Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Bij besluit van 16 januari 2020 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellante] een boete opgelegd van € 20.750,00 omdat zij niet de rust- en arbeidstijden heeft geregistreerd. [appellante] is een transportbedrijf voor goederenvervoer over de weg. De Inspectie Leefomgeving en Transport van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft in 2018 het bedrijf bezocht en informatie opgevraagd. De ILT controleert namelijk of bedrijven en personen de regels van de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit vervoer naleven. In dat kader heeft de ILT een onderzoek gedaan bij [appellante] over de periode 1 tot en met 28 januari 2018. De resultaten van dat onderzoek staan in het Rapport van bevindingen en zijn aanleiding geweest om het boeterapport van 2 september 2019 op te stellen. Uit dat boeterapport volgt dat [appellante] geen goede registratie van de arbeids- en rusttijden heeft gevoerd. De minister heeft daarom aan [appellante] een boete opgelegd. Volgens de rechtbank mocht de minister dat doen. [appellante] is het daar niet mee eens.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:2584
- Datum uitspraak
- 5 juli 2023
- Hoger beroep
- Boete
Bij vier afzonderlijke besluiten van 17 juli 2018, kenmerken 071704063/05, 071704065/05, 071704066/05 en 071704067/05, heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellante] boetes opgelegd van elk € 4.400,- wegens overtredingen van artikel 2.4:4, eerste lid, aanhef en onder f, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer. [appellante], gevestigd aan [locatie], oefent een transportbedrijf uit. Op dit perceel is ook [zusterbedrijf] gevestigd. [zusterbedrijf] is door de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna: RDW) erkend om controleapparaten te installeren en te onderzoeken. Op 22 juli 2017 hebben de Nationale Politie en de Inspectie Leefomgeving & Transport (hierna: de ILT) op het perceel een controle uitgevoerd. Bij vier vrachtwagens, met de kentekens [...], [...], [...] en [...], werd een onderzoek naar de juiste werking van de tachograafinstallaties ingesteld. In elk van deze vrachtwagens was een digitale tachograaf, een controlemiddel als bedoeld in het Arbeidstijdenbesluit vervoer, geïnstalleerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1060
- Datum uitspraak
- 13 april 2022
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 28 juni 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het verzoek van FNV om handhavend op te treden tegen [bedrijf] afgewezen. [bedrijf] is een internationaal transportbedrijf dat zich onder meer bezig houdt met het transport van trucks en tractoren. Bij brief van 13 februari 2019 heeft FNV bij de minister een verzoek tot handhaving ingediend, gericht tegen [bedrijf] en aan haar gelieerde buitenlandse vennootschappen. Volgens FNV handelt [bedrijf] stelselmatig in strijd met de geldende wet- en regelgeving, in het bijzonder wat betreft de rij- en rusttijden van de chauffeurs en de technische staat van de vrachtwagens waarmee het transport plaatsvindt. FNV heeft de minister daarom verzocht om onderzoek te verrichten bij [bedrijf], vast te stellen dat zij in 2018 overtredingen heeft begaan en haar daarvoor boetes op te leggen. Naar aanleiding van het voornemen van de minister om het verzoek af te wijzen, heeft FNV in haar zienswijze het handhavingsverzoek uitgebreid.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:685
- Datum uitspraak
- 9 maart 2022
- Hoger beroep
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Bij besluit van 10 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.400,00 wegens overtreding van artikel 2.4:13, tweede lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer, gelezen in samenhang met artikel 32, derde lid, van de Verordening (EU) nr. 165/2014 (hierna: de Verordening 165/2014). Een toezichthouder van de politie heeft een voertuig gecontroleerd op naleving van de Arbeidstijdenwet en het Abtv. De chauffeur van het voertuig verrichtte ten tijde van de inspectie vervoer ten behoeve van [appellante]. Naar aanleiding van deze inspectie is het voertuig bij een erkende werkplaats nader onderzocht. Hierbij is een voorziening in het voertuig aangetroffen die volgens de minister kan worden aangewend voor manipulatie van de tachograaf. Dit is volgens de minister in strijd met artikel 2.4:13, tweede lid, van het Abtv, gelezen in samenhang met artikel 32, derde lid, van de Verordening 165/2014.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:1839
- Datum uitspraak
- 18 augustus 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 16 januari 2019 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 4.400,-. Op zaterdag 3 februari 2018 heeft een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport een vrachtwagen van [appellante] met kenteken [..-…-] gecontroleerd. De inspecteur heeft verklaard dat hij bij die controle afwijkende waarden in de pulsgever heeft geconstateerd. Dat is een apparaat waarmee de snelheid van het voertuig en de afgelegde afstand worden doorgegeven. Daardoor bestond bij de inspecteur het vermoeden dat de tachograaf werd gemanipuleerd. De inspecteur heeft vervolgens de vrachtwagen bij een erkende Scaniadealer laten onderzoeken. In de cabine van de vrachtwagen is een schakelaar gevonden waarmee de bewegingssensor ingeschakeld kon worden, aldus de inspecteur. Volgens de minister is sprake van een overtreding van artikel 2.4:13, tweede lid, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:1232
- Datum uitspraak
- 9 juni 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan [wederpartij] een bestuurlijke boete van € 20.500,- opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Op 17 mei 2018 heeft de Inspectie een boeterapport opgemaakt. In dit rapport staat dat [vennoot A] 22 dagen vervoerwerkzaamheden heeft verricht met het motorvoertuig met het kenteken [A] zonder dat daarvan een deugdelijke registratie is gevoerd.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:318
- Datum uitspraak
- 17 februari 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [B] en [A] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van [vennoot], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de tien overtredingen bedraagt € 44.000,-.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:321
- Datum uitspraak
- 17 februari 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 17 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [wederpartij] een boete opgelegd wegens overtredingen van de Arbeidstijdenwet. Omdat er M-bestanden van de motorvoertuigen met de kentekens [A] en [B] ontbraken, heeft [wederpartij] geen deugdelijke registratie gevoerd over de arbeids- en rusttijden van onderscheidenlijk [vennoot A] en [vennoot B], die het toezicht op de naleving van de Atw en de op die wet berustende bepalingen mogelijk maakt, aldus de minister. De hoogte van de boete is aan de hand van de Beleidsregel vastgesteld. Het boetebedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw bedraagt € 4.400,-. Het totale boetebedrag voor de 27 overtredingen bedraagt € 118.800,-.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:319
- Datum uitspraak
- 17 februari 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 24 juli 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat [appellante] een bestuurlijke boete opgelegd van € 20.500,00 wegens het niet deugdelijk registreren van rij- en rusttijden van de chauffeurs [chauffeur 1] en [chauffeur 2]. Het totale boetebedrag van € 136.400,00 is gemaximeerd tot € 20.500,00.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:38
- Datum uitspraak
- 13 januari 2021
- Hoger beroep
- Boete
Bij besluit van 3 april 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat een bestuurlijke boete van € 44.000,00 aan [appellante] opgelegd. Op 6 september 2017 heeft een inspecteur van de Inspectie Leefomgeving en Transport bij een controle vastgesteld dat een chauffeur van [appellante] op die dag en in de 28 voorgaande dagen 22 keer zonder bestuurderskaart in een vrachtauto heeft gereden. Zijn bestuurderskaart was op 28 mei 2017 verlopen. Naar aanleiding hiervan heeft de minister op grond van de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) 2016 een bestuurlijke boete opgelegd vanwege 10 overtredingen op grond waarvan [appellante] ervoor moet zorgen dat de digitale tachografen en bestuurderskaarten correct werken en dat de chauffeur hier correct gebruik van maakt.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2020:2478
- Datum uitspraak
- 21 oktober 2020
- Hoger beroep
- Boete