembureau op verzoek van de politieke groepering Vereniging voor Niet-Stemmers de aanduiding ‘Niet Stemmers’ ingeschreven in het register van aanduidingen ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Tegen dit besluit heeft LPF Leeuwarden beroep ingesteld.

Het centraal stembureau heeft een verweerschrift ingediend.

De Vereniging voor Niet-Stemmers heeft, daartoe in de gelegenheid gesteld, een schriftelijke uiteenzetting ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 5 januari 2017, waar LPF Leeuwarden, vertegenwoordigd door H. Wiersma en drs. E.H. Vrouwe, en het centraal stembureau, vertegenwoordigd door mr. W.A.E. Brüheim, zijn verschenen. Voorts is ter zitting de Vereniging voor Niet-Stemmers, vertegenwoordigd door mr. J.P. Plasman, gehoord.

Overwegingen

1. Op 22 november 2016 heeft LPF Leeuwarden het verzoek ingediend om de in het register voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal geregistreerde aanduiding ‘NEDERLANDSE KLOKKENLUIDERSPARTIJ (NKP)’ te wijzigen in de aanduiding ‘Club van niet kiezers’. Op 23 november 2016 heeft de Vereniging voor Niet-Stemmers het verzoek ingediend om in het register de aanduiding ‘Niet Stemmers’ in te schrijven. Bij besluit van 21 december 2016 heeft het centraal stembureau beide aanduidingen geregistreerd. Tegen de registratie van de aanduiding ‘Niet Stemmers’ heeft LPF Leeuwarden beroep ingesteld.

2. LPF Leeuwarden betoogt dat het centraal stembureau het verzoek van de Vereniging van Niet-Stemmers ten onrechte heeft ingewilligd, omdat de aanduiding ‘Niet Stemmers’ in hoofdzaak overeenstemt met de door LPF Leeuwarden geregistreerde aanduiding ‘Club van niet kiezers’ en daardoor verwarring te duchten is. Ook is de aanduiding misleidend, aldus LPF Leeuwarden.

2.1. Artikel G 1, vierde lid, van de Kieswet bevat een limitatieve opsomming van gronden die kunnen en moeten leiden tot afwijzing van het verzoek om registratie van een aanduiding. Indien die weigeringsgronden niet van toepassing zijn, moet het centraal stembureau de aanduiding registreren. Dat betekent dat het centraal stembureau, ondanks het verzoek van LPF Leeuwarden daartoe, niet zelfstandig wijzigingen in de te registreren aanduiding kan aanbrengen.

2.2. Bij beantwoording van de vraag of een aanduiding in hoofdzaak overeenstemt met een reeds geregistreerde aanduiding van een andere politieke groepering, als bedoeld in artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder b, van de Kieswet, moet de gehele aanduiding in aanmerking worden genomen. Derhalve moet worden bezien of de aanduiding ‘Niet Stemmers’ in hoofdzaak overeenstemt met de aanduiding ‘Club van niet kiezers’.

Het centraal stembureau heeft terecht geen aanleiding gezien om het verzoek om registratie van de aanduiding ‘Niet Stemmers’ af te wijzen. De woorden ‘Stemmers’ en ‘kiezers’ verschillen wezenlijk van elkaar en hebben een ander woordbeeld. Ook fonetisch komen deze woorden niet met elkaar overeen. Daarnaast bevat de aanduiding ‘Club van niet kiezers’ de woorden ‘Club’ en ‘van’, die in de aanduiding ‘Niet Stemmers’ ontbreken. Het woord ‘niet’ komt weliswaar in beide aanduidingen voor, maar is, zoals het centraal stembureau terecht heeft gesteld, niet zodanig bepalend dat daardoor verwarring te duchten is. Voor zover LPF Leeuwarden ter zitting heeft aangevoerd dat de betekenissen van de woorden ‘kiezers’ en ‘stemmers’ overeenkomen en het centraal stembureau om die reden het verzoek om registratie van de aanduiding ‘Niet Stemmers’ had moeten afwijzen, heeft het centraal stembureau zich terecht op het standpunt gesteld dat het niet op zijn weg ligt om de betekenissen van aanduidingen te duiden. De aanduidingen onderscheiden zich voldoende van elkaar en de aanduiding ‘Niet Stemmers’ stemt in hoofdzaak niet overeen met de door LPF Leeuwarden geregistreerde aanduiding ‘Club van niet kiezers’.

2.3. Niet aannemelijk is dat door de registratie van de aanduiding ‘Niet Stemmers’ naast de aanduiding ‘Club van niet kiezers’, bij de kiezer de indruk zal ontstaan dat beide politieke groeperingen op enigerlei wijze met elkaar verbonden zijn, waardoor een situatie ontstaat die anderszins misleidend kan worden geacht voor de kiezers, als bedoeld in artikel G 1, vierde lid, aanhef en onder c, van de Kieswet. Het centraal stembureau heeft in dit verband terecht van belang geacht dat beide aanduidingen in bestanddelen, woordbeeld en fonetiek wezenlijk van elkaar verschillen, zodat daaruit in ieder geval geen verbondenheid blijkt. Voorts heeft het centraal stembureau terecht in aanmerking genomen dat de aanduiding ‘Club van niet kiezers’ gelijktijdig met de aanduiding ‘Niet Stemmers’ in het register is ingeschreven en dat LPF Leeuwarden om die reden met haar aanduiding nog geen grote landelijke bekendheid had verworven.

2.4. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat het betoog van LPF Leeuwarden niet slaagt.

3. Het beroep is ongegrond.

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. D.A.C. Slump, voorzitter, en mr. C.H.M. van Altena en mr. N. Verheij, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Rijsdijk, griffier.

w.g. Slump w.g. Rijsdijk
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 13 januari 2017

705.