Uitspraak 201505808/4/R6


Volledige tekst

201505808/4/R6.
Datum uitspraak: 7 september 2016

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant sub 1A], [appellante sub 1B] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dierenpension Zwolle B.V, wonend onderscheidenlijk gevestigd te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sauna Swoll B.V. en anderen, gevestigd onderscheidenlijk wonend te Zwolle
3. [appellant sub 3] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
4. [appellante sub 4], gevestigd te [plaats], waarvan de maten zijn [maat A] en [maat B] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellante sub 4]),
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Karba Rekreatiecentrum B.V. en [appellant sub 5], gevestigd onderscheidenlijk wonend te [woonplaats],
6. [appellante sub 6A] en [appellant sub 6B], gevestigd onderscheidenlijk wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellante sub 6]),
7. [appellante sub 7], gevestigd te [plaats], waarvan de maten zijn [maat A] [maat B], [maat C] en [maat D] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellante sub 7]),
8. [appellant sub 8], wonend te [woonplaats],
9. [appellant sub 9], wonend te [woonplaats],
10. [appellant sub 10], wonend te [woonplaats],
11. [appellant sub 11], wonend te [woonplaats],

en

de minister van Infrastructuur en Milieu,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 15 juni 2015 heeft de minister het tracébesluit "N35 Zwolle-Wijthmen" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1A], [appellante sub 1B] en het dierenpension, Sauna Swoll en anderen, [appellant sub 3] en anderen, [appellante sub 4], Karba Rekreatiecentrum en [appellant sub 5], [appellante sub 6], [appellante sub 7], [appellant sub 8], [appellant sub 9], [appellant sub 10] en [appellant sub 11] beroep ingesteld.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 18 januari 2016, waar Sauna Swoll en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden] en bijgestaan door mr. H.A. Pasveer, advocaat te ‘s-Hertogenbosch, [appellant sub 3] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigden], [appellante sub 7], vertegenwoordigd door [gemachtigde] en bijgestaan door mr. J. de Vet, [appellant sub 8], [appellant sub 10], bijgestaan door mr. J.M.M. Kroon, advocaat te Wageningen, [appellant sub 11], bijgestaan door mr. J.M.M. Kroon, advocaat te Wageningen, en B.J. Kootstra, en de minister vertegenwoordigd door mr. A. Dane, werkzaam bij het ministerie, bijgestaan door A.F.J.M. Hendricks LLB, ir. A.A. van Beuzekom, N.B. Elsinghorst, D.H. Kistemaker en ing. P.F.T. Hermsen MSc, zijn verschenen.

Buiten bezwaren van partijen zijn ter zitting nog stukken in het geding gebracht.

Bij tussenuitspraak van 24 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:503, heeft de Afdeling de minister opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het daarin omschreven gebrek in het tracébesluit te herstellen. Deze tussenuitspraak is aangehecht.

Bij besluit van 10 juni 2016 heeft de minister het tracébesluit gewijzigd (hierna: het wijzigingsbesluit).

Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren te brengen. Van deze gelegenheid hebben zij geen gebruik gemaakt.

De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft en heeft vervolgens het onderzoek gesloten.

Overwegingen

Het tracébesluit

1. Het tracébesluit ziet op het verbreden en deels in zuidwaartse richting verleggen van de N35, tussen km 4,45 en km 8,82, het realiseren van een nieuwe aansluiting Kroesenallee en met de omlegging van de N35 verbonden maatregelen aan het hoofdwegennet en onderliggend wegennet, tussen km 4,45 en km 8,82.

2. De Afdeling heeft in de tussenuitspraak onder 30.3 ten aanzien van het beroep van [appellant sub 10] tegen de gemaakte afweging over het treffen van schermmaatregelen om de geluidbelasting bij zijn woning aan de [locatie] te verlagen, overwogen dat de minister ter zitting heeft gezegd dat hij op basis van voortschrijdend inzicht tot de conclusie is gekomen dat in het akoestisch deelrapport Wet milieubeheer niet alle mogelijke schermmaatregelen zijn betrokken. De minister heeft in dat kader verzocht om toepassing van een bestuurlijke lus als bedoeld in artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb).

In 30.4 van de tussenuitspraak heeft de Afdeling overwogen dat de minister zich ter zitting in zoverre op een ander standpunt heeft gesteld dan dat hij in het bestreden besluit heeft gedaan en niet is gebleken dat gewijzigde omstandigheden hiertoe aanleiding hebben gegeven. Gelet hierop is geoordeeld dat het bestreden besluit wat betreft dit onderdeel niet met de vereiste zorgvuldigheid is voorbereid.

3. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de minister opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de uitspraak het onder 30.4 genoemde gebrek te herstellen door onderzoek te doen naar de mogelijke geluidafschermende maatregelen, waaronder de door [appellant sub 10] ter zitting aangedragen mogelijkheden, ter hoogte van de woning aan de [locatie] te [woonplaats] en zo nodig het besluit te wijzigen.

Het wijzigingsbesluit

4. Ter uitvoering van de tussenuitspraak heeft de minister het wijzigingsbesluit vastgesteld. Het wijzigingsbesluit wijzigt artikel 6, tweede lid, tabel 5 van het tracébesluit door het geluidscherm ter hoogte van kruising Koelmansstraat te vervangen door een niet-transparant reflecterend geluidscherm tussen km 8.492 en km 8.622 met een hoogte van 4 m en een lengte van 132 m. Daarbij is bepaald dat het scherm vanaf km 8.552 afbuigt en tot km 8.492 de aldaar aanwezige parallelweg volgt. Op detailkaart 8 bij het wijzigingsbesluit is de wijziging weergegeven.

Verder wijzigt het wijzigingsbesluit artikel 9, eerste lid, tabel 6, onder 2, van het tracébesluit door te bepalen dat de omvang van de benodigde boscompensatie vanwege de kap van bomenrijen (voor de omlegging en verbreding van de weg) 1.890 m is.

Tevens zijn in tabel 3 van bijlage B van het wijzigingsbesluit voor de referentiepunten 36584, 36585, 36586, 36587, 36588, 37030, 37031 en 37032 de waarden voor het geluidproductieplafond gewijzigd vastgesteld.

5. Het wijzigingsbesluit wordt op grond van artikel 6:19, eerste lid, van de Awb geacht mede onderwerp te zijn van het geding.

Het beroep van [appellant sub 10]

6. [appellant sub 10] heeft naar aanleiding van het wijzigingsbesluit geen zienswijze ingediend. De Afdeling leidt hieruit af dat [appellant sub 10] geen bezwaren heeft tegen het wijzigingsbesluit. Het van rechtswege ontstane beroep van [appellant sub 10] is ongegrond.

De beroepen van de overige appellanten

7. De beroepen van de overige appellanten, zijnde [appellant sub 1A], [appellante sub 1B] en het dierenpension, Sauna Swoll en anderen, [appellant sub 3] en anderen, [appellante sub 4], Karba Rekreatiecentrum en [appellant sub 5], [appellante sub 6], [appellante sub 7], [appellant sub 8], [appellant sub 9] en [appellant sub 11], zien niet op delen van het tracébesluit waarin het wijzigingsbesluit verandering brengt. Zij hebben er derhalve onvoldoende belang bij dat hun beroepen mede betrekking hebben op het wijzigingsbesluit. Deze appellanten hebben dan ook niet een beroep van rechtswege tegen het wijzigingsbesluit.

Conclusie

8. Gelet op hetgeen in 30.4 van de tussenuitspraak is overwogen is het beroep van [appellant sub 10] tegen het tracébesluit gegrond. Het tracébesluit dient te worden vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb.

9. Gelet op hetgeen voor het overige in de tussenuitspraak is overwogen zijn de beroepen van de andere appellanten dan [appellant sub 10] tegen het tracébesluit ongegrond.

10. Gelet op hetgeen hiervoor in deze uitspraak is overwogen, is het van rechtswege ontstane beroep van [appellant sub 10] ongegrond en blijft het wijzigingsbesluit in stand. Nu het wijzigingsbesluit het tracébesluit alleen deels wijzigt, zou bij een enkele vernietiging van het tracébesluit geen volledig tracébesluit overblijven om de aanpassingen aan de N35 mogelijk te maken. Gelet daarop ziet de Afdeling aanleiding om met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder a, van de Awb te bepalen dat de rechtsgevolgen van het tracébesluit in stand blijven doch niet voor zover uit het wijzigingsbesluit andere rechtsgevolgen voortvloeien.

Dit betekent dat het tracébesluit van kracht blijft voor zover dit niet is gewijzigd door het wijzigingsbesluit. De aanpassingen aan de N35 kunnen worden gerealiseerd. Dit oordeel staat los van de vraag of daarvoor nog afzonderlijke vergunningen nodig zijn.

Proceskosten

11. Ten aanzien van [appellant sub 10] dient de minister op de na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Naar aanleiding van het verzoek van [appellant sub 10] om vergoeding van de werkelijk door hem gemaakte proceskosten voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand overweegt de Afdeling als volgt. Ingevolge artikel 2, derde lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht kan in geval van bijzondere omstandigheden worden afgeweken van de in dit besluit forfaitair vastgestelde proceskosten. De door [appellant sub 10] genoemde omstandigheid dat de ter zitting gebleken onzorgvuldige voorbereiding van het tracébesluit ook in de fase van de zienswijzen had kunnen blijken zodat tijd en kosten bespaard hadden kunnen worden, is naar het oordeel van de Afdeling niet een bijzondere omstandigheid in voormelde zin. De door [appellant sub 10] opgegeven kosten voor de vijftien uren die hij stelt zelf aan de zaak te hebben moeten besteden, komen niet voor vergoeding in aanmerking, reeds omdat [appellant sub 10] niet nader heeft gepreciseerd waarop deze uren betrekking hebben.

12. Ten aanzien van de beroepen van de overige appellanten, zijnde [appellant sub 1A], [appellante sub 1B] en het dierenpension, Sauna Swoll en anderen, [appellant sub 3] en anderen, [appellante sub 4], Karba Rekreatiecentrum en [appellant sub 5], [appellante sub 6], [appellante sub 7], [appellant sub 8], [appellant sub 9] en [appellant sub 11], bestaat voor een proceskostenveroordeling geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het beroep van [appellant sub 10] gegrond;

II. vernietigt het door de minister van Infrastructuur en Milieu op 15 juni 2015 vastgestelde tracébesluit "N35 Zwolle-Wijthmen";

III. bepaalt dat de rechtsgevolgen van het tracébesluit van 15 juni 2015 in stand blijven, doch niet voor zover uit het besluit van 10 juni 2016 andere rechtsgevolgen voortvloeien dan uit het tracébesluit van 15 juni 2015;

IV. verklaart de beroepen van [appellant sub 1A], [appellante sub 1B] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dierenpension Zwolle B.V., de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sauna Swoll B.V. en anderen, [appellant sub 3] en anderen, [appellante sub 4], de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Karba Rekreactiecentrum B.V. en [appellant sub 5], [appellante sub 6A] en [appellant sub 6B], [appellante sub 7], [appellant sub 8], [appellant sub 9] en [appellant sub 11] tegen het tracébesluit van 15 juni 2015 ongegrond;

V. verklaart het beroep van [appellant sub 10] tegen het besluit van 10 juni 2016 ongegrond;

VI. veroordeelt de minister van Infrastructuur en Milieu tot vergoeding van bij [appellant sub 10] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 992,00 (zegge: negenhonderdtweeënnegentig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VII. gelast dat de minister van Infrastructuur en Milieu aan [appellant sub 10] het voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht van € 167,00 (zegge: honderzevenenzestig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzitter, en mr. J. Kramer en mr. B.J. Schueler, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.G. Alderlieste, griffier.

w.g. Van Diepenbeek w.g. Alderlieste
voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 7 september 2016

590.