Uitspraak 202202446/2/R2


Volledige tekst

202202446/2/R2.
Datum uitspraak: 3 november 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

Stichting Particulier Fonds V.J.K. Investeringen en anderen, gevestigd te Kralendijk,

verzoekers,

en

de raad van de gemeente Land van Cuijk,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 februari 2022 heeft de raad het bestemmingsplan "Herstelplan Versterken 150 kV-net Haps-Boxmeer" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft de stichting beroep ingesteld. Ook heeft de stichting de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 20 oktober 2022, waar de stichting, vertegenwoordigd door [gemachtigde], is verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.       De raad heeft eerder drie bestemmingsplannen vastgesteld: "Versterken 150 kV-net Haps-Boxmeer", "Buitengebied 2018" en "Veegplan Buitengebied 2018". Die plannen voorzien onder meer in boven- en ondergrondse hoogspanningsleidingen tussen Haps en Boxmeer en in de uitbreiding van een hoogspanningsstation in Boxmeer.

1.1.    De Afdeling heeft die plannen in haar uitspraak van 22 september 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2055, vernietigd, voor zover het gaat over de bestemming "Bedrijf - Hoogspanningsstation" op het perceel waarop het hoogspanningsstation staat. De Afdeling heeft daarbij overwogen dat de raad onzorgvuldig heeft gehandeld door te concluderen dat toepassing van het stappenschema in de 'Regeling Kwaliteitsverbetering van het landschap gemeente Boxmeer' leidt tot de uitkomst dat de bestemmingsplannen voorzien in een ruimtelijke ontwikkeling van categorie 2. Omdat de raad daarnaast niet goed heeft gemotiveerd dat met de in de plannen getroffen voorzieningen aan de eisen voor een ruimtelijke ontwikkeling van categorie 3 is voldaan, is de mogelijke uitbreiding van het hoogspanningsstation onvoldoende landschappelijk ingepast en heeft de Afdeling de plannen op dat punt vernietigd.

1.2.    Het bestemmingplan "Herstelplan Versterken 150 kV-net Haps-Boxmeer" heeft de raad vastgesteld om uitvoering te geven aan die uitspraak van de Afdeling. Daarbij is de raad ervan uitgegaan dat de geplande ruimtelijke ontwikkeling een categorie 3-ontwikkeling is en heeft hij de toelichting hierop aanpast. Zoals de Afdeling in haar uitspraak van 22 september 2021 heeft overwogen, geldt voor projecten in categorie 3 dat er een berekende kwaliteitsverbetering van het landschap moet plaatsvinden, dat dit wordt verankerd in het bestemmingsplan en dat een anterieure overeenkomst wordt opgesteld. In de toelichting van het herstelplan staat nu dat de raad met TenneT een aanvullende overeenkomst over de landschappelijke inpassing heeft afgesloten. Daarin is afgesproken dat TenneT 20% van de grondwaardevermeerdering besteedt aan een goede landschappelijke inpassing op het perceel van het hoogspanningsstation en een eventueel restant in het gemeentelijke Landschapsfonds stort. Voor de rest is het herstelplan niet aangepast, omdat het volgens de raad voldoet aan de eisen van een ruimtelijke ontwikkeling van categorie 3.

Hoger beroep en een verzoek om een voorlopige voorziening

2.       De stichting betoogt in beroep dat de raad hiermee niet inzichtelijk heeft gemaakt hoe de kwaliteitsverbetering eruit ziet en hoe dit is verankerd in het bestemmingsplan. De verwijzing naar een specifieke gebruiksregel die ook al in het eerdere bestemmingsplan stond, is onvoldoende om die kwaliteitsverbetering te borgen, aldus de stichting. Omdat TenneT al wel is begonnen met de uitvoering van werkzaamheden op basis van het herstelplan, heeft de stichting verzocht een voorlopige voorziening te treffen, zodat TenneT moet wachten totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.

Spoedeisend belang

2.1.    De raad is niet verschenen op de zitting en heeft ook geen schriftelijke reactie gegeven op het verzoek van de stichting. De Afdeling heeft dan ook geen reden om te twijfelen aan de mededeling dat al is begonnen met de uitvoering van werkzaamheden op basis van het herstelplan en het spoedeisend belang van de stichting.

Voorlopig rechtmatigheidsoordeel

2.2.    Het herstelplan moet uitvoering geven aan de uitspraak van de Afdeling van 22 september 2021. De raad heeft daarin alleen verzekerd dat TenneT een percentage van de grondwaardevermeerdering besteedt aan een goede landschapsinpassing. Daarmee is de raad niet ingegaan op de noodzakelijke berekende kwaliteitsverbetering van het landschap bij een ruimtelijke ontwikkeling van categorie 3, wat de uitkomsten daarvan zijn en hoe die zijn verankerd in het bestemmingsplan. Weliswaar bestaat er een landschapsplan, maar onduidelijk is of dit voldoet aan een berekende kwaliteitsverbetering. De raad heeft daarom in het herstelplan niet deugdelijk toegelicht dat de planregels en het landschapsplan dat ook als bijlage bij de vernietigde plannen was opgenomen geen aanpassing behoeven. Dat in de planregels in het bestemmingsplan "Versterken 150 kV-net Haps-Boxmeer" staat dat het gebruik strijdig met het bestemmingsplan is, als de beplanting zoals voorzien in een landschapsplan van 20 november 2018 niet is gerealiseerd binnen een jaar na uitbreiding van het hoogspanningsstation en dit vervolgens niet wordt onderhouden, moet naar voorlopig oordeel als bepaald onvoldoende worden aangemerkt.

Conclusie

3.       De voorzieningenrechter schorst daarom het besluit van de raad van 3 februari 2022. Dit betekent dat TenneT geen verdere uitvoering mag geven aan werkzaamheden op basis van het herstelplan, totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst het besluit van de raad van de gemeente Land van Cuijk van 3 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Herstelplan Versterken 150 kV-net Haps-Boxmeer";

II.       veroordeelt de raad van de gemeente Land van Cuijk tot vergoeding van bij Stichting Particulier Fonds V.J.K. Investeringen en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 515,32, waarbij betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;

III.      gelast dat de raad van de gemeente Land van Cuijk aan Stichting Particulier Fonds V.J.K. Investeringen en anderen het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht van € 365,00 vergoedt, waarbij betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.

Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.

w.g. Venema
voorzieningenrechter

w.g. Ahmady-Pikart
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 november 2022

638