Uitspraak 202100848/2/R3


Volledige tekst

202100848/2/R3.
Datum uitspraak: 13 april 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:

[verzoeker A] en [verzoeker B], beiden wonend te Meppel (hierna tezamen en in enkelvoud: [verzoeker]),

en

de raad van de gemeente Meppel,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 17 december 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.

[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De raad heeft een nader stuk ingediend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 30 maart 2021, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. W. Dekkers, rechtsbijstandverlener te Apeldoorn, en de raad, vertegenwoordigd door I. Wilke en mr. G. Siebel, zijn verschenen. Voorts is B+O Architecten Amsterdam B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde], ter zitting gehoord.

Overwegingen

1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.

2.       Het plangebied bevindt zich ten noordwesten van de stad Meppel en wordt begrensd door de provinciale weg N371 aan de oostzijde en de provinciale weg N375 aan de zuidzijde.

3.       [verzoeker] woont in het plangebied aan de [locatie] te Meppel. Hij verzoekt om schorsing van het besluit van 17 december 2020 waarbij het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" is vastgesteld. Daartoe betoogt hij dat de bestemming "Groen" ten onrechte niet ook is toegekend aan de strook grond met de bestemming "Gemengd - Voorzieningen" en de functieaanduiding "zorginstelling" die achter zijn tuin is gelegen. Hij vreest voor aantasting van zijn woon- en leefklimaat als op korte afstand van zijn woning en tuin op deze strook grond zorgwoningen worden gerealiseerd.

4.       Op 17 december 2020 is bij het college van burgemeester en wethouders van Meppel een omgevingsvergunning aangevraagd ter realisering van een zorgwoning met 20 wooneenheden. Deze zorgwoning is voorzien op de strook grond waaraan in het plan de bestemming "Gemengd - Voorzieningen" en de functieaanduiding "zorginstelling" zijn toegekend. [verzoeker] heeft er belang bij te voorkomen dat voor de ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning voor het op de bedoelde strook grond realiseren van een zorgwoning met 20 wooneenheden het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" het toetsingskader vormt. De voorzieningenrechter ziet bij afweging van de betrokken belangen en om onomkeerbare gevolgen te voorkomen voordat uitspraak wordt gedaan op de beroepen tegen het bestemmingsplan, aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de initiatiefnemer B+O Architecten Amsterdam B.V. ter zitting heeft toegelicht pas eind september of begin oktober 2021 met de feitelijke bouwwerkzaamheden van de zorgwoning met 20 wooneenheden te willen starten. De voorzieningenrechter zal in dat verband bevorderen dat de zitting in de bodemprocedure uiterlijk in augustus van 2021 zal plaatsvinden.

5.       Het verzoek wordt toegewezen op de wijze als hierna wordt aangegeven.

6.       De raad moet de proceskosten vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I.        schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Meppel van 17 december 2020, kenmerk 1411952, waarbij het bestemmingsplan "Meppel - Nieuwveense Landen 2020" is vastgesteld, voor zover het betreft de gronden zoals aangegeven op de in de bijlage bij deze uitspraak behorende kaart;

II.       veroordeelt de raad van de gemeente Meppel tot vergoeding van bij [verzoeker A] en [verzoeker B] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.068,00 (zegge: duizendachtenzestig euro) geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan één van hen de raad aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;

III.      gelast dat de raad van de gemeente Meppel aan [verzoeker A] en [verzoeker B] het door hen voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 181,00 (zegge: honderdeenentachtig euro) vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan één van hen de raad aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.

Aldus vastgesteld door mr. J.E.M. Polak, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. P. Plambeck, griffier.

De voorzieningenrechter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 13 april 2021

159-926.

BIJLAGE