Uitspraak 201907092/2/R3


Volledige tekst

201907092/2/R3.
Datum uitspraak: 8 januari 2020

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:

[verzoeker] en anderen, wonend te Rotterdam,

en

de raad van de gemeente Rotterdam,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 9 juli 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "Zestienhoven" vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.

Bij deze brief hebben [verzoeker] en anderen de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 13 december 2019, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door mr. R.J.G. Backer, advocaat te 's-Gravenhage, is verschenen.

Overwegingen

1.    Bij uitspraak van heden, nr. 201907092/5/R3 (ECLI:NL:RVS:2020:12), heeft de Afdeling op het beroep beslist. Derhalve is geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als ongegrond te worden afgewezen.

2.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. W.D.M. van Diepenbeek, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.K. van Leening, griffier.

w.g. Van Diepenbeek    w.g. Van Leening
voorzieningenrechter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 8 januari 2020