Uitgebreide toelichting toetsingskader juridische aspecten


Hierbij kijkt de Afdeling advisering naar de verhouding van de maatregelen in het Klimaatplan tot het nationale, Europese en internationale recht.

Nationaal (klimaat)recht

Centraal staat hier uiteraard de Klimaatwet. Als dat nodig is, dan betrekt de Afdeling advisering bij haar beoordeling van het Klimaatplan en de voorgestelde maatregelen ook overige nationale wetgeving.

Europees (klimaat)recht

Op Europees niveau kijkt de Afdeling advisering bijvoorbeeld naar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dat verdrag regelt onder andere het vrij verkeer van goederen en de economische mededinging en bevat bepalingen over milieubeheer. Daarbij kunnen ook de rechten aan de orde komen die zijn opgenomen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Ook betrekt de Afdeling advisering verschillende meer specifieke Europese verordeningen en richtlijnen over het tegengaan van klimaatverandering, zoals bijvoorbeeld de:

  • Governance-verordening;
  • Richtlijn voor de handel in broeikasgasemissierechten (EU Emissions Trading System: EU ETS);
  • Verordening betreffende bindende jaarlijkse broeikasgasemissiereducties door Lidstaten (niet-ETS-sectoren);
  • Richtlijn ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen;
  • Richtlijn betreffende energie-efficiëntie.

Internationaal klimaatrecht

De Afdeling advisering kijkt zo nodig ook naar de verhouding tussen de maatregelen in het Klimaatplan en de drie mondiale klimaatverdragen: het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, het Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de Klimaatovereenkomst van Parijs. Zoals bijvoorbeeld in het advies van de Afdeling advisering van 15 december 2016 over de Klimaatwet.