Uitspraak 202102999/1/R4 en 202102999/2/R4


Volledige tekst

202102999/1/R4 en 202102999/2/R4.
Datum uitspraak: 21 juli 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van die wet, op het beroep, in het geding tussen:

[appellant] en anderen,

appellanten,

en

de raad van de gemeente De Bilt,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 25 maart 2021 heeft de raad het bestemmingsplan "De Kwinkelier Bilthoven, tweede herziening" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant] en anderen beroep ingesteld.

Bij deze brief hebben [appellant] en anderen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 juli 2021, waar [appellant] en anderen, vertegenwoordigd door [appellant] en de raad, vertegenwoordigd door mr. J. Oosterkamp, mr. H. den Hartog en J.M. Lamberts MSc, zijn verschenen. Voorts is Royal Properties Development B.V., vertegenwoordigd door mr. D.S.P. Roelands-Fransen, advocaat te Den Haag en [gemachtigde], ter zitting gehoord.

Partijen hebben ter zitting toestemming gegeven onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Overwegingen

1.       In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

Inleiding

2.       Het bestaande winkelcentrum De Kwinkelier te Bilthoven wordt herontwikkeld. Op 28 oktober 2010 heeft de raad hiertoe het bestemmingsplan "De Kwinkelier Bilthoven" vastgesteld. Het bestemmingsplan bevat een juridisch-planologische regeling voor het winkelcentrum De Kwinkelier, die enerzijds rekening houdt met de bestaande planologische situatie en anderzijds bijdraagt aan de herontwikkeling van het winkelcentrum, inclusief parkeergarage. Ook biedt het bestemmingsplan ruimte om woningen aan het winkelcentrum toe te voegen. Op 26 april 2012 heeft de raad vervolgens het reparatieplan "De Kwinkelier Bilthoven, eerste herziening" vastgesteld. Aanleiding voor deze eerste herziening was dat bij toetsing van het definitieve bouwplan voor het winkelcentrum bleek dat op enkele punten de bestemmingsvlakken en de aanduidings- en maatvoeringslijnen worden overschreden.

Recent is een nieuw stedenbouwkundig ontwerp opgesteld. Dit aangepaste stedenbouwkundig plan voor de vervolgfase van de herontwikkeling van het winkelcentrum De Kwinkelier is vergeleken met het vigerende bestemmingsplan. Het aangepaste stedenbouwkundig plan past op enkele punten niet binnen het geldende bestemmingsplan. Daarnaast biedt het huidige bestemmingsplan op enkele punten bouwmogelijkheden die niet gerealiseerd zullen worden. Dit is aanleiding geweest voor het opstellen van de tweede herziening.

3.       Het beroep van [appellant] en anderen zoals nader toegelicht ter zitting, is gericht tegen de voorziene wijziging van het planologisch regime in deelgebied 4. Op basis van het vigerende bestemmingsplan "De Kwinkelier Bilthoven, eerste herziening" is daar een maximale bouwhoogte toegestaan van 7 meter, waarbij het terrein de bestemming Centrum-2 heeft. Binnen deze bestemming zijn winkels en horeca toegestaan, waarbij expliciet is benoemd dat zich hier een supermarkt mag vestigen terwijl op de verdiepingen mag worden gewoond.

In het voorliggende plan zijn in deelgebied 4 de volgende wijzigingen voorzien:

1. Vergroting van de bouwhoogte van de gebouwen waar de gestapelde woningen worden gerealiseerd van 7 meter naar 12 meter;

2. Vergroting van de bouwhoogte van gebouwen waar grondgebonden woningen worden gerealiseerd van 7 meter naar 9 meter, bij deze verhoging is tevens de stedenbouwkundige rooilijn in het voorliggende bestemmingsplan 5 meter naar achteren verplaatst bezien vanuit de Centrumkerk;

3. Het toestaan van woningen op de eerste bouwlaag.

4.       [appellant] en anderen vinden dat de raad voorafgaand aan de vaststelling van het plan hen onvoldoende heeft betrokken bij de besluitvorming. Daarnaast vinden zij dat de in het plan voorziene bouwhoogte te kort op hun percelen is gepland, dat sprake is van het ontnemen van licht en bezonning bij de bestaande woningen aan de Julianalaan, waarop ook dakterrassen zijn gerealiseerd, en de gemeenschapsruimte van de kerk. Verder stellen [appellant] en anderen dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen voor de verkeerssituatie ter plaatse.

5.       Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet de raad bestemmingen aanwijzen en regels geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De raad heeft daarbij beleidsruimte en moet de betrokken belangen afwegen. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in overeenstemming is met het recht. De Afdeling stelt niet zelf vast of het plan in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening, maar beoordeelt aan de hand van die gronden of de raad zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Voorbereidingsprocedure

6.       [appellant] en anderen betogen dat zij onvoldoende door de raad zijn betrokken bij de totstandkoming van het bestemmingsplan bijvoorbeeld door middel van inspraak. Verder stellen zij dat gedurende de procedure onjuiste of onvolledige informatie is verstrekt.

6.1.    De voorzieningenrechter overweegt dat het bieden van inspraak voorafgaande aan de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan geen onderdeel uitmaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (hierna: Bro) geregelde bestemmingsplanprocedure. Het niet bieden van inspraak in die eerdere fase heeft daarom geen gevolgen voor de rechtmatigheid van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan. Verder is niet gebleken dat de informatievoorziening omtrent het ontwerpplan niet op de door de wet voorgeschreven wijze heeft plaatsgevonden en dat onjuiste informatie zou zijn verstrekt.

Overigens wijst de voorzieningenrechter er op dat in de zienswijzebespreking staat dat naar aanleiding van eerdere reacties van reclamanten en nadien gevoerde gesprekken, het stedenbouwkundig plan dat is verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan is aangepast in die zin dat het bouwblok aan de zijde van de kerk, dat oorspronkelijk in drie bouwlagen appartementen op een half verdiepte parkeergarage voorzag, gewijzigd is naar een bouwblok van 7 grondgebonden woningen en dat de bouwhoogte is teruggebracht van circa 10,5 meter naar 9 meter. Gelet hierop heeft de raad naar het oordeel van de voorzieningenrechter rekening gehouden met het door [appellant] en anderen aangevoerde.

Het betoog faalt.

Ruimtelijke aanvaardbaarheid

7.       [appellant] en anderen betogen dat het bestemmingsplan is vastgesteld in strijd met het beeldkwaliteitsplan. Volgens [appellant] en anderen voldoet het in het bestemmingsplan verwerkte stedenbouwkundig plan niet aan de in het beeldkwaliteitsplan opgenomen vereiste bouwlagen/bouwhoogten. Daarnaast voldoet het stedenbouwkundig plan niet aan de gemeentelijke kwaliteitsbeschrijving van het Uilenpad. Daartoe voeren zij aan dat de hoogte in het beeldkwaliteitsplan is gebaseerd op de bouwhoogte van de voormalige sporthal, welke vanaf de Julianalaan niet zichtbaar was achter de kerk. Verder hebben [appellant] en anderen ter zitting nader uitgelegd dat de voorziene bouwhoogte aan de achterzijde van de woning van [appellant] door de raad ten onrechte is aangemerkt als passend in de omgeving. Volgens hen is met het plan sprake van inbreuk op privacy en wordt zon ontnomen aan de bestaande percelen en is de genoemde afstand tussen de woongebouwen en bestaande bebouwing geen 15 meter maar 6,75 meter.

7.1.    In de plantoelichting staat dat de gemeente De Bilt op 29 maart 2012 voor haar grondgebied de structuurvisie ‘behoud door ontwikkeling’ heeft vastgesteld. De inzet van de structuurvisie is behoud door ontwikkeling, waarbij de historische waarden zoveel mogelijk behouden en versterkt worden wanneer er nieuwe ontwikkelingen plaatsvinden. In de structuurvisie wordt uitgelegd dat Bilthoven-Centrum (met De Kwinkelier) het hoofdcentrum voor winkelen is. De gemeente heeft een relatief compleet voorzieningenniveau tot haar beschikking, verspreid over de kernen en binnen de regio. Op het gebied van winkelvoorzieningen vormt binnen de gemeente het te transformeren Bilthoven-Centrum (met De Kwinkelier) het hoofdcentrum, met naast dagelijkse goederen ook niet dagelijkse artikelen en een relatief hoog percentage relatief exclusieve kleinschalige winkels en boetieks. Toegelicht is ook dat een goede uitstraling en bereikbaarheid, een handig winkelcircuit en een onderscheidend en aanvullend aanbod kunnen maken dat ook mensen van buiten de gemeente aangetrokken worden. De aankomende opwaardering van het centrum van Bilthoven sluit daar volgens de raad mooi bij aan. Na de opwaardering/herstructurering zal dit voor detailhandel het hoofdcentrum binnen de gemeente vormen. Tevens is De Kwinkelier genoemd als een potentiële woningbouwlocatie.

Verder staat in de zienswijzebespreking dat naar aanleiding van de ingediende zienswijzen en nadien gevoerde gesprekken het stedenbouwkundig plan is aangepast in die zin dat het bouwblok aan de zijde van de kerk dat oorspronkelijk in drie bouwlagen appartementen op een half verdiepte parkeergarage voorzag, gewijzigd is naar een bouwblok van 7 grondgebonden woningen. De bouwhoogte is ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan teruggebracht van circa 10,5 meter naar 9 meter en het aantal woningen is van 15 naar 7 teruggebracht. Volgens de raad laat het huidige bestemmingsplan een maximale bouwhoogte toe van 7 meter voor dit terrein, waarbij het terrein de bestemming "Centrum-2" heeft. Binnen deze bestemming zijn winkels en horeca toegestaan, waarbij expliciet is benoemd dat zich hier een supermarkt mag vestigen. Op de verdieping mag worden gewoond. In het huidige bestemmingsplan is het tevens mogelijk om enkele tientallen meters achter de kerk een woongebouw van 28 meter te realiseren dat aansluit op het flatgebouw aan de Spreeuwlaan. Dit gebouw dat achter het kerkgebouw kan worden gerealiseerd zou zeer fors boven het kerkgebouw uitsteken. In het ontwerp bestemmingsplan voor de 2e herziening is de mogelijkheid tot realisatie van dit woongebouw van 28 meter hoog vervallen. In het stedenbouwkundig plan is voor deze locatie een rijtje grondgebonden woningen opgenomen. Deze woningen hebben een bouwhoogte van maximaal 9 meter. Voor grondgebonden woningen is een bouwhoogte van 10 meter gangbaar. Vanwege de uitvoering met plat dak is in dit geval een bouwhoogte van 9 meter voldoende. De winkels met bovenwoningen aan de Julianalaan, grenzend aan de zuidzijde van het terrein van de kerk, hebben in het vigerende bestemmingsplan Emmaplein en Vinkenplein Bilthoven een maximale bouwhoogte van 11,5 meter, aan de noordzijde van de kerk heeft het nieuwe kinderdagverblijf met woningen een maximale bouwhoogte van 10,5 meter, terwijl het kerkgebouw zelf maximaal 12 meter hoog mag worden. De schuin achter de kerk gelegen nieuwe bestemming met een maximale bouwhoogte van 9 meter voegt zich dan ook op een terughoudende wijze in de bestaande omgeving, aldus de raad in de zienswijzenbespreking.

Ook wordt uitgelegd dat voor zover aangevoerd wordt dat sprake is van strijd met het Masterplan en het Beeldkwaliteitsplan de gronden waar dit betoog betrekking op hebben weliswaar onderdeel uitmaken van het plangebied, maar in het voorliggende plan geen wijzigingen bevatten ten opzichte van het bestemmingsplan "De Kwinkelier Bilthoven, eerste herziening". Om die reden bestaat volgens de raad geen aanleiding om wijzigingen door te voeren in dit gedeelte. Daar komt bij dat, zoals nader toegelicht ter zitting, de stedenbouwkundige rooilijn in het nu voorliggende bestemmingsplan 5 meter naar achteren is verplaatst bezien vanuit de Centrumkerk. Bovendien is tijdens de raadsvergadering van 23 maart 2021 een amendement aangenomen dat over een breedte van 1,5 meter een differentiatie aanbrengt tussen een goothoogte en een bouwhoogte waarbij de goothoogte 6 meter bedraagt en de bouwhoogte 9 meter. Dat betekent dat hoewel de bouwhoogte ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan weliswaar met 2 meter is verhoogd, die bouwhoogte pas geldt op een punt dat 6,5 meter terug ligt ten opzichte van de rooilijn in het bestemmingsplan "De Kwinkelier, eerste herziening". Dit betekent volgens de raad en Royal Properties Development B.V. dat de bebouwing ten opzichte van de Centrumkerk verder weg zal worden gerealiseerd en grotendeels minder hoog dan het bestemmingsplan "De Kwinkelier" reeds toelaat.

7.2.    Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de raad, mede aan de hand van de ter zitting getoonde verbeelding, de stedenbouwkundige opzet en planologische uitgangspunten van het plan voldoende toegelicht en heeft hij in redelijkheid deze opzet en uitgangspunten passend mogen achten. Daarbij heeft de raad in redelijkheid de reeds in het voorgaande bestemmingsplan opgenomen mogelijkheden kunnen betrekken en is gelet op hetgeen in de plantoelichting en de zienswijzebespreking is vermeld, rekening gehouden met de bestaande bebouwing en is door het terugleggen van de rooilijn van de woningen en de opname van de maximum goothoogte van 6 meter ter plaatse van de betreffende woningen de stedenbouwkundige impact beperkt.

Gelet op het voorgaande ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

Weliswaar hebben [appellant] en anderen aan de hand van foto’s met daarop bebouwing geschetst getracht aan te tonen dat de impact voor het vrije zicht naar de Centrumkerk groot is, maar de raad heeft ook impressies overgelegd, die naar niet in geschil is tussen partijen zijn gecontroleerd door een architect, waaruit beperktere gevolgen voor het zicht naar de Centrumkerk blijken. Uitgaande van de in het plan opgenomen bouwmogelijkheden ten opzichte van de reeds bestaande bouwmogelijkheden en het terugleggen van de rooilijn ziet de voorzieningenrechter in hetgeen door [appellant] en anderen is aangevoerd geen grond voor het oordeel dat de raad gelet op de gevolgen voor het zicht naar de Centrumkerk niet in redelijkheid het plan heeft kunnen vaststellen zoals hij heeft gedaan.

De omstandigheid dat de ontwikkelaar in het verleden bij andere bouwwerkzaamheden fouten zou hebben gemaakt, wat daar verder van zij, leidt evenmin tot het oordeel dat het plan niet strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening.

7.3.    Niet valt uit te sluiten dat de privacy en lichttoetreding op het perceel van [appellant] na realisering van de in het plan opgenomen mogelijkheden zullen verminderen. In dit verband merkt de Afdeling echter op dat geen recht op vrij uitzicht bestaat, dat sprake is van een centrumgebied, dat de afstand tot de woning van [appellant] is meegenomen bij de vaststelling van het bestemmingsplan en dat het bestemmingsplan "De Kwinkelier Bilthoven, eerste herziening" de bouwmogelijkheden direct aan de achterzijde van het perceel van Heinzberger voor wat betreft de maximale bouwhoogte van 13 meter ook reeds mogelijk maakte. Voorts is niet aan de hand van concrete gegevens gebleken dat de verandering van de bouwhoogte van 7 meter naar 12 meter voor wat betreft het zicht en de gevolgen voor de privacy van [appellant] zodanig groot zijn dat de raad deze wijziging niet in redelijkheid heeft kunnen voorzien. Gelet op het voorgaande en nu de raad ter zitting onweersproken heeft gesteld dat met dit plan geen supermarkt meer wordt mogelijk gemaakt, heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de in het plan voorziene bouwmogelijkheden en functiewijzigingen niet zullen leiden tot een onevenredige aantasting van het woongenot en de privacy van [appellant] en anderen.

Het betoog faalt.

Gevolgen verkeerssituatie

8.       [appellant] en anderen betogen verder dat onvoldoende onderzoek is gedaan naar de gevolgen van het plan voor de verkeersafwikkeling en de verkeerssituatie ter plaatse. Volgens [appellant] en anderen is de weg waarover het laad- en losverkeer rijdt te smal om heen en weer te rijden en is er geen keerruimte voor vrachtverkeer.

8.1.    De raad is in de bespreking van de zienswijzen ingegaan op de verkeersafwikkeling. Voor zover [appellant] en anderen stellen dat het laad- en losverkeer ten behoeve van de winkels zich in de toekomst gaat mengen met het woonverkeer op een doodlopende weg, heeft de raad er op gewezen dat in de huidige situatie deze weg al wordt gebruikt voor laden en lossen van de winkels van De Kwinkelier en ontsluit de weg ook de achterkanten van de panden aan  de Julianalaan. In de toekomstige situatie zal daar geen verandering in plaats vinden, aldus de raad.

In het stedenbouwkundig plan is toegelicht dat in de toekomstige situatie de bewoners van de 24 appartementen en 7 grondgebonden woningen gebruik zullen maken van de bestaande ontsluitingsmogelijkheden. Het betreft alleen bewonersverkeer, omdat bezoekers van deze woningen de auto parkeren in de parkeergarage. Als gevolg van de ontwikkeling neemt het aantal verkeersbewegingen met ongeveer 150 motorvoertuigen per etmaal (mvt/etm) toe. Bij toevoeging van winkels van De Kwinkelier zullen er ook meer verkeersbewegingen van bevoorradend verkeer zijn, maar dit zal dagelijks niet meer zijn dan enkele tientallen. Volgens de raad  blijft de verkeersintensiteit op deze weg in de toekomstige situatie nog steeds laag en passend bij een woonerf (<1.000 mvt/etm). De weg zal een informeel karakter krijgen en wordt alleen gebruikt door (lokaal bekend) verkeer dat affiniteit heeft met het gebied en naar verwachting haar verkeersgedrag hierop ook zal afstemmen. De weg wordt voorzien van de mogelijkheid dat tegemoetkomend verkeer elkaar kan passeren. Het bevoorradend verkeer zal bestaan uit kleine vrachtwagens met een maximale lengte, welke op het toekomstige Uilenplein kunnen keren. Hierdoor behoort het verkeersonveilig achteruitrijden van (groot) vrachtverkeer via deze weg tot het verleden, aldus de raad.

8.2.    Ter zitting van de voorzieningenrechter heeft de raad nader toegelicht dat geen verkeersproblemen zullen ontstaan ten gevolge van de in het plan voorziene mogelijkheden. Daarbij heeft de raad er op gewezen dat met dit plan geen supermarkt meer zal worden gerealiseerd terwijl dat in het voorheen geldende bestemmingsplan wel mogelijk was waardoor de gevolgen voor het verkeer per saldo minder groot zullen zijn ten opzichte van het voorgaande bestemmingsplan. Verder is nader toegelicht dat in het bestemmingsplan percelen zijn aangewezen waar een weg mogelijk wordt gemaakt en dat de keerkom, die is uitgebreid en verplaatst, voor het winkelcentrum De Kwinkelier voor het laden en lossen in stand gehouden zal worden. Vrachtwagens zullen daarom in de toekomst geen gebruik maken van het Uilenpad waardoor de situatie zal verbeteren.

Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de raad zich, gelet op de gegeven toelichting ter zitting en hetgeen in de zienswijzebespreking is uiteengezet, in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat na realisering van de in het plan voorziene mogelijkheden geen onaanvaardbare verkeerseffecten kunnen worden verwacht.

Het betoog faalt.

Slot en conclusie

9.       Het beroep is ongegrond.

10.     Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.

11.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        verklaart het beroep ongegrond;

II.       wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. S. Vermeulen, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2021

700.