Uitspraak 202006648/1/R4


Volledige tekst

202006648/1/R4.
Datum uitspraak: 13 april 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

[appellante], gevestigd te Doetinchem, en [appellant], wonend te [woonplaats], gemeente Bronckhorst (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: [appellant]),

appellanten,

en

de raad van de gemeente Doetinchem,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 5 november 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Stedelijk gebied - voorjaar - 2020" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

[appellant] heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 1 maart 2022, waar [appellant], vertegenwoordigd door [appellant], bijgestaan door mr. J.A. Wols, advocaat te Wolvega, en de raad, vertegenwoordigd door mr. M.J.O. Copier, advocaat te Nijmegen, M. de Beukelaar, N. Everdij, en, via een videoverbinding, N. Faber, zijn verschenen.

Overwegingen

1.       Het bestemmingsplan heeft betrekking op een aantal gebieden in de gemeente Doetinchem, waaronder begrepen de Wijnbergseweg. [appellant] is eigenaar van een tankstation met LPG aan de Wijnbergseweg. Zij wil dit tankstation verplaatsen naar een perceel aan de Oostelijke Randweg in Doetinchem. Dienaangaande heeft de raad bij besluit van 8 juli 2021 het bestemmingsplan "Tankstations Oostelijke Randweg en Wijnbergseweg 39-41 - 2019" vastgesteld. Het door derden tegen dat besluit ingestelde beroep is gelijktijdig met het beroep van [appellant] tijdens de zitting van 1 maart 2022 behandeld.

2.       [appellant] heeft beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan, omdat zij bezwaar heeft tegen de plannen van de raad om de Wijnbergseweg in te richten als een 30 km/h weg. Zij meent dat dit haar zal belemmeren in haar bedrijfsvoering. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat het plan de weg dan wel mogelijk maakt, maar niet regelt hoe hard er daarop gereden mag worden. Dit wordt geregeld via een verkeersbesluit. [appellant] meent dat de raad dit moet regelen in het plan, omdat deze procedure meer waarborgen biedt als het gaat om het meewegen van alle betrokken belangen.

3.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2022:1023, heeft de Afdeling voornoemd beroep tegen de vaststelling van het plan "Tankstations Oostelijke Randweg en Wijnbergseweg 39-41 - 2019" ongegrond verklaard. Dit plan is nu voor de gronden van het tankstation van [appellant] aan de Wijnbergseweg het geldende planologische kader. Het plan maakt vestiging van een tankstation op de bestaande locatie van [appellant] niet meer mogelijk. Het tankstation zal worden verplaatst naar de Oostelijke Randweg. Gelet hierop heeft [appellant], zoals zij zelf ter zitting ook heeft erkend, geen belang meer bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep tegen het plan "Stedelijk gebied - voorjaar - 2020". Derhalve zal de Afdeling haar beroep niet-ontvankelijk verklaren.

4.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Aldus vastgesteld door mr. C.H.M. van Altena, voorzitter, en mr. E.J. Daalder en mr. J.J.W.P. van Gastel, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.T. Annen, griffier.

w.g. Van Altena
voorzitter

w.g. Annen
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 13 april 2022

765