Uitspraak 201509192/1/A3


Volledige tekst

201509192/1/A3.
Datum uitspraak: 24 mei 2017

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellant], wonend te [woonplaats],

tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 28 oktober 2015 in zaak nr. 15/3043 in het geding tussen:

[appellant]

en

de staatssecretaris van Financiën.

Procesverloop

Bij besluit van 26 november 2014 heeft de staatssecretaris op een verzoek van [appellant] om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: de Wob) twee werkinstructies gedeeltelijk openbaar gemaakt.

Bij besluit van 12 maart 2015 heeft de staatssecretaris het daartegen door [appellant] gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 28 oktober 2015 heeft de rechtbank het daartegen door [appellant] ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.

De staatssecretaris heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

[appellant] heeft de Afdeling toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) om kennis te nemen van de niet openbaar gemaakte passages in de werkinstructies.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 12 april 2017, waar [appellant] en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. M.A.G. Stolker, mr. W.J.G. van Duijn en mr. J. de Groot, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Bij brief van 6 oktober 2014 heeft [appellant] de staatssecretaris op grond van de Wob verzocht om hem alle documenten over het omgaan met vertrouwelijke informatie bij de Belastingdienst te verstrekken. Bij het besluit van 26 november 2014 heeft de staatssecretaris twee werkinstructies over de postverwerking bij de Belastingdienst gedeeltelijk openbaar gemaakt. De staatssecretaris heeft openbaarmaking van een aantal passages in deze werkinstructies achterwege gelaten onder meer omdat openbaarmaking van die passages de staatsveiligheid zou kunnen schaden. [appellant] is het niet eens met gedeeltelijke openbaarmaking. Volgens hem kan openbaarmaking van een werkinstructie nooit de staatsveiligheid schaden.

2. [appellant] betoogt dat de rechtbank ten onrechte het standpunt van de staatssecretaris heeft onderschreven dat openbaarmaking van evenbedoelde passages de staatsveiligheid zou kunnen schaden. Hiertoe voert hij aan dat aan de werkinstructies geen classificatie zoals dienstgeheim, vertrouwelijk, geheim of zeer geheim is toegekend en derhalve iedere medewerker van de Belastingdienst van de werkinstructies kennis kan nemen. Dit betekent dat er voor een medewerker geen consequenties aan zijn verbonden indien deze medewerker derden van de werkinstructies kennis laat nemen. Derhalve staat niets aan volledige openbaarmaking in de weg, aldus [appellant].

2.1. Artikel 10, eerste lid, van de Wob luidt: "Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:

[…]

b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden;

[…]."

2.2. De Afdeling heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb kennis genomen van de niet openbaar gemaakte passages in de werkinstructies en is op grond daarvan met de staatssecretaris en de rechtbank van oordeel dat openbaarmaking van die passages de staatsveiligheid zou kunnen schaden. Voor de beoordeling of openbaarmaking de staatsveiligheid zou kunnen schaden is de inhoud van die passages doorslaggevend, niet het ontbreken van de door [appellant] bedoelde classificatie. Dat alle medewerkers van de Belastingdienst kennis kunnen nemen van die passages, is niet op een lijn te stellen met openbaarmaking van die passages voor een ieder.

Het betoog faalt.

3. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.

4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. F.D. van Heijningen, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, griffier.

w.g. Borman w.g. Hartsuiker
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 24 mei 2017

620.