Uitspraken
De Afdeling bestuursrechtspraak is de hoogste algemene bestuursrechter van het land. In dit onderdeel vindt u alle uitspraken die de Raad van State op zijn website publiceert. Meer informatie over de rechterlijke taak van de Afdeling bestuursrechtspraak vindt u in de rubriek Bestuursrechtspraak.
Toon overzicht van de actuele uitspraken:
Conclusie van staatsraad advocaat-generaal Snijders over de prejudiciële vragen zoals op grond van de Tijdelijke wet Groningen door de Rechtbank Noord-Nederland gesteld bij tussenuitspraak van 28 april 2023, in zaak nr. 22/2463T, in het geding tussen [eiser] tegen het Instituut Mijnbouwschade Groningen. De vragen aan de Afdeling bestuursrechtspraak zijn gesteld over de toepassing van de wet door het Instituut Mijnbouwschade Groningen. Het is de enige bepaling op grond waarvan de mogelijkheid bestaat om prejudiciële vragen te stellen aan de Afdeling. Het is de eerste keer dat van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. Ná de verkoop, maar vóór de levering van de woning heeft de verkoper bij het IMG een vergoeding gevraagd voor schade aan de woning. Het IMG heeft de vergoeding ná de levering eerst toegekend, maar is daar later op teruggekomen. De aanvraag is alsnog afgewezen en het uitgekeerde bedrag is teruggevorderd. Zowel de verkoper als de kopers van de woning menen recht te hebben op de vergoeding.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:2590
- Datum uitspraak
- 5 juli 2023
- Conclusie
- Schadevergoeding
Deze conclusie gaat over de hoger beroepen van [appellant], BRECOD Den Haag Maanplein II B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Centraal staat het besluit van burgemeester en wethouders van Den Haag om een omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een woontoren van ruim 73 meter hoog met hierin 183 woningen, 300 m² detailhandel, 299 m² maatschappelijke dienstverlening en een parkeergarage aan het Maanplein 110 te Den Haag. De bezwaren die in deze procedure zijn aangevoerd hebben de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak aanleiding gegeven om staatsraad advocaat-generaal Nijmeijer een conclusie te vragen. Aan hem is gevraagd om na te gaan op welke wijze de rechter regels van het omgevingsplan kan toetsen in een vergunningprocedure. Deze conclusie draagt bij aan de rechtsontwikkeling. Dit is ook van belang voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:1367
- Datum uitspraak
- 5 april 2023
- Conclusie
- Bouwen
Deze conclusie gaat over de verhouding tussen het overtrederschap in de rechtspraak van de Afdeling en het strafrechtelijke (functionele) daderschap. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft ex art. 8:12a Awb om een conclusie daarover verzocht in twee zaken, één over een bestraffende sanctie opgelegd aan een natuurlijke persoon en één over een herstelsanctie opgelegd aan een vennootschap onder firma (Vof).
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2023:579
- Datum uitspraak
- 15 februari 2023
- Conclusie
- Boete
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Deze conclusie betreft de betekenis van het evenredigheidsbeginsel ‘nieuwe stijl’ voor de toepassing van een begunstigende beleidsregel, namelijk de Afsluitingsregeling langdurig verblijvende kinderen. Aanvragen op grond van de regeling worden beoordeeld ‘in de context van het gezin’, hetgeen impliceert dat handelen van een ouder dat in strijd is met bepaalde contra-indicaties wordt toegerekend aan het kind en de rest van het gezin, zodat het kind en het gezin niet in aanmerking komt voor een vergunning. De zaken waarin deze conclusie wordt genomen betreffen de contra-indicaties ‘gevaar voor de openbare orde’ en het ‘niet kunnen aantonen van de identiteit’. Concreet werpt de voorzitter de vraag op of het tegenwerpen aan het kind van handelen van een ouder dat in strijd is met een contra-indicatie, evenredig is.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1440
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Conclusie
- Asiel
Deze zaken gaan over aanvragen kinderopvangtoeslag die deels zijn afgewezen door de Belastingdienst/Toeslagen omdat ze betrekking hebben op een periode die te ver gelegen is voor het tijdstip van de aanvraag om de toeslag, namelijk méér dan drie maanden voor de eerste van de maand waarin de aanvraag is gedaan. Art. 1.3 lid 2, aanhef en onder b, Wet kinderopvang (hierna: Wko)(zie noot 1) bepaalt dat over die periode geen aanspraak bestaat op kinderopvangtoeslag. In beide zaken is de vraag aan de orde of de toepassing van deze bepaling in strijd komt met het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in art. 3:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht en daarom achterwege dient te worden gelaten.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1441
- Datum uitspraak
- 18 mei 2022
- Conclusie
- Geld
Deze conclusie gaat over de beroepen van [appellant sub 1] en anderen en [appellant sub 2]. De beroepen zijn gericht tegen het besluit van 24 november 2020 van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boekel (hierna: het college) waarbij het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 5" (hierna: veegplan 5) is vastgesteld. De beroepen zijn op grond van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van rechtswege ook gericht tegen het besluit van het college van 26 april 2021 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Veegplan 7" (hierna: veegplan 7) en het besluit van het college van 11 januari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Omgevingsplan: Herziening [locatie]" (hierna: het reparatieplan).
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:1109
- Datum uitspraak
- 14 april 2022
- Conclusie
- RO - Noord-Brabant
Deze zaak gaat over een afgewezen verzoek om herziening van definitief berekende kinderopvangtoeslag 2017, leidende tot een terugvordering ad € 3.850 inclusief rente. Het hogere beroep is ingesteld door [appellante] tegen een voor haar ongunstige uitspraak van de Rechtbank Amsterdam. Haar beroep bij de Rechtbank was gericht tegen de afwijzing van haar verzoek aan de Belastingdienst/Toeslagen (hierna: Toeslagen) om herziening van diens definitieve berekening van haar kinderopvangtoeslag 2017 op € 5.687. Omdat zij over 2017 al een voorschot ad € 9.465 had ontvangen, heeft Toeslagen het verschil ad € 3.775 vermeerderd met € 75 rente van haar teruggevorderd, kennelijk bij dezelfde beschikking als die waarin die definitieve toeslagberekening is opgenomen.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2022:516
- Datum uitspraak
- 16 februari 2022
- Conclusie
- Geld
Conclusie over de evenredigheidstoets door de bestuursrechter die de staatsraden advocaat-generaal Wattel en Widdershoven hebben genomen op verzoek van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De conclusie gaat in op de vraag hoe indringend de bestuursrechter bestuurlijke maatregelen moet toetsen en wat daarbij de betekenis is van het evenredigheidsbeginsel. Het gaat concreet om een besluit waarbij een dwangsom wordt ingevorderd en om besluiten tot sluiting van een woning na een drugsvondst in die woning. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraden advocaat-generaal in februari 2021 gevraagd een algemeen kader te schetsen en daarbij een aantal aandachtspunten te betrekken, zoals de rechtsbasis van de rechterlijke toetsing aan evenredigheid (EVRM, EU-recht of nationaal recht), in welke gevallen de rechter besluiten van bestuursorganen kan toetsen aan evenredigheid en met welke omstandigheden de bestuursrechter rekening kan of moet houden.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2021:1468
- Datum uitspraak
- 7 juli 2021
- Conclusie
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Deze conclusie gaat over de weigering door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit om in te gaan op het verzoek van Greenpeace tot handhaving van de EU-Houtverordening jegens een aantal houtimporterende bedrijven die in het verleden hout hebben geïmporteerd zonder de door die Verordening vereiste voorzorg te betrachten om te voorkomen dat illegaal gekapt hout op de interne markt komt. De vraag is op basis van welke feiten, omstandigheden en ontwikkelingen een bestuursorgaan bij besluit op bezwaar moet beoordelen of hij (alsnog) handhaaft, met name of hij nog - of alsnog - de bevoegdheid heeft tot oplegging van herstelsancties, die immers alleen voor de toekomst opgelegd kunnen worden; alles in het licht van het gegeven dat het EU-recht doeltreffendheid, afschrikking en evenredigheid eist.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2020:738
- Datum uitspraak
- 11 maart 2020
- Conclusie
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
Op woensdag 20 maart 2019 neemt staatsraad advocaat-generaal Wattel een conclusie over het vertrouwensbeginsel. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal in oktober 2018 gevraagd in zijn conclusie in te gaan op de vraag of uitlatingen namens een overheidsorgaan het gerechtvaardigde vertrouwen kunnen wekken dat het overheidsorgaan geen herstelsanctie (zoals een dwangsom of bestuursdwang) zal opleggen. De conclusie wordt uitgebracht in een zaak over een dwangsom voor een dakopbouw in Amsterdam. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 22 januari jl. op zitting behandeld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2019:896
- Datum uitspraak
- 20 maart 2019
- Conclusie
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
Op woensdag 16 januari 2019 neemt staatsraad advocaat-generaal Widdershoven een conclusie over de gedoogbeslissing. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal in september 2018 gevraagd in zijn conclusie in te gaan op de vraag of tegen een gedoogbeslissing beroep openstaat bij de bestuursrechter. De conclusie wordt uitgebracht in een zaak waarbij het gemeentebestuur van Bladel een gedoogbeslissing verleende aan de eigenaar van een perceel waarop sinds 1933 een bouwwerk staat. Aan de beslissing is de voorwaarde verbonden dat de gedoogtoestemming vervalt zodra de eigenaar het perceel verkoopt of als hij overlijdt. Volgens de eigenaar beperkt de gedoogbeslissing hem in zijn eigendomsrecht en moet hij de zaak daarom aan de bestuursrechter kunnen voorleggen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 9 november jl. op zitting behandeld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2019:86
- Datum uitspraak
- 16 januari 2019
- Conclusie
- Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
CONCLUSIE: Op woensdag 6 juni 2018 neemt staatsraad-advocaat generaal Widdershoven een conclusie in de zaak over het rijksinpassingsplan 'Windpark Zeewolde'. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad-advocaat generaal in februari 2018 gevraagd of bij een ruimtelijk plan - zoals bijvoorbeeld een bestemmingsplan of een inpassingsplan - of bij een omgevingsvergunning zogenoemde "schaarse publieke rechten worden verdeeld". Die vraag speelt een belangrijke rol in deze procedure. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 9 april jl. op zitting behandeld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2018:1847
- Datum uitspraak
- 6 juni 2018
- Conclusie
- Inpassingsplan
CONCLUSIE: Op woensdag 4 april 2018 neemt staatsraad-advocaat generaal Wattel een conclusie over bijzondere omstandigheden bij de invordering van een dwangsom of het verhalen van kosten bij bestuursdwang. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad-advocaat generaal in januari 2018 gevraagd of bestuursorganen en de bestuursrechter rekening moeten houden met bijzondere omstandigheden bij het invorderen, en zo ja, welke bijzondere omstandigheden dat dan kunnen zijn. Eén van de vragen is of de financiële draagkracht van een betrokkene een rol kan spelen. Ook wil de voorzitter weten of een bestuursorgaan uit zichzelf ('ambtshalve') onderzoek moet doen naar bijzondere omstandigheden. De conclusie wordt uitgebracht in een zaak over een man die ruim drie ton moet betalen, omdat hij afvalstoffen had moeten verwijderen van een stuk grond in Hardenberg, maar dat niet deed. Hij vindt dat de staatssecretaris er rekening mee had moeten houden dat hij failliet gaat als hij beide bedragen moet bet
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2018:1152
- Datum uitspraak
- 4 april 2018
- Conclusie
- Milieu - Bestuursdwang / Dwangsom
CONCLUSIE: Op woensdag 24 januari 2018 neemt staatsraad-advocaat generaal Widdershoven een conclusie over de bestuurlijke waarschuwing. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad-advocaat generaal in september 2017 gevraagd te onderzoeken of een waarschuwing een besluit is, waartegen men in beroep kan komen bij de bestuursrechter en welke omstandigheden daarvoor relevant zijn. Daarnaast is de staatsraad-advocaat generaal verzocht in te gaan op de gevolgen van het aanmerken van een waarschuwing als een besluit. In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak voor het eerst iedereen de mogelijkheid geboden te reageren op de vragen die aan de staatsraad-advocaat generaal zijn gesteld, en zo als 'amicus curiae' bij de procedure te worden betrokken. De conclusie wordt uitgebracht in een zaak over een waarschuwing die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft gegeven aan een bedrijf in Hengelo dat het Arbeidsomstandighedenbesluit zou hebben overtreden. De Afdeling bestuur
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2018:249
- Datum uitspraak
- 24 januari 2018
- Conclusie
- Boete
CONCLUSIE: Op vrijdag 22 december 2017 neemt staatsraad advocaat-generaal Widdershoven een conclusie over exceptieve toetsing. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal in juli 2017 gevraagd in zijn conclusie in te gaan op de vraag hoe intensief de bestuursrechter een algemeen verbindend voorschrift moet toetsen en welke omstandigheden daarvoor bepalend zijn. Daarbij speelt ook de vraag of een voorschrift onverbindend kan worden verklaard wegens strijd met ongeschreven recht. De conclusie wordt uitgebracht in twee zaken over besluiten van de gemeente Purmerend over een bestaand tankstation dat ook LPG verkoopt. Volgens een omwonende zou een ministeriële regeling niet mogen worden toegepast vanwege strijd met een Europese richtlijn. Die regeling is een algemeen verbindend voorschrift waarin veiligheidsvoorschriften staan voor LPG-tankstations. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft beide zaken op 10 november jl. op zitting behandeld.
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2017:3557
- Datum uitspraak
- 22 december 2017
- Conclusie
- RO - Noord-Holland
CONCLUSIE: Op woensdag 12 april 2017 neemt staatsraad advocaat-generaal Keus een conclusie over bewijsvergaring in boetezaken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal in november 2016 gevraagd te onderzoeken welke waarborgen bij het vergaren van bewijs in boetezaken in acht moeten worden genomen. Daarbij heeft hij in het bijzonder aandacht gevraagd voor de waarborgen die zouden moeten gelden bij het afleggen van verklaringen bij de toezichthouder, en hoe moet worden omgegaan met verklaringen die pas later in de procedure worden overgelegd door degene die is beboet. Daarnaast is de staatsraad advocaat-generaal gevraagd onderzoek te doen naar de "toelaatbaarheid van en grenzen aan bewijsvergaring" in een later stadium van de procedure door het bestuursorgaan dat de boete heeft opgelegd.De conclusie wordt uitgebracht in twee zaken over boetes die de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) heeft opgelegd aan een
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2017:1034
- Datum uitspraak
- 12 april 2017
- Conclusie
- Wet arbeid vreemdelingen
CONCLUSIE: Op woensdag 20 juli 2016 neemt staatsraad advocaat-generaal Widdershoven een conclusie over het asielrechtelijke begrip 'veilig land'. Dit begrip speelt in een groot aantal asielzaken. De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal gevraagd te onderzoeken of de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie bij de afwijzing van een asielaanvraag kan verwijzen naar een nationale lijst waarop zogenoemde veilige landen staan of dat hij nader moet motiveren waarom een land als veilig kan worden beschouwd en de vreemdeling daarom niet in aanmerking komt voor een asielvergunning. Dit alles tegen de achtergrond van het Vluchtelingenverdrag, het EVRM en het Unierecht. Verder vraagt de voorzitter of een land ook als veilig kan worden beschouwd als dat land niet overal, voor iedereen, veilig is en wat de criteria daarvoor zijn. De conclusie wordt uitgebracht in een zaak over de weigering door de staatssecretaris om asielvergunningen te verlenen aan twee Albanese vreemde
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2016:2040
- Datum uitspraak
- 20 juli 2016
- Conclusie
- Asiel
CONCLUSIE: Op woensdag 25 mei 2016 neemt staatsraad advocaat-generaal Widdershoven een conclusie over schaarse vergunningen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal gevraagd te onderzoeken of er een rechtsnorm is op grond waarvan het bestuur bij het verdelen van schaarse vergunningen gegadigden gelegenheid moet bieden om mee te dingen naar de beschikbare vergunningen. Als dat het geval is, wil de voorzitter weten hoe het bestuur gegadigden daarvan op de hoogte moet stellen, welke procedure het moet volgen, hoe het bestuur rekening moet houden met de verschillende aanvragen en wanneer en hoe het bestuur informatie daarover moet verstrekken. De conclusie wordt uitgebracht naar aanleiding van een concreet geschil dat de Afdeling bestuursrechtspraak op dit moment in behandeling heeft over een exploitatievergunning en een zogenoemde aanwezigheidsvergunning voor een speelautomatenhal in Vlaardingen. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de zaak op 7 maart 2016 op een rechtszitting beh
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2016:1421
- Datum uitspraak
- 25 mei 2016
- Conclusie
- Verordeningen
CONCLUSIE: Op woensdag 27 januari 2016 neemt staatsraad advocaat-generaal Keus een conclusie over het herzien van verstrekte voorschotten voor kinderopvangtoeslag of het definitief vaststellen van de toeslag in het nadeel van de aanvragers. In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen zijn geen uiterste, bindende termijnen opgenomen waarbinnen de voorschotten nog kunnen worden herzien. De termijn waarbinnen de kinderopvangtoeslag definitief moet zijn vastgesteld is slechts een zogenoemde termijn van orde. De Afdeling bestuursrechtspraak vindt uit een oogpunt van rechtszekerheid dat een aanvrager binnen een bepaalde termijn duidelijkheid moet krijgen over zijn aanspraak op een toeslag. Daarom heeft zij de staatsraad advocaat-generaal gevraagd of, net als in het belastingrecht, een uiterste, bindende termijn geldt waarbinnen de Belastingdienst/Toeslagen nog bevoegd is om voorschotten te herzien of kinderopvangtoeslagen definitief vast te stellen. Hem is ook gevraagd om aandacht te besteden aan de verjari
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2016:159
- Datum uitspraak
- 27 januari 2016
- Conclusie
- Geld
CONCLUSIE: Op woensdag 2 december 2015 neemt staatsraad advocaat-generaal Widdershoven een conclusie over een correctie op het relativiteitsvereiste. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft de staatsraad advocaat-generaal gevraagd om in een conclusie in te gaan op de vraag of, net als in het civiele recht, in het bestuursrecht een soortgelijke correctie op het relativiteitsvereiste zou moeten gelden. Deze vraag komt geregeld op in zaken waarbij een concurrent tegen een besluit in beroep komt. De staatsraad advocaat-generaal is gevraagd of een concurrent met een beroep op bijvoorbeeld het gelijkheids- of het rechtzekerheidsbeginsel kan bereiken dat de bestuursrechter een besluit toch toetst aan een norm die strikt genomen niet zijn belangen beoogt te beschermen. Ook vraagt de Afdeling bestuursrechtspraak hem wat een concurrent in zo'n geval zou moeten aanvoeren en aannemelijk moet maken om te bereiken dat de bestuursrechter een besluit toch aan die norm toetst. De conclusie wordt uitgebracht naar aanleiding van
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2015:3680
- Datum uitspraak
- 2 december 2015
- Conclusie
- RO - Overijssel