Uitspraak 202101048/5/R2


Volledige tekst

202101048/5/R2.
Datum uitspraak: 5 januari 2022

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de verzoeken om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) in het geding tussen:

Stichting De Groene Sporenwolf (hierna: De Groene Sporenwolf), gevestigd te Nieuwstadt, gemeente Echt-Susteren,

verzoeker,

en

het college van gedeputeerde staten van Limburg,

verweerder.

Procesverloop

Bij het besluit van 18 december 2020 hebben provinciale staten het inpassingsplan "Uitbreiding VDL Nedcar" vastgesteld.

Bij besluit van 22 december 2020 heeft het college, ter uitvoering van dit plan, een omgevingsvergunning verleend voor de uitbreiding en revisie van VDL Nedcar, voor de activiteiten bouw, milieu (revisie), handelingen met gevolgen voor beschermde monumenten, maken van een uitweg, het vellen van een houtopstand en het uitvoeren van bij provinciale verordening aangewezen activiteiten. Verder heeft het college bij besluit van 10 november 2020 een vergunning als bedoeld in artikel 2.7 van Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) verleend. Daarnaast heeft het college bij besluit van 8 december 2020 hogere waarden industrielawaai als bedoeld in de Wet geluidhinder vastgesteld.

Deze besluiten zijn, tezamen met andere besluiten, gecoördineerd voorbereid.

Hiertegen hebben De Groene Sporenwolf en [partij A] en [partij B], beroep ingesteld.

Bij een eerste besluit van 1 juni 2021 heeft het college een ontheffing verleend aan VDL Nedcar van de verbodsbepalingen uit artikel 3.5 van de Wnb voor de in het besluit genoemde vleermuissoorten, van de verbodsbepalingen uit artikel 3.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wnb voor de kleine ijsvogelvlinder en de levendbarende hagedis en van de verbodsbepalingen uit artikel 3.10, eerste lid, onderdeel b, Wnb, voor de kleine ijsvogelvlinder, de levendbarende hagedis en de das en van de verbodsbepalingen als bedoeld in artikel 3.34, eerste lid, van de Wnb, voor de kleine ijsvogelvlinder en de levendbarende hagedis. De ontheffing is verleend ten behoeve van de uitbreiding van VDL Nedcar. Bij een ander besluit van 1 juni 2021 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het vellen van een houtopstand aan de noordzijde van het huidige bedrijfsterrein VDL Nedcar ten behoeve van de uitbreiding, voor de activiteiten uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, handelingen met gevolgen voor beschermde monumenten en vellen en/of doen vellen van een houtopstand.

Tegen de besluiten van 1 juni 2021 heeft De Groene Sporenwolf beroep ingesteld.

Bij besluit van 16 november 2021 heeft het college de op 1 juni 2021 verleende soortenbeschermingsontheffing gewijzigd waar het gaat om bij de ontheffing behorende voorschriften.

Tegen dit besluit van 16 november heeft Stichting Ecologisch Vleermuis Onderzoek Nederland (hierna: SEVON) beroep ingesteld.

De Groene Sporenwolf heeft een zienswijze ingediend.

De Groene Sporenwolf en SEVON hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Op het verzoek van De Groene Sporenwolf wordt nu uitspraak gedaan. Het verzoek van SEVON wordt behandeld in de zaak met zaaknummer 202101048/6/R2.

Overwegingen

1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.

2.       De Groene Sporenwolf heeft verzocht om het besluit van het college van 16 november 2021 te schorsen.

3.       Bij uitspraak van 14 oktober 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2303, heeft de voorzieningenrechter onder meer het besluit van het college van 1 juni 2021 waarbij het college een soortenbeschermingsontheffing heeft verleend voor de uitvoering van de werkzaamheden die nodig zijn voor het realiseren van de uitbreiding van VDL Nedcar geschorst. Omdat het besluit van 16 november 2021 dezelfde strekking heeft als het besluit van 1 juni 2021, strekt de door de voorzieningenrechter uitgesproken schorsing zich mede uit tot het besluit van 16 november 2021.

4.       Gelet op het voorgaande heeft De Groene Sporenwolf bij het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening geen spoedeisend belang.

5.       Het door VDL Nedcar ingediende verzoek om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening zal worden behandeld op 13 januari 2022. Daarvoor zijn partijen al uitgenodigd.

Conclusie en proceskosten

6.       Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

7.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr R. Uylenburg, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.F. van Toor, griffier.

w.g. Uylenburg
voorzieningenrechter

w.g. Van Toor

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 5 januari 2022

865