Uitspraak 202200172/4/R3


Volledige tekst

202200172/4/R3
Datum uitspraak: 3 februari 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Awb) hangende het hoger beroep van:

Stichting Wind van Voren, gevestigd te Barendrecht, en anderen,

verzoekers,

tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 3 december 2021 in zaak nr. 21/6000 en 21/6026 in het geding tussen:

Stichting Wind van Voren en anderen

en

het college van burgemeester en wethouders van Hoeksche Waard.

Procesverloop

Bij besluiten van 24 november 2021 heeft het college de verzoeken van Stichting Wind van Voren en anderen tot intrekking van de op 2 oktober 2017 aan onderscheidenlijk Eneco en REF verleende omgevingsvergunningen voor het oprichten en in werking hebben van twee, onderscheidenlijk drie windturbines op het "Windpark Oude Maas" (hierna: de omgevingsvergunningen) in te trekken afgewezen.

Stichting Wind van Voren hebben tegen de besluiten van 24 november 2021 beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft bij uitspraak van 3 december 2021, het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen afgewezen.

Stichting Wind van Voren en anderen hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.

Ook hebben Stichting Wind van Voren en anderen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2022:337, heeft de Afdeling zich onbevoegd verklaard om van het hoger beroep kennis te nemen.

2.       Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

3.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

4.       De griffier van de Raad van State zal aan Stichting Wind van Voren en anderen met toepassing van artikel 8:114, tweede lid, van de Awb het door hen betaalde griffierecht voor de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening terugbetalen.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        wijst het verzoek af;

II.       bepaalt dat de griffier van de Raad van State aan Stichting Wind van Voren en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 541,00 voor de behandeling van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening terugbetaalt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, griffier.

w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter

w.g. Soede
griffier

Uitgesproken in het openbaar op 3 februari 2022

270