Uitspraak 201701469/1/R3


Volledige tekst

201701469/1/R3.
Datum uitspraak: 17 januari 2018

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V., gevestigd te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, en andere (hierna: Unibail Rodamco en andere),
appellanten,

en

de raad van de gemeente Den Haag,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 december 2016 heeft de raad het bestemmingsplan "partiële herziening bestemmingsplan Forepark A4-A12 (Kyocera Stadion)" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Unibail Rodamco en andere beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

Unibail Rodamco en andere en de raad hebben nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 december 2017, waar Unibail Rodamco en andere, vertegenwoordigd door mr. E. Haverkamp en mr. M.C.T.M. Sonderegger, beiden advocaat te Rotterdam, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.C. Remeijer-Schmitz en mr. R. Sakkee, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1. Bij besluit van 20 februari 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" vastgesteld.

Blijkens de verbeelding van dat plan zijn de gronden van en rondom het Kyocera-stadion bestemd als "Gemengd-1" en "Gemengd-2".

Artikel 7, lid 7.1, van de planregels van het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" luidt:

"De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

culturele voorzieningen;

[…]"

Artikel 8, lid 8.1, van de planregels luidt:

"De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

[…]

culturele voorzieningen;

[…]".

Artikel 1 luidt:

"In deze regels wordt verstaan onder:

[…]

1.29 culturele voorzieningen:

voorzieningen op het gebied van kunst en cultuur, zoals theaters, schouwburgen, concertzalen, ruimten voor het beoefenen van muziek of andere kunstuitingen, bioscopen, filmhuizen en musea met inbegrip van bijbehorende voorzieningen, alsmede tentoonstellingsruimten en werk- en presentatieruimten ten behoeve van kunstenaars.

[…]"

1.1. Blijkens de verbeelding van het bestreden plan zijn de gronden van en rondom het Kyocera-stadion bestemd als "Gemengd-1" en "Gemengd-2".

Artikel 1 van de planregels luidt:

"Het bestemmingsplan Forepark-A4-A12, op 20 februari 2014 vastgesteld bij raadsbesluit 23, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0518.BP0259HForepark-50VA met de bijbehorende regels en bijlagen, wordt als volgt gewijzigd:

a. In artikel 7.5 (Gemengd-1) wordt sub h toegevoegd: ‘een bioscoop is slechts toegestaan indien binnen het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg niet reeds op een andere locatie juridisch-planologisch een bioscoop mogelijk is gemaakt danwel is gerealiseerd, met dien verstande dat slechts één bioscoop in dit stadsdeel is toegestaan met een totale capaciteit van maximaal 2.500 stoelen.’

b. In artikel 8.4 (Gemengd-2) wordt sub c toegevoegd: ‘een bioscoop is slechts toegestaan indien binnen het stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg niet reeds op een andere locatie juridisch-planologisch een bioscoop mogelijk is gemaakt danwel is gerealiseerd, met dien verstande dat slechts één bioscoop in dit stadsdeel is toegestaan met een totale capaciteit van maximaal 2.500 stoelen.’"

1.2. In paragraaf 1.1 van de plantoelichting van het bestreden plan is vermeld dat naar verwachting binnenkort een omgevingsvergunning wordt verleend voor de realisatie van een multiplexbioscoop op een onbebouwd perceel tussen de Guldenlaan en de rijksweg A12 in Den Haag, ten westen van station Ypenburg. De nieuwe bioscoop krijgt de beschikking over in totaal 11 filmzalen in combinatie met horecavoorzieningen. Aangezien het niet wenselijk is dat er zich op zo'n korte afstand van elkaar twee bioscopen zouden vestigen, is een aanpassing van het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" ter plaatse van het Kyocera-stadion volgens de raad noodzakelijk.

In paragraaf 1.2 van de plantoelichting is vermeld dat het doel van het plan is het slechts onder voorwaarden mogelijk maken dat er een bioscoop wordt gerealiseerd ter plaatse van het Kyocera-stadion.

In paragraaf 1.3 staat dat het plan gedeeltelijk het door de raad op 20 februari 2014 vastgestelde bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" vervangt.

1.3. Het beroep is ingesteld door "Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V., Kinepolis Group N.V. en Utopia Nederland B.V. en/of één of meerdere aan haar gelieerde vennootschappen".

Unibail Rodamco Nederland Winkels B.V. is eigenaar van winkelcentrum Leidsenhage te Leidschendam-Voorburg. Dit winkelcentrum wordt herontwikkeld en getransformeerd tot "Mall of the Netherlands". Het bestemmingsplan "Leidsenhage" (vastgesteld bij besluit van 15 september 2015) voorziet ter plaatse onder meer in de realisatie van een (mega)bioscoop van maximaal 6.500 m2 bvo. Naar verwachting zal deze bioscoop in april 2019 in gebruik worden genomen. Unibail Rodamco en andere stellen dat Kinepolis Group N.V. deze bioscoop zal gaan exploiteren, terwijl Utopia Nederland B.V. een bioscoop in Zoetermeer exploiteert en Kinepolis ook in Utrecht.

Unibail Rodamco en andere komen op als concurrenten en zien de mogelijkheid van een bioscoop bij het Kyocera stadion (thans: Cars Jeans stadion), alsook de voorziene bioscoop ten westen van station Ypenburg te Den Haag, waarvoor het college van burgemeester en wethouders van Den Haag bij besluit van 19 december 2016 een omgevingsvergunning heeft verleend in afwijking van de bestemmingsplannen "Ypenburg Nootdorp" en "Ypenburg Nootdorp 3e herziening", als mogelijke bedreigingen voor de exploitatie van de voorziene megabioscoop in Leidsenhage en van hun bioscopen in Zoetermeer en Utrecht. De omgevingsvergunning van 19 december 2016 is nog niet onherroepelijk.

Procesbelang

2. Daargelaten of Unibail Rodamco en andere zijn aan te merken als belanghebbenden in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), alsmede of artikel 8:69a van de Awb in de weg zou staan aan een inhoudelijke beoordeling van de betogen, overweegt de Afdeling als volgt.

3. Volgens het aanvullend beroepschrift vrezen Unibail Rodamco en andere "voor aanzienlijk nadelige gevolgen vanwege het feit dat (onder voorwaarden) wordt voorzien in de planologische mogelijkheid van een extra bioscoop in de directe nabijheid van de bioscopen in de 'Mall of the Netherlands', Zoetermeer en Utrecht." Zij verzoeken het beroep gegrond te verklaren, de vaststelling van het bestemmingsplan te vernietigen en de raad op te dragen het bestemmingsplan op zodanige wijze te herzien dat geen planologische mogelijkheid voor een megabioscoop (meer) wordt geboden binnen dit plangebied.

Volgens hun nadere memorie beogen zij met het beroep te bereiken dat het bevoegde gezag niet langer een planologische mogelijkheid biedt voor een extra bioscoop, nu in de periode tussen de vaststelling van het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" en de herziening daarvan, met het bestemmingsplan "Leidsenhage" een nieuwe bioscoop bij de 'Mall of the Netherlands' planologisch mogelijk is gemaakt. Indien zij niet zouden opkomen tegen het bestreden bestemmingsplan, wordt de planologische mogelijkheid van een bioscoop bij het Kyocera Stadion onherroepelijk, aldus Unibail Rodamco en andere.

3.1. Hoewel blijkens de verbeelding van het bestreden plan de gronden van en rondom het Kyocera-stadion zijn bestemd als "Gemengd-1" en "Gemengd-2", bevatten de regels van het plan geen omschrijving van deze bestemmingen. Op grond van artikel 1 van de planregels wordt het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" louter aldus gewijzigd dat in artikel 7, lid 7.5 (Gemengd-1), van de planregels een onderdeel sub h wordt toegevoegd, terwijl in artikel 8, lid 8.4 (Gemengd-2), van de planregels een onderdeel sub c wordt toegevoegd. De planregels van het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" worden niet opnieuw vastgesteld of van overeenkomstige toepassing verklaard.

Het bestreden plan strekt derhalve niet tot het opnieuw, gewijzigd, vaststellen van het gehele bestemmingsplan "Forepark - A4-A12", maar alleen tot het wijzigen van de artikelen 7, lid 7.5, en 8, lid 8.4, van de regels van dit plan. Het bestreden plan heeft dan ook niet tot strekking om ter plaatse opnieuw een bioscoop mogelijk te maken, maar uitsluitend om een nadere voorwaarde te verbinden aan de reeds op grond van het onherroepelijke bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" bestaande mogelijkheid om ter plaatse van het Kyocera-stadion een bioscoop te realiseren.

3.2. Het betoog van Unibail Rodamco en andere dat, indien zij niet zouden opkomen tegen het bestreden bestemmingsplan, de planologische mogelijkheid van een bioscoop bij het Kyocera Stadion onherroepelijk wordt, kan gelet hierop niet worden gevolgd. Het bestemmingplan "Forepark - A4-A12", dat het plan is dat in deze mogelijkheid voorziet, is immers reeds onherroepelijk.

3.3. Het door Unibail Rodamco en andere met deze procedure nagestreefde doel, dat geen planologische mogelijkheid voor een megabioscoop meer wordt geboden binnen dit plangebied, kan met deze procedure niet worden bereikt.

Vernietiging van het bestreden plan leidt er immers niet toe dat de op grond van het onherroepelijke bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" bestaande mogelijkheid van een bioscoop bij het Kyocera Stadion vervalt. Vernietiging van het bestreden plan zou juist betekenen dat de mogelijkheden van een bioscoop bij het Kyocera Stadion worden verruimd, omdat de nadere voorwaarde die het bestreden plan daaraan verbindt dan vervalt.

Tevens neemt de Afdeling in aanmerking dat Unibail Rodamco en andere geen verzoek om herziening van het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" hebben ingediend bij de raad. Het door Unibail Rodamco en andere aan de Afdeling gedane verzoek de raad op te dragen het bestreden plan aldus te herzien dat geen planologische mogelijkheid meer wordt geboden voor een megabioscoop in het plangebied − welk verzoek erop neerkomt dat het bestemmingsplan "Forepark - A4-A12" in wezenlijk ander opzicht zou moeten worden herzien dan de raad bij het bestreden plan heeft gedaan − gaat dan ook de omvang van deze procedure te buiten.

Conclusie

4. Gelet op het voorgaande is het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.

5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. J.C. Kranenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Kuipers, griffier.

w.g. Kranenburg w.g. Kuipers
lid van de enkelvoudige kamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 17 januari 2018

271.