Uitspraak 202002672/1/R2


Volledige tekst

202002672/1/R2.
Datum uitspraak: 21 juli 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

de vennootschap onder firma Autocentrum Haaren, gevestigd te Haaren,

appellante,

en

het college van burgemeester en wethouders van Haaren, thans gemeente Oisterwijk,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 3 maart 2020 heeft het college het uitwerkingsplan "Gildepad-Haaren (2018)” vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft Autocentrum Haaren beroep ingesteld.

Het college heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 11 juni 2021, waar Autocentrum Haaren, vertegenwoordigd door [gemachtigde], en het college, vertegenwoordigd door A.J.M. van Son en drs. ing. F.A.M. van Gompel, zijn verschenen. Verder zijn ter zitting [initiatiefnemer] en anderen, initiatiefnemers, bij monde van [gemachtigde], gehoord.

Overwegingen

Inleiding

1.       Het plan is gebaseerd op de uitwerkingsbevoegdheid die is opgenomen in artikel 28.2, van de planregels bij het bestemmingsplan "Kom Haaren”, dat bij besluit van 18 april 2013 is vastgesteld. Aan de gronden is de bestemming "Wonen - uit te werken" toegekend. Het plan voorziet in de bouw van drie woningen aan het Gildepad in het centrum van Haaren. Het plangebied bestaat uit twee deelgebieden met bouwvlakken. Het bouwvlak in het noordwesten maakt één woning mogelijk, terwijl het bouwvlak in het zuidoosten in twee woningen voorziet.

Autocentrum Haaren is exploitant van een autoshowroom en een garagebedrijf met een autowasstraat aan het Gildepad 10. Dit is tegenover de locatie waar de woningen zijn voorzien. Autocentrum Haaren vreest door de woningbouw op korte afstand van zijn bedrijf in zijn bedrijfsvoering te zullen worden belemmerd.

Toetsingskader

2.       Wanneer in een bestemmingsplan een uitwerkingsplicht is opgenomen, moet het college van burgemeester en wethouders in beginsel een uitwerkingsplan vaststellen. Bij een beroep tegen een uitwerkingsplan kan ter beoordeling staan of dit plan is voorbereid en genomen in strijd met het recht. Onder die beoordeling valt de vraag of de uitgewerkte bestemming strookt met de uitwerkingsregels in het bestemmingsplan en, als die regels daarvoor de ruimte laten, met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij geldt de planologische aanvaardbaarheid van de uit te werken bestemming als een gegeven.

Beroep

3.       Autocentrum Haaren vreest dat ter plaatse van de met het plan voorziene woningen geen goed woon- en leefklimaat mogelijk is en het in zijn bedrijfsactiviteiten zal worden belemmerd. Autocentrum Haaren voert aan dat het college woningbouw op een te korte afstand van ongeveer 10 m van de perceelgrens van het bedrijf heeft voorzien. Anders dan het college stelt, is het plangebied volgens hem geen "gemengd gebied”, maar een "rustige woonwijk" als bedoeld in de brochure "Bedrijven en Milieuzonering”, editie 2009 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: de VNG-brochure) en is een richtafstand van 30 m aanbevolen. Daarbij wijst Autocentrum Haaren op eerdere rechterlijke uitspraken van de Afdeling van 14 oktober 2009, ECLI:NL:RVS:2009:BK0124, 16 januari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BY8538, en van 11 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2409, waarin een richtafstand van 30 m, behorend bij bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 2 in een rustige woonwijk, tot zijn perceelgrens is aanbevolen. Nu woningbouw binnen 30 m van het bedrijf mogelijk wordt gemaakt, is volgens Autocentrum Haaren niet voldaan aan de richtafstanden. Autocentrum Haaren betoogt verder dat het college ten onrechte de bedrijfswoning aan het Gildepad 12 als uitgangspunt heeft genomen bij het akoestisch onderzoek naar geluidhinder van zijn bedrijf. Volgens hem gaat het om een bedrijfswoning op een industrieterrein dat al jaren als kantoor in gebruik is. Ook heeft het college bij de beoordeling van een goed woon- en leefklimaat ten onrechte rekening gehouden met de woning aan het Gildepad 1.

3.1.    Het college stelt zich op het standpunt dat in dit geval een afstand van 10 m kan worden aangehouden, omdat de omgeving moet worden getypeerd als gemengd gebied. De afstand tussen de bouwvlakken waar de gevels van de woningen kunnen worden geprojecteerd en de grens van de bedrijfsbestemming, bedraagt minimaal 10 m. Bij de beoordeling of sprake is van een goed woon- en leefklimaat voor wat betreft geluid, heeft het college  een akoestisch onderzoek laten verrichten door Windmill.

3.2.    De Afdeling stelt voorop dat de VNG-brochure richtafstanden bevat. Het college moet over de toepassing daarvan een gemotiveerd besluit nemen. Indien de richtafstanden in de VNG-brochure niet worden toegepast, moet het college motiveren dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is verzekerd. De richtafstanden worden bepaald aan de hand van de grens van de bestemming die bedrijven toelaat en de gevel van een woning die volgens een plan mogelijk is.

De VNG-brochure maakt voor de te hanteren richtafstanden ten opzichte van bedrijvigheid een onderscheid tussen een "rustige woonwijk" en een "gemengd gebied”. Volgens de VNG-brochure is een rustige woonwijk een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven of kantoren) voor. Een gemengd gebied is daarentegen een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Als voorbeelden van een gebied met functiemenging worden genoemd een woon- en werkgebied met kleinschalige, vooral ambachtelijke bedrijvigheid en gebieden langs stadstoegangswegen met meerdere functies. Het kan daarbij gaan om bestaande gebieden met functiemenging en gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd, bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen.

Niet in geschil is dat Autocentrum Haaren tot milieucategorie 2 behoort, waarvoor in de VNG-brochure een richtafstand van 30 m wordt aanbevolen. Deze richtafstand geldt ten opzichte van een rustige woonwijk of een rustig buitengebied. Wanneer het plangebied tot het omgevingstype "gemengd gebied" behoort, kunnen de richtafstanden met één afstandsstap worden verlaagd zonder dat dit ten koste gaat van het woon- en leefklimaat. Voor bedrijfsactiviteiten die tot milieucategorie 2 behoren, wordt in de   VNG-brochure in dat geval een richtafstand van 10 m aanbevolen om een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te verzekeren.

3.3.    De Afdeling overweegt dat het college overeenkomstig de VNG-brochure heeft gemotiveerd waarom woningbouw ter plaatse, gelet op de omgeving, ruimtelijk aanvaardbaar is. Anders dan Autocentrum Haaren heeft aangevoerd, heeft het college het onderzoek en de beoordeling niet beperkt tot de bestaande woningen Gildepad 1 en 12.

3.4.    Anders dan Autocentrum Haaren heeft betoogd leiden eerdere uitspraken van de Afdeling over plannen in de omgeving niet tot het oordeel dat in dit plan een afstand van 30 m moet worden aangehouden. De uitspraken van 14 oktober 2009 en 16 januari 2013 zien op andere bestemmingsplannen waaruit geen conclusies kunnen worden getrokken ten aanzien van het onderhavige plangebied. De uitspraak van 11 december 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2409, heeft betrekking op beroepen gericht tegen het onder 1 vermelde bestemmingsplan "Kom Haaren”. Hierin is aan de gronden in het plangebied de bestemming "Wonen - uit te werken" toegekend. Deze bestemming maakt meerdere functies mogelijk. Pas aan de hand van de huidige concrete invulling in het uitwerkingsplan met de bestemming "Wonen" en aan de hand van de specifieke actuele kenmerken van de omgeving van het plangebied kan worden beoordeeld of ter plaatse met de toegekende woonbestemming een goed woon- en leefklimaat mogelijk is.

3.5.    Tussen partijen is in dit verband allereerst in geschil of de gronden waarop de woonbestemming rust in een rustige woonwijk of gemengd gebied als bedoeld in de VNG-brochure zijn gelegen.

Het college heeft zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt gesteld dat het plangebied en de directe omgeving ervan niet kan worden aangeduid als een rustige woonwijk, maar beter aansluit bij het omgevingstype "gemengd gebied" als bedoeld in de VNG-brochure. Anders dan Autocentrum Haaren betoogt, is niet de afstand tussen de woningen en het autocentrum, maar het bestaande karakter van de omgeving bepalend voor de typering van het plangebied. Ter plaatse zijn namelijk bedrijven aanwezig direct tegenover en naast woningen. Daarnaast ligt het plangebied in een binnenstedelijke omgeving, waarbij aan de gronden rondom het plangebied onder meer de enkelbestemmingen "Wonen”, "Bedrijf”, "Horeca" en "Maatschappelijk" zijn toegekend. Deze functies komen voor in de directe omgeving van het plangebied. Het college heeft ter zitting bovendien aangegeven dat bij de kwalificatie van de omgeving van het plangebied een groter gebied is beoordeeld dan het geval was in de uitspraken van de Afdeling waarnaar Autocentrum Haaren heeft verwezen.

Gelet op het voorgaande is het college er in redelijkheid vanuit gegaan dat de percelen aan het Gildepad in een gemengd gebied zijn gelegen.

3.6.    Voor bedrijvigheid in milieucategorie 2 is volgens de VNG-brochure een richtafstand van 10 m van de grens van de bedrijfsbestemming tot de gevel van een woning in gemengd gebied aanbevolen. De Afdeling stelt vast dat de kortste afstand tussen de grens van de bestemming "Bedrijf" en de bouwvlakken waar de gevels van de woningen in het plangebied kunnen komen 10 m of meer bedraagt. Daarmee is voldaan aan de gehanteerde richtafstand uit de VNG-brochure.

Het betoog faalt.

Geluid

3.7.    Tevens heeft het college nog (aanvullend) gemotiveerd dat sprake is van een aanvaardbare situatie voor het woon- en leefklimaat vanwege geluid, omdat dit de grootste bron van mogelijke hinder is. Er is door Windmill een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn neergelegd in het rapport "Onderzoek bedrijven en milieuzonering ten behoeve van een bouwvlak aan het Gildepad in Haaren" van Windmill van 13 april 2017 (hierna: het akoestisch rapport), dat als bijlage 1 bij de plantoelichting is gevoegd. Daarin is aansluiting gezocht bij de geluidnormen uit artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit).

In dit rapport zijn ten behoeve van de berekening van de geluiduitstraling naar de omgeving rekenmodellen opgesteld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai. Hierbij is gebruik gemaakt van het programma "Geomilieu" versie 4.20, module industrielawaai. In dit model zijn alle reflecterende en afschermende objecten meegenomen, tevens zijn de maatgevende geluidbronnen worst-case ingevoerd. In het rekenmodel is rekening gehouden met geluid afkomstig uit de wasbox/werkplaats en door het rijden van bestelbusjes en personenwagens. Piekbronnen zijn gemodelleerd ter plaatse van de in/uitrit, de wasbox/werkplaats en de terreingrens aan de westzijde en de parkeerplaatsen voor de showroom aan de oostzijde.

Uit de berekeningen die zijn samengevat in paragraaf 3.4.4 in het akoestisch rapport, volgt dat voor het noordwestelijk deel van het plangebied minimaal de rooilijn van de bestaande woning aan het Gildepad 1 dient te worden aangehouden om aan de geluidnormen te voldoen. Op de verbeelding wordt bij het noordwestelijk deel van het plangebied de rooilijn van de bestaande woning aan het Gildepad 1 aangehouden. Voor het zuidoostelijke bouwvlak wordt, aldus het rapport, aan de gehanteerde geluidnormen voldaan bij een afstand van 10 m van Autocentrum Haaren. Dit bouwvlak is ook op deze afstand geprojecteerd. Daarnaast stelt de Afdeling vast dat een akoestisch aanvaardbaar woon- en leefklimaat wordt gewaarborgd door  artikel 4.3.1, van de planregels. In dit artikel is vastgelegd dat de gevels van de woningen in het plangebied een geluidwering van 25 dB(A) moeten hebben.

In het akoestisch onderzoek is ten slotte rekening gehouden met de huidige bedrijfsvoering van Autocentrum Haaren. Daarbij heeft het college zich naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt gesteld dat de woningen aan het Gildepad 1 en 12 op ongeveer dezelfde afstand zijn gesitueerd en een referentiepunt vormen voor de (on)mogelijkheden van uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten.

3.8.    Gelet op het voorgaande heeft het college zich, op grond van de gehanteerde afstanden uit de VNG-brochure en het akoestisch onderzoek, naar het oordeel van de Afdeling in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat ter plaatse van de voorziene woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden geborgd en het plan niet tot gevolg zal hebben dat Autocentrum Haaren door de met het plan beoogde woningen in zijn huidige bedrijfsactiviteiten zal worden belemmerd.

De betogen falen.

Conclusie

4.       Het beroep is ongegrond.

5.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. F.D. van Heijningen, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 21 juli 2021

224-975.