Uitspraak 200805817/1/M2


Volledige tekst

200805817/1/M2.
Datum uitspraak: 27 mei 2009

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de stichting Stichting Belangengroep Europalaan en omgeving Valkenswaard, gevestigd te Valkenswaard,
appellante,

en

het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard,
verweerder.

1. Procesverloop

Bij besluit van 10 juni 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard (hierna: het college) hogere geluidgrenswaarden als bedoeld in artikel 83, tweede lid, van de Wet geluidhinder vastgesteld ten behoeve van het bouwproject "Hoek Europalaan-Bakkerstraat" in de gemeente Valkenswaard.

Tegen dit besluit heeft de stichting Stichting Belangengroep Europalaan en omgeving Valkenswaard (hierna: de Stichting Belangengroep Europalaan) bij brief van 18 juli 2008 bezwaar gemaakt. Het college heeft met toepassing van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht het bezwaarschrift ter behandeling als beroepschrift doorgezonden naar de Raad van State, waar het is ingekomen op 29 juli 2008.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

[belanghebbende] heeft nadere stukken ingediend. Deze zijn aan de andere partijen gezonden.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 6 maart 2009, waar Stichting Belangengroep Europalaan, vertegenwoordigd door Th.P.F. Terhaard en drs. C.P.H. Hoeks, en het college, vertegenwoordigd door mr. M.C.L. Walta, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

2. Overwegingen

2.1. De Stichting Belangengroep Europalaan voert in beroep onder meer aan dat zij in het bestreden besluit ten onrechte niet is aangemerkt als belanghebbende, en dat de door haar over het ontwerpbesluit naar voren gebrachte zienswijzen ten onrechte om die reden buiten beschouwing zijn gelaten.

2.2. Het college betoogt, onder verwijzing naar jurisprudentie van de Afdeling, dat Stichting Belangengroep Europalaan niet kan worden aangemerkt als belanghebbende omdat zij niet de belangen van (toekomstige) eigenaren dan wel bewoners van het bouwproject vertegenwoordigt.

2.2.1. De Afdeling heeft in eerdere uitspraken (bijvoorbeeld de uitspraak van 5 december 2007 in zaak nr. 200700885/1) overwogen dat gezien de gevolgen van het besluit tot vaststelling van hogere geluidgrenswaarden bij of krachtens de Wet geluidhinder, namelijk dat voor de in dat besluit genoemde toekomstige bebouwing hogere geluidgrenswaarden gaan gelden dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde, in beginsel uitsluitend de belangen van de aanvrager en diegenen die in een bijzondere, rechtens te erkennen, relatie tot één of meer van de woningen of ander geluidgevoelig gebouw staan rechtstreeks bij het besluit zijn betrokken.

De Afdeling ziet aanleiding om bij de beoordeling van de belanghebbendheid bij besluiten tot het vaststellen van hogere geluidgrenswaarden vanaf de dag van deze uitspraak een andere maatstaf te hanteren. In dit verband overweegt zij het volgende.

2.2.2. Ingevolge artikel 1:2, eerst lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge het derde lid van dit artikel worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.

Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, wordt onder besluit verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

Wil een persoon belanghebbende zijn bij een besluit, dan moet zijn belang daarbij rechtstreeks zijn betrokken. De omstandigheid dat voor het daadwerkelijk getroffen zijn in het belang nog nadere besluitvorming is vereist, staat niet noodzakelijkerwijs in de weg aan het aannemen van belanghebbendheid. Als regel geldt dat beroep tegen een eerder besluit uit de besluitvormingsketen mogelijk dient te zijn wanneer zulk een besluit naar zijn strekking leidt tot de mogelijkheid dat een persoon door het nadere besluit in zijn belang zal worden geschaad.

2.2.3. Het besluit tot vaststelling van hogere geluidgrenswaarden vanwege de voorgenomen wijziging of aanleg van een (spoor)weg, of van de voorgenomen bouw van een woning of een andere geluidgevoelig gebouw of terrein, is een noodzakelijke voorwaarde om de voorgenomen activiteit, eventueel na het nemen van vervolgbesluiten in het kader van de ruimtelijke ordening, te realiseren. Bij zo'n besluit zijn rechtstreeks de belangen betrokken van iedere persoon die door de realisering van de voorgenomen activiteit rechtstreeks in zijn belangen wordt geraakt.

Een besluit tot vaststelling van hogere geluidgrenswaarden voor bestaande woningen binnen de zone van een (spoor)weg of van een krachtens de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein, heeft als gevolg dat vanwege de (spoor)weg of het industrieterrein feitelijk een hogere geluidemissie mag optreden dan mogelijk zou zijn zonder vaststelling van die waarden. Dit besluit raakt in ieder geval rechtstreeks de belangen van alle personen die als omwonende of gebruiker van grond dan wel bebouwing feitelijk gevolgen van deze verhoogde geluidemissie kunnen ondervinden.

Een besluit tot vaststelling van hogere waarden in het kader van de zogenoemde sanering van (spoor)weglawaai of industrielawaai, heeft tot gevolg dat daarmee wordt vastgelegd tot in welke mate het geluidniveau in de omgeving van het te saneren traject of industrieterrein moet worden teruggebracht. Met dit besluit wordt in zoverre de saneringsprocedure voor het traject of industrieterrein in kwestie afgerond. Nadien bestaat er in beginsel geen mogelijkheid meer om af te dwingen dat via een saneringsregeling het geluidniveau ter plaatse verder wordt teruggebracht. Dit besluit raakt daarom in ieder geval rechtstreeks de belangen van alle personen die als omwonende of gebruiker van grond feitelijk geluidbelasting van het te saneren traject kunnen ondervinden.

2.3. Bij het bestreden besluit zijn hogere geluidgrenswaarden vastgesteld ten behoeve van het bouwproject "Hoek Europalaan-Bakkerstraat". Gezien het voorgaande zijn bij dit besluit de belangen van alle personen betrokken die rechtstreeks door de realisatie van het bouwproject worden getroffen.

2.3.1. In de statuten van de Stichting Belangengroep Europalaan staat dat zij ten doel heeft het bevorderen van het leef- en woonklimaat van individuele bewoners en groepen van bewoners van de Europalaan en omgeving in de gemeente Valkenswaard en voorts al datgene dat met het vorenstaande rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

2.3.2. Ter zitting is de Stichting Belangengroep Europalaan vervolgens ingegaan op haar feitelijke werkzaamheden. De activiteiten ter behartiging van de belangen van de bewoners betreffen onder meer het schrijven van gezamenlijke brieven, het participeren bij voorlichtings- en inspraakavonden, het verstrekken van raad en advies aan belanghebbenden, het optreden als woordvoerder van belanghebbenden en het participeren bij besluitvormingsprocedures. De Afdeling overweegt dat het hierbij ook gaat om werkzaamheden die los staan van juridische procedures of de voorbereiding daarvan.

2.3.3. De Afdeling is gezien de statutaire doelstelling en de feitelijke werkzaamheden van oordeel dat de Stichting Belangengroep Europalaan door het bestreden besluit rechtstreeks wordt getroffen in een belang - het leef- en woonklimaat in de Europalaan - dat zij in het bijzonder behartigt. Gelet hierop kan de Stichting Belangengroep Europalaan worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

2.4. Het bestreden besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Ingevolge artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden in deze procedure zienswijzen over het ontwerp van het besluit naar voren brengen.

De door de Stichting Belangengroep Europalaan over het ontwerpbesluit naar voren gebrachte zienswijzen zijn bij het nemen van het bestreden besluit buiten beschouwing gelaten, omdat deze stichting volgens het college geen belanghebbende is. Uit hetgeen eerder is overwogen volgt dat de Stichting Belangengroep Europalaan, anders dan het college heeft geconcludeerd, moet worden aangemerkt als belanghebbende. Hieruit volgt dat de door deze stichting naar voren gebrachte zienswijzen in strijd met artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht niet zijn betrokken bij het nemen van het bestreden besluit.

2.5. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit komt voor vernietiging in aanmerking. De overige beroepsgronden behoeven reeds daarom geen verdere bespreking.

2.5.1. Van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen, is niet gebleken.

3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het beroep gegrond;

II. vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Valkenswaard van 10 juni 2008;

III. gelast dat de gemeente Valkenswaard aan de stichting Stichting Belangengroep Europalaan en omgeving Valkenswaard het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 288,00 (zegge: tweehonderdachtentachtig euro) vergoedt.

Aldus vastgesteld door mr. J.M. Boll, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.J. van der Zijpp, ambtenaar van Staat.

w.g. Boll w.g. Van der Zijpp
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 27 mei 2009

262-596.