Uitspraak 201308555/1/R1


Volledige tekst

201308555/1/R1.
Datum uitspraak: 23 april 2014

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Duotone Beheer B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Paraat Transport B.V., beide gevestigd te Hengelo (Ov),
appellanten,

en

de raad van de gemeente Hengelo,
verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 2 juli 2013 heeft de raad het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Twentekanaal" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben Duotone en Paraat beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 28 maart 2014, waar Duotone en Paraat, beide vertegenwoordigd door ing. D.J. Beltman, werkzaam bij Bouwkundig Bureau Beltman, en de raad, vertegenwoordigd door G. Pothof-Boers, A. van Loon, C. Hartendorp en A. Mahler, allen werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Ingevolge de artikelen 3:11, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het ontwerpplan ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn zienswijzen naar voren worden gebracht bij de raad.

Paraat heeft geen zienswijze over het ontwerpplan naar voren gebracht.

Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan geen beroep worden ingesteld tegen het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan door een belanghebbende die over het ontwerpplan niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten.

Deze omstandigheid doet zich niet voor. Geen rechtvaardiging is gelegen in de door Paraat gestelde omstandigheid dat [eigenaar] van Paraat, vanwege plotselinge en ernstige gezondheidsklachten geen zienswijze naar voren heeft kunnen brengen, zoals het beroepschrift vermeldt. Indien een belanghebbende stelt dat het niet tijdig indienen van een zienswijze, bezwaar- of beroepschrift het gevolg is van een niet aan hem toe te rekenen omstandigheid, rust op hem de last de feiten aannemelijk te maken op grond waarvan redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat hij in verzuim is geweest. Paraat heeft in haar beroepschrift noch ter zitting aannemelijk gemaakt dat de gestelde klachten van [eigenaar] gedurende de zienswijzenperiode zodanig waren dat hij zijn belangen niet kon doen laten behartigen. De Afdeling ziet derhalve geen aanleiding om het niet naar voren brengen van een zienswijze tegen het ontwerpplan door Paraat verschoonbaar te achten.

Voorts overweegt de Afdeling dat het plan gewijzigd is vastgesteld ten opzichte van het ontwerpplan, zodat Paraat vanwege het niet naar voren brengen van een zienswijze tegen dat ontwerpplan slechts ontvankelijk zou zijn voor zover zij door de vaststelling van het plan in een nadeliger positie is komen te verkeren ten opzichte van het ontwerpplan. Het vastgestelde plan voorziet ten opzichte van het ontwerpplan in een aanvulling van artikel 5, lid 5.1, onder f, van de planregels, in zoverre dat binnen de bestemming "Bedrijventerrein - Industrie" nu ook perifere detailhandel, uitsluitend in de vorm van handel in auto’s, boten, caravans en grove bouwmaterialen is toegestaan. Deze bestemming is toegekend aan het perceel van Paraat. In het ontwerpplan waren deze functies alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding "detailhandel perifeer (dhp)". De raad heeft deze bepaling aangepast omdat de regeling voor handel van auto’s in het plan niet eenduidig was. De genoemde aanduiding "detailhandel perifeer (dhp)" was in het ontwerpplan niet aan de gronden van Paraat toegekend, zodat het toegestane gebruik op haar perceel door de gewijzigde vaststelling van het plan is verruimd. De Afdeling overweegt dat de wijzigingen in het vastgestelde plan niet leiden tot voor Paraat nadeliger planologische mogelijkheden dan voorzien met het ontwerpplan, zodat ook in zoverre geen aanleiding bestaat voor het oordeel dat het niet indienen van een zienswijze Paraat in dit geval niet kan worden verweten.

Gelet op het voorgaande is het beroep van Duotone en Paraat, voor zover ingesteld door Paraat, niet-ontvankelijk.

2. Ter zitting heeft Duotone haar beroepsgrond, die ziet op de weergave van haar bedrijfspand en de rooilijn in de kadastrale ondergrond behorende bij de verbeelding, ingetrokken.

3. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

4. Het plan ziet op het bedrijventerrein Twentekanaal, gelegen in het zuiden van Hengelo, en is hoofdzakelijk conserverend van aard. Het plangebied wordt begrensd door de Rijksweg in het westen, de zogenoemde "Omloopleiding" en het Twentekanaal in het noorden, het spoor in het oosten en de Boortorenweg, de Rougoorweg, de Boekeloseweg, de Parelstraat, de Topaasstraat en de Fabelenweg in het zuiden.

5. Duotone is gevestigd aan de Havenkade 14-16 op het bedrijventerrein. Zij betoogt dat het plan ten onrechte en in strijd met de gemeentelijke detailhandelsvisie beperkingen stelt aan de perifere detailhandel die op haar perceel is toegestaan, te weten uitsluitend perifere detailhandel in de vorm van handel in auto’s, boten, caravans en grove bouwmaterialen en bouwstoffen. Duotone wijst erop dat de wethouder tijdens de vergadering van de Commissie Fysiek van 18 juni 2013, waar het bestemmingsplan werd besproken, nadere uitleg heeft gegeven over een bredere invulling van het begrip perifere detailhandel. Tijdens deze vergadering is volgens Duotone toegezegd om perifere detailhandel in brede zin toe te staan, hetgeen overeenkomt met haar wens zoals ook verwoord is in haar zienswijze. Ondanks de toezegging van de wethouder is deze bredere invulling echter niet in het plan verwerkt.

Duotone betoogt dat dat de genoemde beperkingen voor haar zullen leiden tot nadelige financiële gevolgen.

5.1. De raad heeft toegelicht dat naar aanleiding van een zienswijze is besloten om de planregeling voor perifere detailhandel te wijzigen, inhoudende dat perifere detailhandel in de vorm van handel en reparatie in auto’s, boten, caravans en grove bouwmaterialen en bouwstoffen op het gehele bedrijventerrein zal worden toegestaan. Hiertoe is de memo ’Aanpassing Bestemmingsplan Bedrijventerrein Twentekanaal’ opgesteld. Het college heeft in de collegevergadering van 18 juni 2013 ingestemd met deze memo. De wethouder heeft diezelfde dag een toelichting op de memo gegeven in de vergadering van de Commissie Fysiek. Op 2 juli 2013 heeft de raad op grond van de memo ingestemd met het plan inclusief de voorgestelde wijzigingen.

5.2. Aan het perceel Havenkade 14-16 zijn in het plan de bestemming "Bedrijventerrein - Industrie" en de aanduidingen "geluidgezoneerd industrieterrein" en "bedrijf tot en met categorie 4.1" toegekend.

Ingevolge artikel 5, lid 5.1, onder f, van de planregels, zijn de gronden met de bestemming "Bedrijventerrein - Industrie" bestemd voor perifere detailhandel, uitsluitend in de vorm van handel in auto's, boten, caravans en grove bouwmaterialen en bouwstoffen.

5.3. Niet in geschil is dat het voorheen geldende bestemmingsplan een bredere invulling van het begrip perifere detailhandel op het perceel van Duotone toestond, maar dat het feitelijk gebruik niet overeenkomstig deze brede definitie was.

In het algemeen kunnen aan een voorheen geldend bestemmingsplan geen blijvende rechten kunnen worden ontleend. De raad kan op grond van gewijzigde planologische inzichten en na afweging van alle betrokken belangen andere bestemmingen en regels voor gronden vaststellen. Niet is gebleken dat met de onderhavige planregeling bestaand legaal gebruik niet langer als zodanig is bestemd. Evenmin is gebleken van concrete ontwikkelingsplannen waar de raad bij de vaststelling van het plan rekening mee had moeten houden.

5.4. In de Detailhandelsvisie Hengelo 2006-2016 staat dat perifere detailhandelsvestigingen zich in principe kunnen vestigen in de drie clusters Plein Westermaat (regionale functie), Westermaat Zuidwest en de Noordelijke Spoorzone. Uitzondering hierop vormen de zogenoemde ABC-branches, waarvoor onder meer ruimte wordt geboden op de nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen, maar ook op de bestaande bedrijventerreinen. Clustering van perifere detailhandelsvestigingen buiten de genoemde clusters is niet wenselijk.

Het bedrijventerrein Twentekanaal is niet een van de clusters die in de gemeentelijke detailhandelsvisie wordt genoemd als locatie waar perifere detailhandelsvestigingen kunnen worden gevestigd. Derhalve ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het plan in zoverre niet in overeenstemming met de gemeentelijke detailhandelsvisie is. Het betoog faalt.

5.5. Over het betoog van Duotone dat het vertrouwensbeginsel is geschonden, wordt overwogen dat weliswaar een toezegging is gedaan wat betreft het toestaan van handel en reparatie in motorfietsen en reparatie- en servicebedrijven, maar dat in het algemeen geen rechten kunnen worden ontleend aan toezeggingen die zijn gedaan door niet ter zake beslissingsbevoegden. De bevoegdheid tot het vaststellen van een bestemmingsplan berust niet bij een wethouder, maar bij de raad. De raad heeft het plan op dit punt derhalve niet in strijd met het vertrouwensbeginsel vastgesteld.

Wat betreft het toestaan van handel en reparatie in tuinartikelen, keukens en sanitair en groothandel, overweegt de Afdeling dat Duotone niet aannemelijk heeft gemaakt dat door of namens de raad verwachtingen zijn gewekt dat het plan hierin zou voorzien. De raad heeft het plan op dit punt derhalve niet in strijd met het vertrouwensbeginsel vastgesteld. Het betoog faalt.

5.6. Wat de eventuele nadelige invloed van het plan op de waarde van het bedrijf betreft, overweegt de Afdeling dat Duotone niet aannemelijk heeft gemaakt dat de verwachting bestaat dat die waardevermindering zodanig zal zijn dat de raad bij de afweging van de belangen hieraan een groter gewicht had moeten toekennen dan hij heeft gedaan.

5.7. Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid beperkingen aan de toegestane perifere detailhandel voor het perceel van Duotone heeft kunnen stellen.

6. Het beroep, voor zover ontvankelijk, is ongegrond.

7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het beroep van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Duotone Beheer B.V. en Paraat Transport B.V. niet-ontvankelijk voor zover ingesteld door Paraat Transport B.V.;

II. verklaart het beroep, voor zover ontvankelijk, ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. M.L.M. van Loo, ambtenaar van staat.

w.g. Van Diepenbeek w.g. Van Loo
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat

Uitgesproken in het openbaar op 23 april 2014

418-667.