Uitspraak 201604826/2/A3


Volledige tekst

201604826/2/A3.
Datum uitspraak: 15 november 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2016 in zaak nr. 15/3276 in het geding tussen:

[appellant]

en

het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven.

Procesverloop

Op 5 juli 2017 heeft de Afdeling een tussenuitspraak gedaan. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Naar aanleiding van deze tussenuitspraak heeft het college bij besluit van 14 augustus 2017 een nieuw besluit op bezwaar genomen teneinde het besluit op bezwaar van 23 februari 2015 met inachtneming van de tussenuitspraak te herstellen. Het college heeft het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar gegrond verklaard en het college heeft besloten alsnog de in het besluit op bezwaar genoemde documenten, al dan niet gedeeltelijk, openbaar te maken.

[appellant] heeft een zienswijze ingediend.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. [appellant] heeft in zijn zienswijze te kennen gegeven dat hij zich met het besluit van 14 augustus 2017 kan verenigen. Gelet hierop is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, ontstaan waarop nog dient te worden beslist.

2. Gelet op hetgeen in de tussenuitspraak is overwogen is het hoger beroep gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 23 februari 2015 van het college alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt voor vernietiging in aanmerking.

3. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 12 mei 2016 in zaak nr. 15/3276;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;

IV. vernietigt het besluit van het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven van 23 februari 2015, kenmerk CvB 2015/1558825;

V. gelast dat het college van bestuur van de Technische Universiteit Eindhoven aan W. [appellant] het door hem betaalde griffierecht ten bedrage van € 418,00 (zegge: vierhonderdachttien euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. J.Th. Drop, leden, in tegenwoordigheid van mr. D. Rietberg, griffier.

w.g. Van Altena w.g. Rietberg
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 15 november 2017

725.