Uitspraak 201909204/1/R2


Volledige tekst

201909204/1/R2.
Datum uitspraak: 17 februari 2021

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

Camtronics B.V., gevestigd te Son en Breugel,

appellante,

tegen de uitspraak van 26 november 2019 in zaak nr. 19/799 in het geding tussen:

Camtronics B.V.

en

het college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel.

Procesverloop

Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van een kringloopwinkel in een pand aan de Ekkersrijt 3104a te Son en Breugel.

Bij besluit van 15 januari 2019, verzonden op 16 januari 2019, heeft het college het door Camtronics B.V. daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij mondelinge uitspraak van 26 november 2019 heeft de rechtbank het door

Camtronics B.V. daartegen ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard. Het proces-verbaal van deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Camtronics B.V. hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting, via een videoverbinding, behandeld op 5 januari 2021, waar Camtronics B.V., vertegenwoordigd door mr. L.A. Sluiter, rechtsbijstandsverlener te ‘s-Hertogenbosch, en het college, vertegenwoordigd door C. Kamp en M. Bellemakers, zijn verschenen. Tevens is [vergunninghouder], vertegenwoordigd door mr. W. Visser, rechtsbijstandsverlener te Apeldoorn, als partij gehoord.

Overwegingen

1.    Bij besluit van 25 juli 2018 heeft het college met toepassing van artikel 2.1, eerste lid, onderdeel c, gelezen in samenhang met artikel 2.12, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht een omgevingsvergunning verleend voor het vestigen van de kringloopwinkel in het pand Ekkersrijt 3104a te Son en Breugel. Bij besluit van 15 januari 2019 heeft het college het besluit van 25 juli 2018 gehandhaafd.

2.    De rechtbank heeft het door Camtronics B.V. daartegen ingestelde beroep wegens niet verschoonbare termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard.

3.    Camtronics B.V. betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Zij voert aan dat in de brief, waarbij het besluit op bezwaar aan haar bekend is gemaakt, weliswaar melding wordt gemaakt van de mogelijkheid van beroep, maar dat de termijn waarbinnen dat dient te geschieden ontbreekt, zodat in strijd met artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) een rechtsmiddelenclausule ontbreekt. Zij werd pas na afloop van de beroepstermijn bijstaan door een professioneel rechtsbijstandsverlener, aldus Camtronics B.V.

3.1.    Vaststaat dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift liep tot en met 27 februari 2019 en dat het op 11 maart 2019 ingediende beroepschrift dus buiten de in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven termijn van zes weken is ingediend.

3.2.    In de uitspraken van 21 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BT2131 en 6 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2982, waarnaar ook Camtronics B.V. verwijst, heeft de Afdeling overwogen dat het ontbreken van een rechtsmiddelverwijzing bij een besluit in beginsel tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding leidt, mits de belanghebbende daarop een beroep doet, stellende dat de termijnoverschrijding daarvan het gevolg is. Dit beginsel lijdt uitzondering indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de belanghebbende tijdig wist dat hij binnen een bepaalde termijn bezwaar moest maken dan wel beroep of hoger beroep moest instellen. Van bekendheid met de termijn kan in ieder geval worden uitgegaan indien de belanghebbende voor afloop van de termijn al werd bijgestaan door een professionele rechtsbijstandverlener.

3.3.    Het besluit op bezwaar bevat wel een rechtsmiddelenclausule. Daarin is namelijk vermeld: "Als u het niet eens bent met dit besluit kunt u hiertegen een beroepschrift indienen bij de rechtbank Oost-Brabant, postbus 90125, 5200 MA te ’s-Hertogenbosch." Deze rechtsmiddelenclausule is echter onvolledig, omdat de termijn waarbinnen beroep kan worden ingesteld ontbreekt. Anders dan Camtronics B.V. heeft aangevoerd, leidt het ontbreken van deze termijn in haar geval niet tot verschoonbaarheid. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de beroepstermijn duidelijk uit de motivering van het besluit ("beschikking op bezwaarschrift") blijkt, die als bijlage bij het besluit op bezwaar is gevoegd. Daarin is onder punt 4 vermeld: "De termijn voor het indienen van een bezwaar of beroepschrift is zes weken. Dit volgt uit artikel 6:7 Awb. De termijn voor het indienen van een bezwaar vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt. Het bezwaarschrift is binnen de termijn ontvangen." De rechtbank heeft terecht overwogen dat Camtronics B.V., door deze passage, ervan op de hoogte was dat zij haar beroep binnen zes weken moest instellen. In het betoog van Camtronics B.V., dat uit het besluit op bezwaar noch uit de bijlage blijkt wanneer de beroepstermijn is aangevangen, heeft de rechtbank terecht geen aanleiding gezien voor het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is. Het had, bij een eventuele onduidelijkheid over de ingangsdatum van de beroepstermijn, op de weg van Camtronics B.V. gelegen om bij het college te informeren wanneer de beroepstermijn ging lopen.

Het betoog faalt.

4.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

5.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. F.C.M.A. Michiels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.

Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2021

680.