Werkafspraken met Financiën


De Afdeling advisering van de Raad van State is in de Wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) aangewezen als onafhankelijke instantie belast met het toezicht op de naleving van Europese begrotingsregels. Dat vloeit voort uit het Verdrag inzake Stabiliteit, Coördinatie en Bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening 473/2013/EU.

Het is de taak van het onafhankelijke begrotingstoezicht om publiek toegankelijke beoordelingen op te stellen over de vraag of een lidstaat voldoet aan de Europese begrotingsafspraken. Het opstellen van onafhankelijke ramingen en analyses is in Nederland bij het Centraal Planbureau (CPB) belegd. De Afdeling Advisering kan bij haar beoordelingen gebruik maken van deze ramingen en analyses. Op deze wijze wordt een doelmatige taakverdeling gerealiseerd tussen de normatieve toetsing van de naleving van begrotingsafspraken en het opstellen van onafhankelijke prognoses en analyses. De Afdeling advisering en het CPB hebben over hun onderlinge samenwerking werkafspraken gemaakt.

Voor een adequate invulling van het onafhankelijke begrotingstoezicht acht de Afdeling advisering het van belang dat dit aansluit bij de belangrijkste momenten in de nationale begrotingscyclus. De Afdeling advisering zal daarom minimaal twee keer per jaar – in het voorjaar en de nazomer – een beoordeling uitbrengen. Dit sluit aan bij de praktijk die zich de afgelopen een à twee jaar in vrijwel alle eurolanden heeft ontwikkeld.

De beoordeling zal plaatsvinden met behulp van het jaarlijks in maart gepubliceerde Centraal Economisch Plan van het CPB en het Stabiliteitsprogramma dat de regering vóór 30 april naar de Europese Commissie moet sturen. Een tweede beoordeling van het voorziene budgettaire beeld, inclusief het voorgenomen beleid voor het komende jaar, vindt vervolgens plaats in september op basis van het economische en budgettaire beeld in de Macro Economische Verkenning en de Miljoenennota.

Om te komen tot een tijdige, zorgvuldige en juiste beoordeling is samenwerking met het ministerie van Financiën over onder meer de informatieverstrekking en tijdige aanlevering van de relevante begrotingsstukken een voorwaarde. Voorts acht de Afdeling advisering het wenselijk om haar voorlopige bevindingen te toetsen aan de reactie van de minister.

Aangezien de beschikbare tijd steeds beperkt zal zijn, maken de minister van Financiën en de Afdeling advisering om het proces goed en tijdig te laten verlopen de volgende werkafspraken:

1) Tijdige informatie Voor de kwaliteit van advisering en beoordeling van de begroting door de Afdeling advisering is het van groot belang dat te beoordelen stukken tijdig worden ontvangen, zowel in het voorjaar als in augustus. De Afdeling advisering ontvangt een conceptversie van het Stabiliteitsprogramma rond 1 april. Uiterlijk op 31 augustus ontvangt de Afdeling advisering de ontwerpbegrotingen en de Ontwerp-Miljoenennota. De Afdeling advisering heeft er begrip voor dat dit op 31 augustus voor budgettaire cijfers voor het begrotingsjaar die nog worden beïnvloed door budgettaire besluitvorming in de tweede helft van augustus, nog conceptcijfers zijn, omdat de finale berekeningen van het CPB nog moeten worden verwerkt. Voor de beoordeling als toezichthouder is het echter noodzakelijk dat de beschikbare en precieze cijfers zoveel mogelijk zijn ingevuld op het moment van aanbieden. Van de zijde van het ministerie zal hier naar vermogen aan worden voldaan.

2) Nadere informatie Om het toezicht op naleving van begrotingsregels door de Afdeling advisering adequaat te kunnen vervullen, is het noodzakelijk dat in de voorgelegde publicaties van het ministerie alle te beoordelen variabelen zijn opgenomen en worden toegelicht. In het bijzonder gaat het daarbij om:

  • Cijfers die het mogelijk maken om te beoordelen of de begroting voldoet aan de regels voor het feitelijke begrotingssaldo, het structurele begrotingssaldo, het schuldcriterium en de zogenoemde uitgavenbenchmark. Naast de cijfers van het CPB dienen ook de te beoordelen cijfers volgens het ministerie van Financiën beschikbaar te zijn.
  • Informatie en toelichting over de uitgavenontwikkeling in de tijd (de zogenoemde horizontale ontwikkeling), zowel over het recente verleden als in de meerjarenramingen.
  • Informatie over de voortgang van ombuigingspakketten, ook qua oploop en onderbouwing van de budgettaire opbrengst op middellange termijn. Dit geldt a fortiori in een situatie waarin op grond van Verordening 473/2013/EU en de wet Hof het opstellen van een herstelplan is vereist, gelet op de plicht van de nationale toezichthouder om de voortgang daarvan te bewaken.

3) Hoor en wederhoor Om de kwaliteit en de zorgvuldigheid van de op te stellen beoordeling te verzekeren, zal de Afdeling advisering de Minister van Financiën in de gelegenheid stellen om commentaar te leveren alvorens een beoordeling definitief wordt vastgesteld. De termijnen hiervoor zullen kort zijn en vragen van zowel de Afdeling advisering als aan de regering een strakke planning. De Afdeling advisering zal in de uiteindelijke beoordeling de van de zijde van de regering gemaakte opmerkingen en de reactie daarop weergeven.

4) Communicatie De Afdeling advisering zal zo snel mogelijk na de vaststelling van de te beoordelen stukken haar definitieve beoordeling vaststellen en deze aan de regering doen toekomen. De Afdeling advisering zal de beoordeling eveneens aan de bevoegde instantie van de Europese Unie doen toekomen. De Minister van Financiën zal de beoordeling tezamen met het Stabiliteitsprogramma of de Miljoenennota doorgeleiden naar de Staten-Generaal.

5) Openbaarmaking De Afdeling advisering maakt de beoordeling op de website van de Raad van State openbaar.

6) Horen over herstelplan Bij het horen van de Afdeling advisering over een herstelplan als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de wet Hof zijn de bepalingen van de Wet op de Raad van State over de adviezen van de Afdeling advisering van overeenkomstige toepassing.

7) Publicatie werkafspraken De gemaakte werkafspraken tussen het ministerie van Financiën en de Afdeling advisering van de Raad van State worden openbaar gemaakt.

8) Evaluatie Op basis van de ervaringen wordt periodiek bezien of de werkafspraken moeten worden aangevuld of gewijzigd.