Uitspraak 202006138/2/R2


Volledige tekst

202006138/2/R2
Datum uitspraak: 15 april 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[appellant], wonend te Goirle,

en

de raad van de gemeente Goirle,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 september 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Zuidrand Goirle locatie Van Besouw" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

[appellant] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.

2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

3.       Het plan voorziet in de bouw van maximaal 155 woningen op het voormalige fabrieksterrein "Van Besouw" aan de Kerkstraat in de gemeente Goirle. De Nederlandse Bouw Unie Projectontwikkeling IV B.V wil het voormalige fabrieksterrein van circa 5,5 hectare transformeren naar een woongebied. De transformatie van het terrein wordt - vanwege de beschikbare contingenten - gefaseerd uitgevoerd. Deze fasering is in het plan verwerkt in twee bestemmingen: "Woongebied" en "Bedrijf". De gronden met de bestemming "Woongebied" komen direct na vaststelling van dit plan in aanmerking voor woningbouw. [appellant] is eigenaar en bewoner van een tegenover het plangebied gelegen woning aan de [locatie]. De afstand vanaf [appellant]s perceelgrens tot het dichtstbij gelegen bouwvlak in het plangebied waar woningen kunnen worden opgericht is ongeveer 15 m. [appellant] betoogt dat het plan ten onrechte leidt tot een aantasting van zijn woon- en leefklimaat door het verlies van uitzicht, privacy, lichtinval en tot een toename van parkeeroverlast, alsmede verkeer- en geluidhinder. Daarnaast heeft de raad volgens [appellant] onvoldoende onderzocht of het plan financieel haalbaar is. [appellant] heeft een second opinion voor de locatie Besouw van 23 maart 2021 overgelegd waarin is ingegaan op het verkeer.

4.       Op 22 februari 2021 heeft het college van burgemeester en wethouders van Goirle (hierna: het college) twee omgevingsvergunningen verleend voor de bouw van respectievelijk 14 woningen en 83 woningen, het maken van een uitweg, en het afwijken van het bestemmingsplan, op het voormalige Van Besouw terrein bij de Kerkstraat te Goirle. Bij brief van 24 maart 2021 heeft [appellant] een bezwaarschrift ingediend tegen de besluiten van 22 februari 2021. Tevens heeft de Nederlandse Bouw Unie Projectontwikkeling IV B.V. op 15 december 2020 bij het college een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor de resterende woningen in het plangebied, namelijk een appartementencomplex met 32 appartementen in het zuiden van het plangebied, twee blokken van ieder 8 woningen in het zuidoosten van het plangebied en een uitweg. Met het verzoek om het bestemmingsplan "Zuidrand Goirle locatie Van Besouw" bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen beoogt [appellant] te voorkomen dat de reeds verleende omgevingsvergunningen bij het door het college te nemen besluit op bezwaar in stand blijven en dat op korte termijn ook een omgevingsvergunning voor het appartementencomplex, de overige 16 woningen en de uitweg wordt verleend. Het betreffende appartementencomplex is voorzien op de gronden met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2".

5.       Het beroep zal worden behandeld op de zitting van 11 juni 2021. De gemeente heeft laten weten dat gelet op de lopende termijnen uiterlijk op 21 april 2021 op de op 15 december 2020 ingediende bouwaanvraag zal worden beslist en dat de omgevingsvergunning naar verwachting zal worden verleend.

6.       Voor wat betreft de aanvraag die betrekking heeft op het appartementencomplex en de uitweg overweegt de voorzieningenrechter als volgt. De gemiddelde afstand tussen de woning van [appellant] en de gronden met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2" bedraagt ongeveer 100 m en de hoogte van het op deze gronden voorziene appartementencomplex bedraagt maximaal 16 m. Gelet hierop en op de bestaande verstedelijkte omgeving acht de voorzieningenrechter het niet op voorhand aannemelijk dat de op de gronden met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2" voorziene ontwikkeling leidt tot een onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat van [appellant]. Gelet hierop, het beperkte aantal gestapelde woningen op het totaal van de in het bestemmingsvlakken "Woongebied" voorziene aantal woningen en de voorziene parkeerkelder onder het appartementencomplex ter plaatse van de aanduiding "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om, vooruitlopend op de behandeling van het beroep ter zitting, een ordemaatregel te treffen ten aanzien van het plandeel met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2" en het bestemmingsvlak met de noord-zuid georiënteerde bestemming "Verkeer Verblijfsgebied" tussen de Kerkstraat en de gronden met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2".

7.       Voor de overige plandelen met de bestemmingen "Woongebied" en "Verkeer-Verblijfsgebied" overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Gelet op de kortere afstanden van de woning van [appellant] tot deze plandelen en de beperkte periode tot de zitting in de hoofdzaak ziet de voorzieningenrechter aanleiding om, vooruitlopend op die zitting, een ordemaatregel te treffen.

De voorzieningenrechter ziet aanleiding het verzoek in zoverre toe te wijzen en de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen.

8.       Zoals hiervoor is vermeld, zal op 11 juni 2021 het beroep in de hoofdzaak worden behandeld. In aansluiting daarop zal door de Afdeling de vraag aan de orde worden gesteld of er aanleiding bestaat de bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening met toepassing van artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht op te heffen of te wijzigen.

9.       Gelet op het feit dat thans uitsluitend een voorlopige voorziening als ordemaatregel wordt getroffen, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Over de proceskosten en vergoeding van het betaalde griffierecht zal worden beslist op het moment waarop de Afdeling uitspraak doet in het kader van de vraag of aanleiding bestaat de voorlopige voorziening op te heffen of te wijzigen.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Goirle van 22 september 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Zuidrand Goirle locatie Van Besouw" voor zover het betreft de bestemming "Woongebied" met uitzondering van het plandeel met deze bestemming dat betrekking heeft op de gronden met de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2". Voorts worden geschorst de plandelen met de bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" met uitzondering van het bestemmingsvlak dat betrekking heeft op de gronden met de bestemming "Verkeer-Verblijfsgebied" tussen de Kerkstraat en het plandeel met de bestemming "Woongebied" en de aanduidingen "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-1" en "Specifieke bouwaanduiding - gestapeld-2".

Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Ouwehand, griffier.

De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 15 april 2021

224.