Uitspraak 201809088/4/A1


Volledige tekst

201809088/4/A1.
Datum beslissing: 9 december 2019

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Beslissing op het verzoek van om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van:

D.A.C. Slump

Procesverloop

Ten aanzien van zaak nr. 201809088/3/A1, die op 10 december 2019 ter zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad Slump, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 9 december 2019 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.

Overwegingen

1.    Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.

In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.

2.    Staatsraad Slump heeft te kennen gegeven dat bij de voorbereiding van de zaak is gebleken dat hij in een eerder stadium van deze procedure als voorzitter van de meervoudige kamer betrokken is geweest bij een uitspraak over het kostenverhaal bestuursdwang waarover het in dit verzet nog steeds gaat. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van de onderhavige zaak te voorkomen, heeft hij verzocht zich te mogen verschonen.

3.    De Afdeling acht, gezien deze motivering, de inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.

4.    Gelet op vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek toe.

Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, voorzitter, en mr. E. Steendijk en mr. E. Helder, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Boer, griffier.

w.g. Borman    w.g. Boer
voorzitter    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2019

745.